De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- detailhandel;
- dienstverlening;
- horeca 1 en horeca 2;
- kantoor met baliefunctie;
- maatschappelijke voorzieningen;
- ontspanning in de vorm van een dans- en muziekschool behoudens in gebouwen waar woningen in zijn gesitueerd;
- wonen vanaf de eerste bouwlaag;
- bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals groen-, nutsvoorzieningen en verblijfsgebied.
Op en onder de in lid 3.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met inachtneming van de volgende bepalingen:
- de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding "gestapeld" mogen meergezinshuizen worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang en/of overbouwing" zijn onderdoorgangen toegestaan, waarvoor geldt dat de vrije hoogte ten hoogste die van de hoogte van de begane grond bouwlaag mag bedragen;
- voor de gebouwen gelden de volgende maxima:
- goothoogte: zoals op de verbeelding is aangegeven
- bouwhoogte: zoals op de verbeelding is aangegeven;
- voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
- bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten: 9 m
- bouwhoogte van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd: 3 m
- bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 3 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.2 sub a en toestaan dat er buiten het bouwvlak gebouwd wordt mits:
- het een vrijstaand gebouw betreft
- het totale oppervlak van de gebouwen buiten het bouwvlak ten hoogste 200 mē bedraagt
- de bouwhoogte ten hoogste 4 m bedraagt
- de afstand tot de bestaande gebouwen ten minste 10 m bedraagt.
- het gebruik van gronden en bouwwerken als verkooppunt van motorbrandstoffen is verboden;
- het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting is verboden;
- een woning mag ook gedeeltelijk voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gebruikt worden, voor zover:
- het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning, met een maximum van 25 mē
- de woning hierdoor niet, c.q. niet in betekenende mate het karakter van een woning verliest
- degene die de activiteiten in de woning uitvoert, tevens de bewoner van de woning is
- de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woonklimaat in de directe omgeving en niet gepaard gaat met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop, die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; uit hoofde hiervan zijn uitsluitend bedrijfsactiviteiten toegestaan, die zijn genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten onder categorie 1.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 3.4 sub c onder 4 en toestaan dat tevens in woningen bedrijfsactiviteiten worden uitgeoefend, die in een hogere categorie zijn ingedeeld dan toegestaan of die niet in de staat van bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, indien deze activiteiten naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten onder categorie 1, mits vooraf een milieudeskundige hierover is gehoord.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven |
Naar volgende |