direct naar inhoud van Toelichting
Plan: 1e herziening Het Plaatje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0610.bp13hetplaatjeh1-3001

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het bestemmingsplan Het Plaatje is op 28 juni 2012 vastgesteld. In het bestemmingsplan is een regeling opgenomen ten behoeve van het geluidgezoneerd industrieterrein en de geluidruimteverdeling. Na de vaststelling van het bestemmingsplan Het Plaatje is het bestemmingsplan Molendijk-Industrieweg vastgesteld. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het terrein dat ten noorden en ten oosten van het terrein van Het Plaatje is gelegen. In dat bestemmingsplan is een zelfde soort regeling opgenomen ten aanzien van het gebruik van de aanwezige geluidruimte als in het bestemmingsplan Het Plaatje. In de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan Molendijk- Industrieweg is geconcludeerd dat de wijze waarop de verdeling van de geluidruimte in het bestemmingsplan is geregeld, onvoldoende rechtszeker is. De gemeente zal voor dat bestemmingsplan middels een bestuurlijke lus het bestemmingsplan Molendijk-Industrieweg opnieuw vaststellen met een andere, beter controleerbare regeling ten aanzien van de geluidruimte.

De gemeente vindt het noodzakelijk dat de verdeling van de geluidruimte in beide plannen op eenzelfde wijze wordt geregeld, immers het betreft één gezoneerd industrieterrein. Met deze herziening van bestemmingsplan Het Plaatje wordt de geluidruimteverdeling in beide bestemmingsplannen op dezelfde wijze geregeld.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied bestaat uit het buitendijks gelegen industrieterrein Het Plaatje inclusief de haven en een deel van de rivier en beslaat ongeveer 15 ha. Het terrein ligt op de noordelijke oever van de Beneden Merwede in het zuiden van Sliedrecht. In het oosten is het plangebied begrensd door het bedrijventerrein Kerkerak. De noordelijke grens wordt gevormd door de waterkering en de daaraan liggende bebouwing. De Beneden Merwede vormt de zuidelijke grens van het plangebied, tevens gemeentegrens. De westelijke zijde volgt de grens van de geluidzone.

Figuur 1.1 geeft de ligging en begrenzing van het plangebied aan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0610.bp13hetplaatjeh1-3001_0001.jpg"

figuur 1.1 Ligging plangebied

1.3 Vigerende bestemmingsplan

Ter plaatse van het plangebied vigeert momenteel het bestemmingsplan Het Plaatje dit bestemmingsplan is op 28 juni 2012 vastgesteld door de gemeenteraad.

1.4 Planvorm

De herziening past de vigerende regeling op enkele onderdelen aan . Uit de regels en verbeelding blijkt op welke punten het bestemmingsplan is aangepast. In de herziening zijn dan ook geen complete bestemmingen weergegeven, alleen de wijzigingen zijn beschreven. Voor de volledige regeling wordt verwezen naar het reeds inwerking zijnde bestemmingsplan Het Plaatje.

1.5 Planproces

Gezien de beperkte wijzigingen die de herziening voorstaat, zoals zijn beschreven in Hoofdstuk 2 wordt geen inspraakprocedure gevolgd in het kader van een voorontwerpbestemmingsplan. Wel heeft het ontwerpbestemmingsplan gedurende 6 weken ter visie. Hierbij is een ieder in de gelegenheid gesteld zienswijzen in te dienen.

1.6 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 worden de aanpassingen die de herziening tot doel heeft beschreven. In hoofdstuk 3 wordt een toelichting gegeven op de regeling. Hoofdstuk 4 gaat tenslotte in op de uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Achtergronden

2.1 Inleiding

Deze herziening heeft als enige doel de bestaande akoestische situatie op een gelijkwaardige wijze te regelen als in het naastgelegen bestemmingsplan Molendijk-Industrieweg. In Hoofdstuk 3 is nader ingegaan op de wijzigingen in het bestemmingsplan Het Plaatje en hoe de akoestische situatie is vastgelegd in deze herziening.

2.2 Geluidruimteverdeling

Het doel van de herziening is het vastleggen van de beschikbare geluidruimte op het bedrijventerrein en de doelmatige verdeling hiervan. Ten behoeve van de verdeling van de beschikbare geluidruimte is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in paragraaf 2.5. Op basis van het onderzoek is de beschikbare geluidruimte toegedeeld aan de gronden. Hiervoor is het bedrijventerrein onderverdeeld in verschillende akoestische gebiedseenheden.

