direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Dorp Klaaswaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.dorpklaaswaal-VA01

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale Structuurvisie; Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte

Op basis van de Wro moeten gemeenten, provincies en rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft ervoor gekozen één integrale ruimtelijke structuurvisie voor Zuid-Holland te ontwikkelen. Het uitgangspunt is “lokaal wat kan, provinciaal wat moet”. In de provinciale structuurvisie geeft de provincie aan wat zij als provinciaal belang beschouwt en hoe zij daarop wil gaan sturen.

Provinciale Staten stelden op 2 juli 2010 de provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte (de realisatie van de structuurvisie, zie ook hierna) en de Uitvoeringsagenda definitief vast. Vanaf dat moment gelden de Streekplannen, inclusief eventuele partiële herzieningen, en de Nota Regels voor Ruimte niet langer als vigerend beleids- en toetsingskader. Bij de vaststelling is evenwel geconstateerd dat het voor een aantal onderwerpen en dossiers nog niet mogelijk was een passende oplossing op te nemen. Daarom zijn een eerste (23 februari 2011) en tweede herziening (29 februari 2012) van de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte opgesteld welke werden vastgesteld door Provinciale Staten.

De structuurvisie bevat het ruimtelijk beleid tot 2020 met een doorkijk naar 2040. Het accent ligt op sturing vooraf en sturing op kwaliteit.

De kwaliteitskaart van de provinciale structuurvisie van Zuid-Holland heeft voor het plangebied het volgende relevante beleid:

  • Nationaal landschap Hoeksche Waard. Het plangebied is gelegen in het nationale landschap Hoeksche Waard.

Gebiedsopgaven Hoeksche Waard:

  • Een belangrijke opgave in de delta, waar de Hoeksche Waard onderdeel van uit maakt, is het herstellen van een natuurlijk ecologisch systeem, het herstellen van de estuariene dynamiek en versterking van landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • Onderzocht wordt of het thans verspreid gelegen glas geconcentreerd kan worden in één of twee locaties van totaal circa 50 hectare;
  • In de Hoeksche Waard zijn er recreatieve potenties zoals mogelijkheden voor extensieve en verblijfsrecreatie in het zuiden van de Hoeksche Waard, met name bij Numansdorp.
  • Ontwikkeling van nieuwe recreationele regioparken is mogelijk in gebieden die in de stedelijke invloedssfeer liggen. De noordrand van de Hoeksche Waard is hiervoor aangewezen als zoeklocatie;
  • Een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de verbinding A4-zuid (Hoogvliet - Klaaswaal) is noodzakelijk om de effecten op het landschap van de Hoeksche Waard te minimaliseren en de leefbaarheid niet aan te tasten. De A4-zuid maakt naar verwachting tevens capaciteitsuitbreiding van het wegvak A29 tussen Klaaswaal en Hellegatsplein noodzakelijk. Ook daarvoor geldt dat een zorgvuldige landschappelijke inpassing noodzakelijk is om de effecten op het landschap te minimaliseren en de leefbaarheid niet aan te tasten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0611.dorpklaaswaal-VA01_0002.png"

Figuur 2.1 Functiekaart Provinciale Structuurvisie

Het grootste deel van het plangebied is op de functiekaart van de Provinciale Structuurvisie aangegeven als ‘stads- en dorpsgebied’. Binnen dit gebied is bebouwing op basis van de Structuurvisie zonder meer mogelijk.

Provinciale Verordening Ruimte; ontwikkelen met schaarse ruimte

Om het provinciale ruimtelijke belang, zoals beschreven in de provinciale structuurvisie, te kunnen uitvoeren is, onder meer, de provinciale verordening opgesteld. In de provinciale verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben vastgelegd. De provincie acht de borging hiervan van groot belang.

Tevens zijn de nationale belangen zoals vastgelegd in de AMvB Ruimte ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Tot slot zijn in de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid. Bovendien moet worden voldaan aan de overige wet- en regelgeving.

Intergemeentelijke Structuurvisie Hoeksche Waard

Met de 'Structuurvisie Hoeksche Waard' laat de regio (bestaande uit vijf gemeenten) zien wat haar visie is op de toekomst. In de Structuurvisie wordt een visie gegeven op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de regio tot 2030. Doel is de gelijktijdige versterking van de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en de economische vitaliteit van het Nationaal Landschap Hoeksche Waard. Van 20 oktober tot 1 december 2008 heeft de ontwerpstructuurvisie voor inspraak ter inzage gelegen. Het Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard is in de zomer van 2009 door de gemeenteraden vastgesteld.

Specifiek voor het plangebied zijn de volgende zaken van belang:

  • het (verkeerstechnisch) ontlasten van de bestaande dorpskernen;
  • 'vergroening' van de dorpsrand;
  • wonen in een groene setting.

Dit bestemmingsplan past binnen het beleid zoals geformuleerd in de structuurvisie.

Woonvisie Zuid-Holland 2005 - 2014

Op 26 januari 2005 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de Woonvisie Zuid-Holland 2005 - 2014 "Samenhang en samenspel" vastgesteld.

De woningbehoefte is als gevolg van economische en sociaal maatschappelijke ontwikkelingen (individualisering, gezinsverdunning, vergrijzing) aan verandering onderhevig. Het provinciale beleid is erop gericht voor alle bevolkingsgroepen een voldoende en passend woningaanbod te realiseren. Dit betekent dat in de periode tot 2014 circa 214.000 woningen zullen moeten worden gebouwd om de bevolkingsgroei op te kunnen vangen. Een deel daarvan zal door middel van verdichting en inbreiding moeten worden opgevangen en wel in de centra van steden en dorpen en de bebouwde kom nabij bestaande of nieuw te ontwikkelen stations en haltes van openbaar vervoer. De overige behoefte dient op nieuwe uitleggebieden te worden gerealiseerd.

Dertig procent van de gehele woningbouwproductie dient in de sociale sector te worden gerealiseerd. Daarnaast blijkt een grote behoefte te bestaan aan woningen voor senioren en starters alsook aan woningen in het landelijke dure segment. Tenslotte zal meer differentiatie in de stedelijke woonmilieus plaats moeten vinden.

Woonvisie Hoeksche Waard

Op 16 februari 2010 is de Woonvisie Hoeksche Waard mede vastgesteld door de gemeenteraad van Cromstrijen. Bij woningbouw staan twee begrippen centraal, namelijk kwantiteit en kwaliteit. Kwantiteit moet een antwoord geven op de vraag hoeveel woningen de gemeente in een bepaalde periode bouwt en bij kwaliteit gaat het om de vraag voor welke doelgroepen de gemeente bouwt en welke type woningen daarbij horen en op welke locaties de gemeente deze het beste kan bouwen. Aan deze aspecten geeft een woonvisie richting. De woonvisie is dus het beleidsmatige instrument dat antwoord geeft op de vraag hoe de woningbouw in de toekomst vorm moet krijgen.

Bij het woningbouwprogramma spelen meer de kwantitatieve aspecten een rol. Daarmee levert het de input om het woningbouwbeleid vorm te geven. De gemeenteraad stelde op 16 februari 2010 naast de woonvisie Hoeksche Waard ook het woningbouwprogramma 2010-2020 voor Cromstrijen vast. Beide beleidsstukken vormen het kader voor het lokale volkshuisvestingsbeleid en worden uitgewerkt in concrete programma’s voor de verschillende woonprojecten.