direct naar inhoud van Regels
Plan: Geluidzone Rivierdijk Sliedrecht
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp91GeluidzoneRd-3001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

Het bestemmingsplan Geluidzone Rivierdijk Sliedrecht met identificatienummer NL.IMRO.0610.bp91GeluidzoneRd-3001 van de gemeente Sliedrecht.

1.2 bestemmingsplan:

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;

1.3 bestemmingsplan 'Woongebied 2016'

Het bestemmingsplan Woongebied 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0610.bp00woongebiedh2-3001 zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Sliedrecht op 26 januari 2016;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 best beschikbare technieken

best beschikbare technieken, als bedoeld in artikel 1.1 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.6 bouwwerk

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.7 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.8 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.9 geluidsgevoelig terrein

terrein, als bedoeld in artikel 1.2 Besluit Geluidhinder (Bgh);

1.10 grenswaarde

de vastgestelde of geldende ten hoogste toelaatbare geluidbelasting, zoals:

  • de toelaatbare geluidbelasting van 50 dB(A) op de buitenste zonegrens;
  • de vastgestelde maximaal toelaatbare grenswaarde op een MTG-punt;
  • de vastgestelde hogere waarde voor een woning binnen de zone;
  • de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) voor de overige woningen binnen de zone;
1.11 geluidsgevoelige gebouwen

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;

1.12 hoofdgebouw

een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.13 hogere (grens)waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;

1.14 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.15 wonen

het houden van verblijf, het huren en tevens (laten) bewonen van kamers of het gehuisvest zijn in een huis/woning, evenwel met uitzondering van bijzondere woonvormen;

1.16 (zone)toetspunt

een beoordelingspunt (tevens immissiepunt in de zin van artikel 2.1 van het reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012) gelegen op of binnen een geluidzone als bedoeld in artikel 40 Wet geluidhinder of een bij besluit vastgestelde maximale of ten hoogste toelaatbare (grens)waarde of hogere toelaatbare geluidbelasting bij of krachtens de Wet geluidhinder.

Hoofdstuk 2 Algemene regels

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Overig

3.1 Toepassingsbereik

De bepalingen in de regels van dit bestemmingsplan zijn van toepassing op het bestemmingsplan 'Woongebied 2016' met identificatienummer NL.IMRO.0610.bp00woongebiedh2-3001 en de overige gronden waar dit bestemmingsplan op van toepassing is.

3.2 Algemeen

De in dit bestemmingsplan opgenomen begrippen en regels gelden in aanvulling op ofwel vervangen gedeeltelijk de regels van het 'bestemmingsplan 'Woongebied 2016'', waarbij geldt dat indien de regels van het onderhavige bestemmingsplan strijdig zijn met regels van het 'bestemmingsplan 'Woongebied 2016', de regels van het onderhavige bestemmingsplan gelden boven de betreffende regels waarmee sprake is van strijdigheid. De overige regels van het 'bestemmingsplan 'Woongebied 2016'' blijven ongewijzigd van kracht.

Artikel 4 Algemene aanduidingsregels

4.1 geluidzone - industrie - Rivierdijk West/Rivierdijk Oost
4.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van waarde - geluidzone watertorenterrein' en 'specifieke vorm van waarde - geluidzone woongebied' zijn mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de geluidsbelasting van de industrieterreinen.

4.1.2 Bouwregels
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - geluidzone woongebied' mogen - in afwijking van het bepaalde bij de onderliggende bestemming(en) als vermeld in het bestemmingsplan 'Woongebied 2016` - geen nieuwe woningen en of andere nieuwe geluidgevoelige gebouwen worden gebouwd.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - geluidzone watertorenterrein' mogen geen nieuwe woningen en/of andere nieuwe (geluidgevoelige) hoofdgebouwen worden gebouwd.
4.1.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 4.1.2 onder a. voor het bouwen van nieuwe woningen en/of andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van deze woningen en/of andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

4.1.4 Gebruiksregels
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - geluidzone woongebied' mogen – in afwijking van het bepaalde bij de onderliggende bestemming(en) als vermeld in het bestemmingsplan 'Woongebied 2016'- gronden niet worden gebruikt ten behoeve van nieuwe geluidgevoelige terreinen.
  • b. Ter plaatse van de aanduiding ''specifieke vorm van waarde - geluidzone watertorenterrein'' mogen gronden niet worden gebruikt ten behoeve van nieuwe geluidgevoelige terreinen.

4.1.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - geluidzone woongebied' bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.1.4 onder a. voor het gebruik van gronden ten behoeve van nieuwe geluidgevoelige terreinen overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de betreffende terreinen niet hoger is dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen en afwijkt van het plan, mag, mits;
    • 1. deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 2. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 3. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Geluidzone Rivierdijk Sliedrecht van de gemeente Sliedrecht.