Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Zilverstad
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0608.201240BPZilverstad-VG01

4.5 Archeologie

In 1992 is in Valletta (Malta) het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Malta) ondertekend. Het Verdrag van Malta voorziet in bescherming van het Europees archeologisch erfgoed onder meer door de risico's op aantasting van dit erfgoed te beperken. Deze bescherming is in Nederland wettelijk verankerd in de Monumentenwet. Op basis van deze wet zijn mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. In het kader van een goede ruimtelijke ordening in relatie tot de Monumentenwet kan vooronderzoek naar mogelijke waarden nodig zijn zodat waar nodig die waarden veiliggesteld kunnen worden en/of het initiatief aangepast kan worden.
 
Planspecifiek
In februari 2012 heeft de gemeenteraad van Schoonhoven haar archeologische waarden- en verwachtingskaart vastgesteld. De kaart heeft betrekking op het gehele grondgebied van de gemeente. De archeologische waarden- en verwachtingskaart is een kaart waarop bekende en vermoedelijke archeologische vindplaatsen en terreinen staan weergegeven. De kaart vormt een instrument voor het omgaan met archeologische waarden in ruimtelijke planvorming.De gemeente dient bij het vaststellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige en te verwachten archeologische waarden.
 
Uitsnede archeologische waardenkaart
 
Het plangebied is deels gelegen in een gebied waarvoor bij een verstoring groter dan 5.000m2 en dieper dan 1,5 meter en bij een verstoring groter dan 10.000 m2 en dieper dan 0,3 meter aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Het plangebied is circa 16.000 m2 groot. In de nieuwe situatie is circa 5.700 m2 bebouwd dan wel verhard.
 
Na overleg met de gemeente Schoonhoven is ervoor gekozen een verkennend archeologisch onderzoek uit te voeren. Door de Steekproef is dit onderzoek uitgevoerd. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de natuurlijke afzettingen in het plangebied bestaan uit matig veraard veen dat van oorsprong bedekt was met komklei. Van deze komklei is alleen op het centrale deel van het plangebied nog de onderste laag aangetroffen. De komklei is waarschijnlijk verloren gegaan bij het bouwrijp maken van het plangebied in de twintigste eeuw waarbij een anderhalf tot tweeënhalf meter dik zandpakket is opgebracht.
 
Overal in het plangebied loopt het veen ononderbroken door tot een diepte van 3,4 tot 4,0 meter beneden NAP. Hieronder bevond zich zwak zandige, ongeoxideerde en ongerijpte klei die waarschijnlijk tot de afzettingen van de stroomgordels van Schoonhoven en/of Cabauw behoort. Deze afzettingen zijn dermate slap en ongerijpt dat ze nooit geschikt zijn geweest voor bewoning. Nergens in het plangebied zijn relevante archeologische indicatoren aangetroffen.
 
In verband hiermee alsmede door het ontbreken van stroomgordelafzettingen die in het verleden bewoonbaar waren, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding tot het adviseren van beschermende en/of beperkende maatregelen of archeologisch vervolgonderzoek. Het volledige onderzoek is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd.