direct naar inhoud van 9.3 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: De Dijk en Het Land
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00030-4001

9.3 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro

In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het bestemmingsplan bij emailbericht van 27 september 2011 toegezonden aan de daarvoor in aanmerking komende instanties. De instanties werden verzocht vóór 27 november 2011 een advies uit te brengen. De volgende reacties zijn ontvangen.

Provincie Zuid-Holland
Bij brief van 24 oktober 2011 merkt de Provincie het volgende op;

  • 1. enkele rapporten zijn niet meer actueel
  • 2. er is geen rekening gehouden met de vervoersprognose (over het water) uit het Basisnet
  • 3. het advies van de Veiligheidsregio d.d. 18 oktober 2010 geeft mogelijke voorzieningen aan; deze voorzieningen meenemen bij het GR en aangegeven welke voorzieningen worden overgenomen en de borging daarvan;
  • 4. een nieuwe GR-berekening maken met daarin de vervoersprognose uit het Basisnet;
  • 5. verantwoording dient te geschieden in het raadsbesluit.

Commentaar:
Ad.1
Bij de toelichting op het bestemmingsplan zijn de volgende bijlagen opgenomen (gemakshalve zijn onderstaand de data van de verschillende rapporten cursief vermeld).

Bijlage 1 DCMR Akoestisch onderzoek De Dijk I en III, 23 december 2010
Bijlage 2 DCMR Onderzoek geluid, lucht, externe veiligheid, 21 juli 2008 
Bijlage 3 Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen Oude Maas, 4 juni 2008 
Bijlage 4 VRR advies De Elementen, 18 oktober 2010 
Bijlage 5 Bodemkwaliteitskaart en nota bodembeheer De Elementen, 21 juni 2009 
Bijlage 6 Advies Bodemkwaliteit, 15 april 2009 
Bijlage 7 Natuurtoets De Elementen, 29 augustus 2006 
Bijlage 8 Natuurtoets Het Land, 15 mei 2008 
Bijlage 9 Natuurtoets Het Land en De Haven, 6 juni 2008

Van belang is het vertrekpunt dat verschillende onderzoeken zijn gedaan bij de start van het totale project De Elementen. Om te voorkomen dat telkens onderdelen zouden moeten worden onderzocht en daarmee het totale project niet inzichtelijk wordt gemaakt c.q. het overzicht verdwijnt, is bewust gekozen voor onderzoek van het totaal.
Juist om dat totaal ook nu inzichtelijk te maken zijn deze onderzoeksrapporten als bijlage opgenomen (betreft de bijlagen 3, 5, 6, 7).

Vervolgens is het van belang in ogenschouw te nemen dat voor grote delen van het nu aan de orde zijnde plangebied reeds procedures als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) zijn doorlopen. In die procedures zijn verschillende onderzoeksrapporten opgesteld. En ook die rapporten zijn nu voor het totale overzicht toegevoegd (betreft de bijlagen 2, 8, 9).

Bijlage 1 is specifiek opgesteld voor het nu aan de orde zijnde plangebied en bijlage 4 is eveneens recent opgesteld, maar gericht op het totale project De Elementen.

Naar aanleiding van de gemaakte opmerking zijn de onderzoeken nogmaals bezien en is gebleken dat er twee rapporten van recentere datum als bijlage kunnen worden opgenomen. Het gaat om de bijlagen 3 en 4. Er is een advies van de DCMR van 10 september 2010 en een VRR-advies van 14 juli 2011.

Ad 2
In het DCMR-advies van 10 september 2010 (= nieuwe bijlage) zijn PR en GR-berekeningen opgenomen, inclusief de vervoerscijfers uit het Basisnet.
De paragraaf over externe veiligheid is aangepast en er is eveneens een verantwoording opgenomen.

Ad 3
Zoals bij ad 1 aangegeven is er een recenter advies van de Veiligheidsregio. Dat advies is inmiddels als bijlage opgenomen en in de aangepaste paragraaf over externe veiligheid beschreven. Er is ondermeer verwoord op welke wijze met het advies wordt omgegaan.

Ad 4
Zie ad 2

Ad 5
In de aangepaste paragraaf over externe veiligheid is de verantwoording opgenomen. Ook bij het raadsbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan zal die verantwoording worden afgelegd.

