Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a 'H2 Conversiepark 2' |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.TAM901H2Conversie-on01 |
Preambule
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie van het H2 Conversiepark 2 en is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22a) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Rotterdam. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Rotterdam. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22a' gelezen worden.
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling, zijn van toepassing op dit hoofdstuk;
Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden aanvullend de volgende begripsbepalingen:
Voor de toepassing van dit hoofdstuk geldende de volgende begripsbepalingen:
Het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a 'H2 Conversiepark 2' met identificatienummer NL.IMRO.0599.TAM901H2Conversie- van de gemeente Rotterdam.
Het omgevingsplan van de gemeente Rotterdam.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Het leveren van diensten en producten (met de bijbehorende productie en opslag) ten behoeve van andere bedrijven en activiteiten in het havengebied.
Archeologie Rotterdam of een andere deskundige op het gebied van archeologie.
Een of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een percentage dat aangeeft hoeveel van het oppervlak van een bestemmingsvlak door gebouwen mag worden ingenomen.
Kantoor voor dienstverlening aan en verbonden met de uitoefening van ter plaatse toegelaten bedrijfsactiviteiten.
Een inrichting waarvan de bedrijfsvoering onder welke benaming dan ook is gericht op het ter plaatse tegen betaling bieden van gelegenheid tot elektronische berichtenuitwisseling in de vorm van telefonie of door middel van toegang tot het internet. Een op de openbare weg geplaatste telefooncel wordt hier niet onder begrepen.
Een zone behorende bij een hoogspanningsverbinding, waarin ter bescherming van die verbinding en in het kader van veiligheid voorschriften en beperkingen kunnen gelden.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Het vloeroppervlak van een bouwwerk, inclusief de niet direct voor het hoofddoel bruikbare ruimten (bijvoorbeeld bij een productiebedrijf of winkel, de magazijn-, expeditie-, kantoorruimten). Gebouwde parkeervoorzieningen worden niet tot het b.v.o. gerekend.
Bedrijfsmatig toepassen van (bio)chemische processen op industriële schaal, inclusief de daarbij behorende op- en overslag van grondstoffen en producten.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen. Een belwinkel en een seksinrichting worden hier niet onder begrepen.
Activiteiten gericht op of gelieerd aan expeditie/distributie en bijbehorende be- en verwerking, opslag en assemblage van goederen.
Gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 3, tiende lid, van de Seveso-richtlijn.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Gemeentelijke Gezondheidsdienst Rotterdam-Rijnmond.
Diensten en activiteiten van algemeen belang ten behoeve van het beheer en de exploitatie van de haven, zoals faciliteiten en diensten ten behoeve van de douane, de havenmeester en hulpdiensten.
Een biologisch laboratorium met een biologische veiligheidsklasse 3 of hoger zoals bedoeld in het “Beleidskader hoog-risico biologische laboratoria Rotterdam-Rijnmond”.
Een kabel met een spanningsniveau hoger dan 1.000 volt wisselspanning (effectief) of 1.500 volt gelijkspanning, inclusief bijbehorende mantelbuizen.
Een rekencentrum of datacentrum, als bedoeld in artikel 3.235 van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om een bebouwd vloeroppervlakte van meer dan 10 ha en een elektrisch aansluitvermogen van 70 MW of meer.
Een hyperscale datacentrum omvat ook andere activiteiten die worden verricht op dezelfde locatie en die het hyperscale datacentrum functioneel ondersteunen.
het punt waar de gestuurde boring start dan wel eindigt.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
De bovenkant van het aansluitende, afgewerkte terrein dat een bouwwerk omgeeft, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein het gemiddelde van die bovenkanten wordt aangehouden.
Het Normaal Amsterdams Peil is de referentiehoogte waaraan hoogtemetingen in Nederland worden gerelateerd.
Nieuwvestiging van een hoog-risico biologisch laboratorium of uitbreiding van een bestaand (hoog-risico biologisch) laboratorium met een hoog-risico biologisch laboratorium.
