direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: Schoonhoven-Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0608.BP1040SchoonhovenO-OH01

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. geluidwerende voorzieningen;
  • d. fiets- en voetpaden;
  • e. ter plaatse van de functie aanduiding 'speelvoorziening', tevens speelplekken;
  • f. ter plaatse van de functie aanduiding “nutsvoorziening”, tevens een nutsvoorziening met een maximale oppervlakte van 25 m²;
  • g. ter plaatse van de functie aanduiding ' parkeerterrein', tevens parkeerplaatsen, andere verhardingen en showruimte ten behoeve van een autoverkoopbedrijf.

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 8 m;
  • d. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 5 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 3 m;

6.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning, nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmeting van bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van:
    • 1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de ruimtelijke of landschappelijke inpassing;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de sociale veiligheid;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
  • b. werken ten behoeve van nutsvoorzieningen.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming wordt in elk geval gerekend:

  • a. het storten van puin en afvalstoffen, tenzij dit ter realiseren en / of handhaving van de bestemming dient;
  • b. opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vasten, kisten bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan, tenzij dit ter realisering en / of handhaving van de bestemming dient;
  • c. opslag van gebruiksklare of onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken voor bewoning.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

6.5.1. Het bevoegd gezag kan, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 2' wijzigen door de bestemming 'Groen', als bedoeld in lid 6.1, te wijzigen in de bestemming 'Wonen', waarbij de volgende bepalingen gelden:

  • a. bij functiewijziging moet worden aangetoond dat kan worden voldaan aan de milieutechnische vereisten, zoals bijvoorbeeld de bodemkwaliteit, flora- en fauna, geluid en externe veiligheid;
  • b. er mogen ten hoogste 2 grondgebonden woningen worden gerealiseerd;
  • c. de maximale bouwhoogte mag ten hoogste 9 meter bedragen;
  • d. de functiewijziging mag uitsluitend worden toegepast indien de ontwikkeling past binnen het gemeentelijk en provinciaal volkshuisvestingsbeleid.

6.5.2 Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging, als bedoeld in lid 6.5.1, is de afdeling 3.4 van de in de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.