Vrom-Inspectie
Bij brief van 8 december 2011 merkt de Vrom-Inspectie het volgende op;

  • 1. geadviseerd wordt de resultaten van de onderzoeken naar het PR en GR in de tekst van de toelichting te verwerken. Voorts is een verantwoording van het GR nodig.
  • 2. besluit hogere waarden moet tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan ter inzage worden gelegd.
  • 3. verzoek om de Richtlijn Vaarwegen 2005 en de vrijwaringszone van 20 m vanaf de oude Maas in het plan te verwerken.
  • 4. verzoek om in paragraaf 8.4 van de toelichting op te nemen, dat de realisatie van De Dijk, Het land, Het Park en De Haven niet mogen leiden tot een beperking van de scheepvaart.
  • 5. uit het plan blijkt onvoldoende dat het buitendijks gebied (ook) bedoeld is voor waterhuishoudkundige en waterstaatkundige functies, waaronder de afvoer of berging van water. Verzocht wordt dit als zodanig op te nemen.
  • 6. verzoek om het Nationaal Waterplan te verwerken in het bestemmingsplan.

Commentaar:

Ad. 1
De tekst over externe veiligheid is aangepast en gegevens over PR en GR zijn daarin opgenomen. Eveneens is de verantwoording beschreven.

Ad. 2
Dit wordt gedaan.

Ad. 3
In de toelichting is inmiddels aandacht besteed aan de Richtlijn Vaarwegen 2005 en de vrijwaringszone.
De gehele vrijwaringszone heeft in dit bestemmingsplan de bestemming 'Groen'. De hoofdbebouwing uit het bestemmingsplan, vormgegeven met de woonbestemmingen, bevindt zich op ruime afstand.
Binnen de bestemming 'Groen' zijn vooral bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan. Hierbij kan worden gedacht aan lantaarnpalen, zitbanken e.d. We achten het niet raadzaam voor dergelijke ondergeschikte bouwwerken binnen de vrijwaringszone advies te vragen bij de beheerder van de Oude Maas. Voorts moet daarbij worden bedacht dat bepaalde bouwwerken, zoals lantaarnpalen, vergunningvrij kunnen worden uitgevoerd.
We hebben een dergelijke bepaling wel opgenomen voor het bouwen van abri's en nutsgebouwen binnen het groen en voor het gedeelte nabij de haven waar een evenemententerrein kan worden aangelegd en ten behoeve van dat terrein kan worden gebouwd. Voor deze gebouwen is de bepaling opgenomen dat voor het oprichten binnen de vrijwaringszone vooraf advies wordt gevraagd aan de beheerder van de Oude Maas.

Ad. 4
Een dergelijk passage spreekt voor zich en wordt opgenomen.

Ad. 5
In de reactie wordt verzocht het artikel dat betrekking heeft op de waterkering (artikel 17) te wijzigen in de dubbelbestemmingen 'Waterstaat – Waterhuishoudkundige en waterstaatkundige functie'. Vervolgens kan dan de functie van afvoer van oppervlaktewater, sediment en ijs worden opgenomen.
Het is in onze ogen niet raadzaam dit op deze wijze te doen, omdat de in artikel 17 opgenomen bestemming 'Waterstaat – Waterkering' niet alleen betrekking heeft op de buitendijkse gronden bij de Oude Maas, maar ook op andere gronden.
Juist vanwege het belang van de Oude Maas als hoofdwaterweg is een specifieke daarop gerichte bestemming opgenomen: Water - Waterweg (artikel 8). Hoewel dit reeds is begrepen in de omschrijving 'hoofdwaterweg' c.q. geacht kan worden daartoe te behoren, is het geen probleem de gevraagde toevoeging over de afvoer van oppervlaktewater, sediment en ijs uitdrukkelijk te benoemen bij dit artikel.
Het van toepassing verklaren van de Beleidsregels grote rivieren, dan wel het benoemen dat voor het uitvoeren van activiteiten in het rivierbed een watervergunning nodig is, is niet nodig in het bestemmingsplan. Deze regelingen hebben een afzonderlijke werking en het benoemen in het bestemmingsplan doet daaraan niet toe of af.

Ad. 6
Dit wordt gedaan.