2.3 Beleidsaspecten

Voor de beschrijving van het rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid wordt verwezen naar het vigerend bestemmingsplan Het Plaatje. De wijzigingen die worden voorgestaan met deze herziening zijn niet van dusdanige aard dat deze wijzigingen leiden tot een wezenlijk ander plan. De herziening past binnen de reeds in het vigerend bestemmingsplan beschreven beleidsdocumenten.

2.4 Sectorale aspecten

In het kader van het vigerend bestemmingsplan Het Plaatje is voor alle sectorale aspecten uitgebreid beschreven wat de huidige situatie is. Deze beschrijving wordt ook voor deze herziening nog actueel geacht. De wijzigingen die deze herziening voorstaat ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan zijn niet van dergelijke aard dat deze wijzigingen leiden tot andere conclusies dan reeds in het vigerend bestemmingsplan zijn opgenomen. De herziening past binnen de huidige sectorale wet- en regelgeving.

2.5 Industrielawaai

Beleid en normstelling

Volgens de Wet geluidhinder dienen alle industrie- en bedrijventerreinen, waarop inrichtingen zijn of kunnen worden gevestigd die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, gezoneerd te zijn. Bedoelde inrichtingen – ook wel 'A-inrichtingen' genoemd – worden nader genoemd in het Besluit omgevingsrecht. Rondom deze industrieterreinen dient een geluidzone te worden vastgesteld en vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten deze zone mag de geluidbelasting als gevolg van het industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen.

Bij het mogelijk maken van nieuwe geluidgevoelige functies dient rekening te worden gehouden met de zonering van industrielawaai. Nieuwe geluidgevoelige functies (zoals woningen) binnen de zonegrens zijn niet zonder meer toegestaan. Indien er binnen de 50 dB(A)-contour, de zonegrens van het industrieterrein, geluidgevoelige functies (bijvoorbeeld woningen) mogelijk worden gemaakt, geldt een onderzoeksplicht. Wanneer er voor een locatie binnen de zone industrielawaai wordt aangetoond dat de geluidbelasting onder de 50 dB(A) ligt, is de bouw van geluidgevoelige functies op die locatie toegestaan. Bij een geluidbelasting van meer dan 50 dB(A) kan door burgemeester en wethouders een hogere grenswaarde worden vastgesteld tot maximaal 55 dB(A).

Bij de realisatie van een gezoneerd industrieterrein dient uiteraard ook rekening gehouden te worden met de (geluidbelasting op de) omliggende woningen.

Onderzoek 

Industrieterrein Het Plaatje

Het plangebied bevat het buitendijks gelegen industrieterrein Het Plaatje dat onderdeel is van het industrieterrein Molendijk – Industrieweg. De begrenzing van het gezoneerde terrein en de geluidzone (voor zover gelegen binnen het plangebied) zijn reeds vastgelegd in het bestemmingsplan Het Plaatje. De rest van het gezoneerd terrein ligt ten oosten en noorden van het plangebied en is als gezoneerd terrein bestemd in bestemmingsplan Molendijk - Industrieweg.

Voor een duurzame invulling en een optimaal gebruik van het terrein is het noodzakelijk om zorgvuldig met het uitgeven van geluidruimte om te gaan. Het aspect industrielawaai wordt gereguleerd via de Wet geluidhinder en vastgelegd in dit bestemmingsplan.

Geluidruimteverdeling 

Bij wijziging van bedrijfsactiviteiten of nieuwvestiging wordt getoetst of hiervoor geluidruimte is. Dit zogenaamde zonebeheer is door de gemeente Sliedrecht in het verleden vastgelegd in een zonebeheerplan. Het zonebeheerplan werd gebruikt als toetsings- en sturingsinstrument voor geluidruimteverdeling.

In het vigerend bestemmingsplan was in de regels als voorwaarde voor de vestiging van bedrijven opgenomen dat deze passen binnen de toegekende geluidruimte op grond van het geluidverdeelplan dat onderdeel is van het zonebeheerplan. De Afdeling acht deze wijze van verwijzing naar een zonebeheerplan en geluidverdeelplan onvoldoende rechtszeker. Daarom is er nu voor gekozen de geluidruimte direct vast te leggen op de verbeelding en in de regels. Hiervan heeft de Afdeling al eerder geoordeeld dat dit mogelijk is.

