Plan: | Rivierdijk 182 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0610.bp22rivierdijk182-3001 |
Samenvatting
Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek zoals opgenomen in bijlage 4.
Huidige situatie
Het plangebied bestaat uit bebouwing en tuin met opgaande beplanting.
Beoogde ontwikkelingen
In het plangebied vindt sloop-nieuwbouw plaats. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
Resultaten onderzoek
Gebiedsbescherming
Het plangebied ligt op vrij korte afstand van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) en het Natura 2000-gebied De Biesbosch. De ingreep in het plangebied zal geen effect hebben op de natte natuurwaarden in de beschermde gebieden. Verstoring van overige natuurwaarden kan eveneens worden uitgesloten, aangezien het een kleinschalige en tijdelijke verstoring (tijdens sloop en bouw) betreft en de locatie aan de rand van het stedelijk gebied ligt.
De Natuurbeschermingswet en het beleid van de provincie staan de uitvoering van het plan dan ook niet in de weg.
Soortenbescherming
Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van ontheffing op grond van de Flora- en faunawet nodig zal zijn en of het reëel is te verwachten dat deze zal worden verleend.
Het bestemmingsplan voorziet in sloop-nieuwbouw. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden.
In het plangebied komen de volgende beschermde soorten voor:
Vrijstellings- regeling Flora- en faunawet | Tabel 1 | mol, egel en veldmuis bruine kikker, gewone pad en de middelste groene kikker |
|
Ontheffings- regeling Flora- en faunawet |
Tabel 2 | Geen | |
Tabel 3 | Bijlage 1 AMvB | Geen | |
Bijlage IV HR | Geen | ||
Vogels | Cat. 1 t/m 4 | Geen | |
Cat. 5 | Geen |
Conclusie
Er zal geen ontheffing nodig zijn voor de tabel 1 soorten van de Flora- en faunawet waarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geldt. De aantasting en verstoring van vogels dient te worden voorkomen door werkzaamheden buiten het broedseizoen (broedseizoen is globaal van 15 maart tot en met 15 juli) te laten starten. Zwaarder beschermde soorten als vleermuizen en broedvogels met vaste nesten worden niet verwacht in het plangebied. De Flora- en faunawet staat de uitvoering van dit bestemmingsplan dan ook niet in de weg.