Externe veiligheid gaat over de beheersing van activiteiten met gevaarlijke stoffen. Die activiteiten kunnen bestaan uit het opslaan, verwerken of transporteren van gevaarlijke stoffen. Deze activiteiten kunnen een risico veroorzaken voor de leefomgeving. Daarnaast worden de risico's van het opstijgen en landen op vliegvelden ook onder het thema externe veiligheid gevangen. De risico's worden uitgedrukt in twee risicomaten; het plaatsgebonden risico (hierna: PR) en het groepsrisico (hierna: GR).
Voor de beoordeling van een ruimtelijk plan moet voor externe veiligheid worden vastgesteld of dit plan is gelegen binnen het invloedsgebied van een inrichting die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Daarnaast wordt gekeken of het plan ligt binnen het invloedsgebied van de transportroute (weg, spoor, water of buisleiding) waarover gevaarlijke stoffen (o.a. LPG en benzine) worden vervoerd.
Ter voorbereiding van de planlocatie Zilverstad is door de Omgevingsdienst Midden-Holland onderzocht of er risicobronnen binnen of nabij het plangebied zijn gelegen die hierop van invloed zijn. Mogelijke risicobronnen zijn inrichtingen, waar activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden of transportmodaliteiten bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals (spoor-, vaar-)wegen en buisleidingen.
Inrichtingen
Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen inrichtingen gelegen die in het kader van externe veiligheid mogelijk van invloed zijn op het plangebied.
Transport over de weg
Het plangebied is direct aan de N210 gelegen. Over de N210 worden gevaarlijke stoffen getransporteerd. Door Royal Haskoning DHV is een onderzoek gedaan naar het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Dit onderzoek is als bijlage opgenomen bij dit bestemmingsplan.
Transport over het spoor
In de omgeving van het plangebied zijn geen spoorwegen gelegen.
Transport over het water
Ten zuiden van het plangebied, op ruim 800 meter is de rivier De Lek gelegen. Over deze vaarweg worden gevaarlijke stoffen vervoerd, maar gezien de afstand zijn er geen beperkingen voor de ontwikkelingen in het plangebied wat betreft externe veiligheid.
Transport per buisleiding
Binnen of in de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen buisleidingen die in het kader van externe veiligheid relevant zijn voor het plangebied.
Planspecifiek
In de directe nabijheid van het plangebied zijn geen inrichtingen, spoorwegen, vaarwegen of buisleidingen gelegen die in het kader van externe veiligheid een beperking vormen. Wel is het plangebied direct gelegen aan de provinciale weg N210 waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
De toename van het groepsrisico is door Royal Haskoning DHV in beeld gebracht. Deze toename bedraagt 0,002. Het groepsrisico blijft onder oriëntatiewaarde van 1 en bedraagt in de nieuwe situatie 0,023. Voor de beperkte toename van het groepsrisico is een verantwoording van het groepsrisico opgesteld. Deze verantwoording is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd.
In de verantwoording zijn 3 maatregelen ter beperking van het groepsrisico opgenomen:
- de gebouwen zullen voorzien worden van uitschakelbare ventilatie, zodat toxisch gas niet naar binnen wordt gezogen;
- bereikbaarheid en bluswatervoorzieningen worden uitgevoerd volgens de praktijkrichtlijnen van de Regionale Brandweer Hollands Midden;
- in het ontruimingsplan zal rekening gehouden worden met een incident op de N210 ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen.
In het kader van maatregel 2 dient de toerit minimaal 5,5 meter breed te zijn. Op het eind van deze weg dient een keerlus gemaakt te worden. De verbreding en de keerlus zijn realiseerbaar binnen de opgenomen verkeersbestemming. De Veiligheidsregio Hollands Midden heeft aangegeven geen op- en aanmerkingen op de verantwoording te hebben.