direct naar inhoud van 4.8 Water
Plan: Dorp Klaaswaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.dorpklaaswaal-VA01

4.8 Water

Watertoets en waterbeheer

De watertoets is het proces van vroegtijdig informeren, adviseren en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van dit nieuwe instrument is waarborgen dat de waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet in beschouwing worden genomen als het gaat om waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Uitvoering van de watertoets betekent in feite dat gemeente en waterschap (hier is dat Waterschap Hollandse Delta) samenwerken bij het uitwerken van ruimtelijke plannen, zodat problemen (bijvoorbeeld wateroverlast of verdroging) in het gebied zelf en de omgeving worden voorkomen. De watertoets is sinds 2003 verankerd in het Besluit op de Ruimtelijke Ordening en is hiermee verplicht voor alle ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets omvat onder meer overleg met de waterbeheerder en de opname van een waterparagraaf. De voorliggende paragraaf is de in het kader van de wet verplichte waterparagraaf.

Beleid

Europa, Rijk en Provincie Zuid-Holland

Een aantal beleidsdocumenten is relevant voor dit bestemmingsplan. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de relevante stukken op Europees, rijks- en provinciaal niveau. In de volgende twee subparagrafen wordt respectievelijk het beleid van de waterbeheerder en van de gemeente beschreven.

Europees beleid

  • Kaderrichtlijn Water (KRW; 2000)

Rijksbeleid

  • Waterbeheer 21e eeuw (WB21; 2000)
  • Waterwet (2009)
  • Nationaal Waterplan 2009 - 2015 (2009)
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW; actualisatie 2008)

Beleid Provincie Zuid-Holland

  • Provinciaal Waterplan 2010 - 2015 (2010)
  • Structuurvisie & Verordening Ruimte (2010)

Beleid waterbeheerder

Waterschap Hollandse Delta heeft een Waterbeheerplan opgesteld voor de periode 2009-2015. In het Waterbeheerplan geeft het waterschap onder andere aan wat de doelstellingen voor de lange termijn zijn voor het waterbeheer. Het gaat hierbij om alle watertaken van het waterschap: waterkwantiteit (hoeveelheid), waterkwaliteit, waterkering (dijken) en waterketen (riolering en zuivering). Tevens wordt aangegeven welk beleid gevoerd wordt voor watergerelateerde thema's en wat het waterschap in de planperiode wil doen om de doelstellingen te bereiken.

In het Waterbeheerplan zijn ook de doelstellingen en maatregelen verankerd om te kunnen voldoen aan de verplichtingen van de KRW. Het doel van deze Europese richtlijn is in de periode 2010-2027 alle wateren in een goede chemische en ecologische toestand te brengen, dus kwalitatief goed water.

Ten aanzien van het watersysteem geldt een aantal regels:

  • bij grote stedelijke uitbreidingen geldt dat minstens 10% van het plangebied als oppervlaktewater moet worden ingericht;
  • dempingen van oppervlaktewater dienen volledig gecompenseerd te worden;
  • voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen geldt dat afstromend hemelwater van schone oppervlakken direct moet worden afgevoerd naar het oppervlaktewater (niet aankoppelen);
  • langs hoofdwatergangen bevinden zich beschermingszones (v/h keurstroken) van 5,00m ter weerszijde;
  • bij bouwwerkzaamheden dient gebruik te worden gemaakt van duurzame, niet sterk uitloogbare bouwmaterialen (dus geen zink, lood, koper, en PAK's-houdende materialen).

Keurverordening Waterschap Hollandse Delta

Alle handelingen of werkzaamheden in de nabijheid van watergangen, waterkeringen en waterschapswegen vallen onder de regels van de Keur. In deze verordening van het waterschap zijn gebods- en verbodsbepalingen opgenomen om de waterstaatsbelangen veilig te stellen. In de meeste gevallen zal een vergunning moeten worden verleend door het waterschap. In de Legger van oppervlaktewaterlichamen en kunstwerken voor Waterschap Hollandse Delta zijn de watergangen en kunstwerken opgenomen, waarop de Keur van toepassing is.

Beleid gemeente

Gemeentelijk Rioleringsplan 2008–2012

Het Gemeentelijk Rioleringsplan 2008–2012 (GRP) vormt de basis voor het planmatige onderhoud en beheer van de riolering in de Gemeente. Voor het verwijderen van afvalwater is riolering een onmisbare voorziening. Met deze voorziening wordt beoogd de volksgezondheid te verzekeren, wateroverlast tegen te gaan en het milieu te beschermen. De aanleg en het beheer van de riolering is een gemeentelijke taak (zorgplicht) die zijn wettelijke basis vindt in de artikelen 4.22 en 4.23 van de Wet milieubeheer (Wm).

Waterplan Cromstrijen

In 2008 is het Waterplan Cromstrijen van kracht geworden. Dit gemeentelijk Waterplan bevat maatregelen om het watersysteem te voorzien van voldoende berging en speelt in op de komende klimaatwijzigingen. Daarbij geeft het Waterplan invulling aan afspraken om de waterkwaliteit te verbeteren. Gemeente en waterschap werken de maatregelen uit in de periode 2008 - 2012. Het streven is dat de samenwerking tussen gemeente en waterschap de komende jaren leidt tot een aantrekkelijk watersysteem dat biologisch gezond is en voldoende aanvoer-, afvoer- en bergingsmogelijkheden heeft. Het Waterplan heeft dan ook de volgende hoofddoelen:

  • het hebben en houden van droge voeten;
  • het streven naar biologisch gezond water;
  • het vergroten van de belevingswaarde van water.

Huidige situatie

Algemeen

Het plangebied bestaat uit nagenoeg de gehele bebouwde kom van de kern Klaaswaal.

De bodem in het plangebied bestaat uit zeekleigrond. In het plangebied is sprake van grondwatertrap VI. Dat wil zegen dat de gemiddelde hoogste grondwaterstand van nature varieert tussen 0,4 en 0,8 m beneden maaiveld en dat de gemiddelde laagste grondwatertrap van nature op meer dan 1,2 m beneden maaiveld ligt. De maaiveldhoogte in het plangebied is circa NAP -0,5 m.

Het plangebied ligt in verschillende peilgebieden. Deze peilgebieden met het bijbehorende peilen zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Peilgebied   Zomerpeil (t.o.v. NAP)   Winterpeil (t.o.v. NAP)  
3-22   -1,55 m   -1,55 m  
3-23   -1,40 m   -1,40 m  
3-24   -1,30 m   -1,30 m  
3-25   -1,60 m   -1,85 m  
4-4   -1,55 m   -1,75 m  

Waterkwantiteit en -kwaliteit

Binnen het plangebied zijn verschillende watergangen gelegen. Het gaat hierbij om hoofdwatergangen met een beschermingszone van 5 m aan beide zijden en overige watergangen met een beschermingszone van 1 m aan weerszijden. De beschermingszone dient vrij te blijven van bebouwing om onderhoud aan de watergangen mogelijk te houden. De watergangen behoren niet tot de Kaderrichtlijnwater (KRW)-lichamen.

Veiligheid en waterkeringen

In het plangebied is een regionale waterkering gelegen. Delen van het plangebied liggen dan ook binnen de kern-/beschermingszone van deze kering. Binnen deze zones gelden beperkingen voor bouwen en aanleggen.

Afvalwaterketen en riolering

Het plangebied is aangesloten op een gemengd rioolstelsel. Het afvalwater van de kern Klaaswaal wordt via een rioolgemaal en rioolpersleiding van het waterschap afgevoerd naar de RWZI Numansdorp.

Oppervlaktewater

Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Dit betekent dat geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen zijn gepland. Binnen de vigerende bestemmingen bestaat wel de mogelijkheid tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al of niet bouwvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen.

Vanwege de consoliderende aard heeft de vaststelling van het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundig systeem ter plaatse.

Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Daartoe gelden ten aanzien van het watersysteem een aantal regels:

  • bij een toename aan verhard oppervlak groter dan 250 m² dient 10% van de toename gecompenseerd te worden in de vorm van nieuw oppervlaktewater;
  • bij grote stedelijke uitbreidingen of herstructureringen geldt dat minstens 10% van het plangebied als oppervlaktewater moet worden ingericht;
  • dempingen van oppervlaktewater dienen volledig gecompenseerd te worden;
  • voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen geldt dat afstromend hemelwater van schone oppervlakken direct kan worden afgevoerd naar het oppervlaktewater (niet aankoppelen);
  • langs hoofdwatergangen bevinden zich beschermingszones (v/h keurstroken) van 5,00m ter weerszijde;
  • bij bouwwerkzaamheden dient gebruik te worden gemaakt van duurzame, niet-uitloogbare bouwmaterialen (dus geen zink, lood, koper, en PAK’s-houdende materialen);
  • algemeen geldt op grond van de Keur dat zonder watervergunning geen werkzaamheden op en nabij oppervlaktewateren mogen worden uitgevoerd;
  • Alle waterkeringen binnen het plangebied worden beschermd met een dubbel- bestemming 'Waterstaat - Waterkering'. Bestaande watergangen zijn bestemd als 'Water'.

Conclusie

De vaststelling van voorliggende bestemmingsplan heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.