direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Dorp Klaaswaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0611.dorpklaaswaal-VA01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven uit ten hoogste categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 t/m 3': tevens een bedrijfsactiviteit met de SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste de voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten:

aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf - 1   45.2   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 2   5121.0   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 3   52, 519, 527   2  

  • c. bedrijfswoningen tot een maximum van één woning per bedrijf;
  • d. aan de bedrijfsvoering ondergeschikte detailhandel en kantoren;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten': is geen bedrijfswoning toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'nutsbedrijf': uitsluitend een nutsbedrijf;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend een nutsvoorziening;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt aan één zijde ten minste 3 m, en de afstand aan de andere zijde ten minste 1 m, tenzij de gebouwen daar in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd;
  • d. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m.
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen op gronden voor de naar de weg gekeerde gevel bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 5 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • e. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan.

4.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.2.1 onder a en b indien dit voor een meer doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk blijkt en de bereikbaarheid in geval van calamiteiten in voldoende mate kan worden gewaarborgd.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van 4.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste één categorie hoger dan in 4.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in 4.1 genoemd.

4.5.2 Mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 voor het toestaan van mantelzorg in bestaande aan- / uitbouwen of bijgebouwen bij een bedrijfswoning dan wel het toestaan van extra aan- of uitbouwen of vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met in achtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de noodzaak van mantelzorg dient te worden aangetoond;
  • b. de oppervlakte aan extra gebouwen bedraagt ten hoogste 75 m², mits het perceel dat tot de bedrijfswoning behoort voor 40% onbebouwd blijft en met een bouwhoogte van ten hoogste 3,5 m;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van aanwezige functies en waarden in de omgeving, alsmede van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende erven.

4.5.3 Bed & breakfast

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van bed & breakfast in bestaande bebouwing, onder de voorwaarde dat:

  • a. de hoofdfunctie wonen gehandhaafd blijft;
  • b. ten hoogste 4 kamers zijn toegestaan met een maximum totaaloppervlak van 100 m², waar ten hoogste 10 gasten mogen verblijven;
  • c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woon- en leefklimaat van omwonenden en de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven ontstaan;
  • d. geen sprake is van permanente bewoning.