Voor het industrieterrein heeft de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid een Akoestische onderzoek 'Geluidverkaveling Industrieterrein Molendijk-Industrieweg' Sliedrecht opgesteld (zie bijlage 1). Dit akoestisch onderzoek gaat uit van de geluidverdeling zoals deze is opgenomen in het zonebeheerplan voor industrieterrein Molendijk-Industrieweg van februari 2012, en het bijbehorend zonebeheermodel “Resmodel IT MI 05-02-2014”.

In deze herziening wordt geluidverkaveling toegepast om de geluidruimte te verdelen van de bedrijven op het gezoneerd industrieterrein. Geluidruimte wordt in het bestemmingsplan toegekend aan zogenaamde akoestische gebiedseenheden (hierna: AGE's ). De geluidruimte wordt per AGE uitgedrukt in geluidproductie (emissie) en/of geluidbelasting (immissie) en vastgelegd op de verbeelding en in de regels (zie hiervoor ook paragraaf 3.2 aanpassing in de regels.

Een AGE bestaat uit het perceel of de percelen met bijbehorend oppervlak in m2 waarop het bedrijf (of de bedrijven bijvoorbeeld in geval van een bedrijfsverzamelgebouw) zijn vergunde activiteiten uitoefent. Bij dit industrieterrein is tevens sprake van vergunde geluidbronnen op het water. De geluidbronnen op het water zijn in het akoestisch rapport toegerekend aan een AGE (het water zelf behoort niet tot de AGE). Op het gezoneerde industrieterrein bevinden zich tevens bedrijfswoningen, die in het bestemmingsplan tevens een bedrijfsbestemming hebben (milieucategorie 2). Voor deze percelen is daarom ook geluidruimte opgenomen voor het geval het gebruik verandert van bedrijfswoning naar bedrijf. Zie voor de exacte informatie over de AGE's ook hoofdstuk 3 van het akoestisch onderzoek.

Op basis van de akoestische informatie en de begrenzing van de AGE's is vervolgens de geluidemissie per AGE berekend. Dit is de geluidruimte in dB(A)/m2 voor de dagperiode, dB(A)/m2 voor de avondperiode en dB(A)/m2 voor de nachtperiode. Deze geluidemissie voor de dag-, avond- en nachtperiode is zichtbaar vastgelegd op de verbeelding. De regels bepalen dat overschrijding van de geluidemissie in strijd is met de gebruiksregels uit het bestemmingsplan. Een hogere geluidemissie is echter wel rechtstreeks toegestaan als dit geen effect heeft op de toetspunten van de geluidzone.

Daarnaast geldt per AGE een geluidimmissie, dit zijn toetswaarden op één of meer zonebewakingspunten van de geluidzone of bewakingspunten op woningen waarvoor in het verleden hogere waarden zijn vastgesteld. Uit het onderzoek blijkt dat een immissiebijdrage op één of meer toetspunten van 24 dB(A) etmaalwaarde of minder geen relevante bijdrage heeft op de totale geluidbelasting. Dit betekent dat voor een AGE die niet meer dan 24 dB(A) etmaalwaarde op een toetspunt veroorzaakt geen immissievoorwaarde in de planregels is opgenomen (geen immissievoorwaarde in de bijlage bij de regels). Ook voor percelen waar momenteel bedrijfswoningen zijn gevestigd, gelden geen immissievoorwaarden.

De toetspunten liggen niet altijd binnen de grens van dit bestemmingsplan. Daarom is gekozen voor een regeling waarbij deze waarden en toetspunten zijn opgenomen in een bijlage bij de regels.

Zie voor een juridische toelichting op de regeling paragraaf 3.2 van deze toelichting.

Hiermee is via het bestemmingsplan de geluidruimte op het bedrijventerrein verdeeld. Wijzigingen in de geluidruimteverdeling zijn mogelijk via een wijzigingsbevoegdheid. Hiermee is het risico dat met één enkele geluidruimteclaim een onevenredig beslag wordt gelegd op de gereserveerde ruimte binnen de geluidzone weggenomen, maar biedt het bestemmingsplan voldoende flexibiliteit om tot een andere geluidruimteverdeling te komen.

