direct naar inhoud van Artikel 11 Woongebied - 1
Plan: De Dijk en Het Land
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0612.BP00030-4001

Artikel 11 Woongebied - 1

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. maatschappelijke voorzieningen;
  • c. kantoor;
  • d. horeca 1;
  • e. verkeer en verblijf, waaronder voorzieningen voor openbaar vervoer;
  • f. waterpartijen en watergangen;
  • g. groen- en speelvoorzieningen;
  • h. onder- en bovengrondse parkeervoorzieningen;
  • i. bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Er mogen niet meer dan 750 woningen worden gebouwd;
  • b. Hoofdgebouwen dienen uitsluitend binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • c. De bouwhoogte bedraagt ten hoogste de hoogte zoals ingeschreven in de verbeelding;
  • d. De bouwhoogte van de eerste bouwlaag, grenzend aan, of georiënteerd op de Hongerlandsedijk, bedraagt ten minste 4 m;
  • e. De voor-, achter- en zijgevels van de gebouwen, zoals deze bij realisatie van de hoofdgebouwen ontstaan, worden aangemerkt als bebouwingslijn waarbinnen de hoofdgebouwen dienen te worden gebouwd;
  • f. De onderlinge afstand tussen gebouwen, met uitzondering van hoekoplossingen en de afstand tussen zijgevels, bedraagt ten minste 10 m;

11.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

  • a. Voor erfafscheidingen::
    • 1. indien gesitueerd vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw: 1 m;
    • 2. voor het overige: 2 m.
  • b. Van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd: 3 m;
  • c. Voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
  • d. Indien bouwwerken worden gerealiseerd op een gebouw dan wordt de hoogte gemeten vanaf de bovenkant van de laag waarop wordt gebouwd.
11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen met betrekking tot de plaats en de afmetingen van bebouwing indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met het straat- en bebouwingsbeeld -zoals hoogtedifferentiatie van naast of nabij elkaar gelegen panden binnen de op de kaart aangegeven doorsnede-, de verkeersveiligheid, het voorkomen van een onevenredige aantasting van de privacy van bewoners en van gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en in verband met het beperken van schaduw- en windhinder.

11.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1 onder a voor het toestaan van een groter aantal woningen indien de woningen of een gedeelte daarvan worden uitgevoerd als zorgwoningen.

11.5 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Het in gebruik nemen van de woning of delen van de woning als een kamerverhuur-bedrijf is niet toegestaan;
  • b. De in lid 11.1. onder b t/m d bedoelde functies hebben een gezamenlijk bruto vloeroppervlakte van ten hoogste 3.000 m2 ;
  • c. De in lid 11.1 onder b t/m d bedoelde functies zijn uitsluitend toegestaan op de eerste bouwlaag en onder de volgende voorwaarden:
    • 1. De bruto vloeroppervlakte mag per vestiging niet meer bedragen dan 200 m2 .
  • d. Op de in lid 11.1 bedoelde gronden is- in samenhang daarmee- ook het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor aan-huis-gebonden-beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zoals genoemd in milieucategorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1, voor zover:
    • 1. het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter is dan 30% van het vloeroppervlak van de woning, met een maximum van 25 m2 ;
    • 2. de woning mag hierdoor niet, c.q. niet in betekenende mate het karakter van een woning verliezen;
    • 3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
    • 4. de activiteit mag geen onevenredige afbreuk doen aan het woonklimaat in de directe omgeving en mag niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop, die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
  • e. indien de gronden als bedoeld in lid 11.1 (mede) worden gebruikt als zorgwoningen is het toegestaan daarbij behorende gemeenschappelijke ruimten te realiseren en te gebruiken.
11.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 11.5 onder a om een kamerverhuurbedrijf toe te staan, mits:
    • 1. de belangen van direct omwonenden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. er voldoende parkeergelegenheid is.

Het bevoegd gezag kan voorwaarden stellen aan het gebruik van de woning als kamerverhuurbedrijf.

  • b. lid 11.5 onder b voor het toestaan van een maximum oppervlakte van 3.500 m2 ;
  • c. lid 11.5 onder c voor het toestaan van een oppervlakte van maximaal 250 m2 per vestiging;
  • d. de onder b en c bedoelde afwijkingen worden slechts verleend indien:
    • 1. dit bijdraagt aan het goed functioneren van deze functies in dit plangebied;
    • 2. er geen onevenredige hinder ontstaat.
  • e. lid 11.5 onder d voor het toestaan van bedrijfsactiviteiten genoemd in milieucategorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1, worden toegestaan, voor zover deze bedrijfsactiviteiten naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in milieucategorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 1, mits vooraf een milieudeskundige hierover is gehoord.