direct naar inhoud van Regels
Plan: Volkstuinencomplex Tot Ons Genoegen
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0603.wpVolkstuinenTOG-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Van toepassing verklaring

Op dit wijzigingsplan zijn de regels van het bestemmingsplan "Eikelenburg", vastgesteld op 30 juni 2011 door de gemeenteraad van Rijswijk, van toepassing, voor zover in de regels van dit wijzigingsplan niet anders is bepaald en met dien verstande dat in geval van discrepantie tussen de regels van het bestemmingsplan "Eikelenburg" en het wijzigingsplan, de regels van het wijzigingsplan van toepassing zijn.

Artikel 2 Aanvullende begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

2.1 plan:

het bestemmingsplan "Eikelenburg", wijzigingsplan "Volkstuinencomplex Tot Ons Genoegen" met identificatienummer NL.IMRO.0603.wpVolkstuinenTOG-VA01 van de gemeente Rijswijk.

2.2 uitwerkingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Recreatie - Volkstuin

3.1 Bestemmingsomschrijving

De als 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een volkstuinencomplex;
  • b. ondersteunende horeca;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'langzaam verkeer': in ieder geval een langzaam verkeersverbinding;

met daarbij behorende:

  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. bouwwerken, zoals een kassen, bergingen;
  • g. groenvoorzieningen en nutsvoorzieningen;
  • h. waterlopen en waterhuishoudkundige voorzieningen.

3.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. binnen de aangeduide bouwvlakken mogen een verenigingsruimte en een gezamenlijke bergruimte worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • c. het bebouwingspercentage per bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven;
  • d. per volkstuin mag ten hoogste 1 gebouw worden gebouwd met een maximale goothoogte van 2,5 m en een maximale oppervlakte van 16% van de volkstuin met een maximum van 24 m²;
  • e. per volkstuin is ten hoogste 1 plantenkas toegestaan met een maximum bouwhoogte van 2,5 m en een maximale oppervlakte van 16% van de volkstuin met een maximum van 24 m²; in plaats van een plantenkas is tevens ten hoogste 1 berging toegestaan met een maximum bouwhoogte van 2,5 m en een maximum oppervlakte van 6 m2;
  • f. de gebouwen mogen uitsluitend worden afgedekt met een kap, waarvan de dakhelling tenminste 25° en ten hoogste 60° mag bedragen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 2 m voor terreinafscheidingen;
    • 2. maximaal 7 m voor palen en masten;
    • 3. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van het bepaalde in 3.2 voor het bouwen van een verenigingsgebouw en werkplaats buiten de aangeduide bouwvlakken, met dien verstande dat de overschrijding van de bouwvlakken tot ten hoogste 10% van de oppervlakte van de bouwvlakken mag plaatsvinden.

3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Het is niet toegestaan om de gronden met de bestemming 'Recreatie - Volkstuin' te gebruiken voor permanente bewoning.

3.4.2 Parkeren

Parkeren dient in zijn geheel opgelost te worden binnen het bestemmingsvlak, waarbij voldaan dient te worden aan de geldende gemeentelijke parkeernota.

Artikel 4 Waarde - Archeologie

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aanwezige archeologische waarden van de gronden.

4.1.2 Prioriteitenstelling

Indien er strijd ontstaat tussen het bepaalde in de bestemming 'Waarde - Archeologie' en het bepaalde in de overige daar voorkomende bestemmingen, prevaleert het bepaalde in de bestemming 'Waarde - Archeologie'.

4.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden mag worden gebouwd volgens de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits de aanvrager van een reguliere omgevingsvergunning voor een of meerdere bouwwerken, die grondbewerkingen van meer dan - 2,6 m NAP tot gevolg hebben, een rapport overlegt, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag kan worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld.

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 voor het bouwen krachtens andere daar voorkomende bestemmingen, mits de archeologische waarden niet worden geschaad. Alvorens de omgevingsvergunning (voor het bouwen) te kunnen verlenen, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning aan burgemeester en wethouders hieromtrent een schriftelijk advies van een archeologisch deskundige en/of de gemeentelijke archeoloog te overleggen.

4.3.2 Voorwaarden aan een te verlenen omgevingsvergunning voor het bouwen

Aan een omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen de volgende regels worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
  • b. de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een door de gemeente aan te wijzen deskundige op archeologisch gebied.
4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
4.4.1 Verbod zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • c. het rooien van hoogopgaande en/of diepwortelende beplantingen en bomen;
  • d. het aanleggen van kabels en leidingen, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een andere wijze ingraven dan wel indrijven van voorwerpen in de bodem;
  • f. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
  • g. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
4.4.2 Uitzonderingen op het verbod

Het verbod van lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden:

  • a. tussen maaiveld en - 2,60 m NAP worden uitgevoerd;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. die normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • d. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
4.4.3 Adviesprocedure

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in lid 4.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige en/of de gemeentelijk archeoloog omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de archeologie niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.

Hoofdstuk 3 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 5 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Volkstuinencomplex Tot Ons Genoegen'.