De wijzigingsbevoegdheid ligt bij het college van burgemeester en wethouders. De procedure van een wijzigingsplan is de uniforme voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht. Het ontwerpwijzigingsplan gaat 6 weken ter inzage. Burgemeester en wethouders dienen binnen 8 weken na afloop van de ter inzage legging een besluit te nemen. Deze procedure kan eventueel parallel lopen aan de procedure voor wijziging van de omgevingsvergunning milieu.

Conclusie

Door het vaststellen van de geluidemissie per m2 per AGE en een geluidimmissie per AGE in dit bestemmingsplan is met in achtneming van de wettelijke grenswaarden en de vergunde situatie bij de bedrijven optimaal gewaarborgd dat ter plaatse van woningen sprake is van een akoestisch aanvaardbaar klimaat vanwege industrielawaai.

Hoofdstuk 3 Inhoud van de herziening

3.1 Inleiding

Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling op het bestemmingsplan Molendijk-Industrieweg is de akoestische situatie van de aan elkaar grenzende bedrijventerreinen in zijn geheel beschouwd. In het bestemmingsplan Molendijk-Industrieweg is een gelijkluidende regeling opgenomen voor de geluidruimteverdeling.

3.2 Aanpassing in de regels

In de regels is opgenomen dat de regels van het bestemmingsplan Het Plaatje overeenkomstig van toepassing zijn. Deze regels worden op de volgende punten gewijzigd. Een integrale versie van de regels is opgenomen in Bijlage 2 van de toelichting.

Begrippen

In de begrippen worden een aantal relevante begrippen toegevoegd, die verband houden met de nieuwe regeling.

Bedrijf - 1

Binnen de gehele bestemming 'Bedrijf - 1' zijn geluidhinderlijke activiteiten toegestaan. In de regels van het bestemmingsplan is voor elk bedrijf een akoestische gebiedseenheid bepaald. Deze gebiedseenheid komt overeen met de inrichtingsgrenzen van het bedrijf. Per gebiedseenheid is op basis van het akoestisch rapport de maximale geluidemissie voor de dag-, avond en nachtperiode bepaald in dB(A)/m2 . In het bestemmingsplan zijn deze maximale geluidemissies opgenomen op de verbeelding. Deze zijn in aparte aanduidingen weergegeven. In de regels is bepaald dat de geluidemissie per gebiedseenheid niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is weergegeven.

Daarnaast is in de bijlage bij de regels opgenomen dat de geluidimmissie per gebiedseenheid

op de bijbehorende GPP-punten niet meer mag bedragen dan in de tabel uit Bijlage 1 van de regels.

Bijzondere positie nemen twee percelen in waarvan de akoestische gebiedseenheid zowel in het bestemmingsplan Het Plaatje is gelegen als in het bestemmingsplan Molendijk-Industrieweg. In de planregels is een verwijzing naar het bestemmingsplan Molendijk-Industrieweg opgenomen.

Water

In de regels van water worden de specifieke gebruiksregels die gaan over het zonebeheerplan uit het vigerende bestemmingsplan Het Plaatje geschrapt.

3.3 Aanpassing op de verbeelding

Op de verbeelding worden op de bedrijfskavels een nieuwe aanduiding gelegd: 'specifieke vorm van bedrijf - akoestische gebiedseenheid'. Binnen Het Plaatje zijn meerdere akoestische gebiedseenheden gelegen. In principe heeft elk bedrijfskavel zijn eigen akoestische gebiedseenheid.

Per gebiedseenheid is daarnaast op de verbeelding het maximale emissie-kental opgenomen voor de dag-, avond en nachtperiode.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

4.1 Economische uitvoerbaarheid

De inhoud van deze herziening noodzaakt niet tot onderzoek inzake de economische uitvoerbaarheid of het opstellen van een exploitatieplan.

4.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Gegeven de beperkte inhoud van deze herziening heeft de gemeente besloten af te zien van inspraak en overleg en direct over te gaan tot het opstellen van een ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende een periode van 6 weken ter inzage gelegen. In deze periode worden belanghebbenden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze kenbaar te maken.