Voorzieningen van openbaar nut zoals nautische voorzieningen (o.a. radarposten en walstroomvoorzieningen), transformatorhuisjes, communicatiemiddelen (o.a. telecommunicatiemasten), gasreduceerstations, gebouwen ten behoeve van persleidingen, voorzieningen ten behoeve van de levering van drink- en/of industriewater, multidisciplinaire faciliteiten voor de (overheids)hulpdiensten en voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling- en opslag.
Indien een bouwwerk aan meer dan één weg wordt gebouwd, is het peil van de hoogstgelegen weg maatgevend.
De voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.
Waterlopen (sloten, singels, vijvers e.d.) ten behoeve van de waterberging, alsmede de aan- en afvoer van oppervlaktewater.
Artikel 1.1 van het Omgevingsbesluit, artikel 1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, artikel 1.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving en artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn van overeenkomstige toepassing op dit omgevingsplan, tenzij hierna van deze artikelen wordt afgeweken.
Bij toepassing van deze regels gelden, in aanvulling op artikel 22.24 van dit omgevingsplan, de volgende meet- en rekenbepalingen:
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van een bouwwerk.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde functies dan wel toegestane gebruiksactiviteiten.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als [Bedrijf - 9].
Op de voor [Bedrijf - 9] aangewezen gronden zijn is uitsluitend het bouwen en gebruiken van de volgende voorzieningen toegestaan:
De volgende activiteiten zijn verboden:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten en het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken.
In aanvulling op de beoordelingsregels uit artikel 22.29 van het omgevingsplan, wordt de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.5, alleen verleend indien in de aanvraag wordt aangetoond dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de 'Beleidsregeling Parkeernormen auto en fiets gemeente Rotterdam 2022' of de rechtsopvolgers daarvan.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als [Verkeer].
Op de voor [Verkeer] aangewezen gronden zijn uitsluitend de volgende activiteiten toegestaan: het aanleggen en gebruiken van:
De doorrijhoogte ter plaatse van bovengrondse verbindingen als bedoeld in artikel 6.2 onder h is minimaal 5 meter.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als [Leiding - Leidingstrook].
Ter plaatse van de gronden aangewezen als [Leiding - Leidingstrook] zijn, behalve voor de daar toegelaten activiteiten, ook de volgende activiteiten toegestaan: de aanleg, het gebruik en de bescherming van een leidingstrook, met daarin buisleidingen, leidingen en kabels, alsmede de hierbij behorende voorzieningen zoals overkluizingen en mofputten.
Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 7.3.1, wordt verleend als:
Voordat de omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 7.3.1 verleend kan worden, wint het bevoegd gezag advies in van de beheerder van de (buis)leidingen/kabels omtrent de beoordeling van de beperkingen en voorschriften ten aanzien van de belangen als bedoeld in artikel 7.3.2 onder a t/m c.
Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding [Leiding - Leidingstrook] zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten uit te voeren:
Het verbod, bedoeld in artikel 7.4.1, geldt niet voor:
De omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 7.4.1, wordt verleend als:
Voordat de omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 7.4.1 verleend kan worden, wint het bevoegd gezag advies in van de beheerder van de (buis)leidingen/kabels omtrent de beoordeling van de beperkingen en voorschriften ten aanzien van de belangen als bedoeld in artikel 7.4.3 onder a t/m c.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als [Leiding - Hoogspanning].
Ter plaatse van de voor [Leiding - Hoogspanning] aangewezen gronden zijn uitsluitende de volgende activiteiten toegestaan:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning bouwactiviteiten te verrichten ter plaatse van de aanduiding [Leiding - Hoogspanning].
Het verbod, bedoeld in artikel 8.3.1, geldt niet voor de volgende activiteiten:
Een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 8.3.1, wordt alleen verleend als de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad.
Voordat de omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 8.3.1 verleend kan worden, wint het bevoegd gezag advies in van de beheerder van de hoogspanningsleiding, ter bescherming van het belang van de hoogspanningsleiding.
Het bevoegd gezag kan naar aanleiding van het advies van de beheerder van de hoogspanningsleiding, ter bescherming van het belang van de hoogspanningsleiding, vergunningvoorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3.1.
Ter plaatse van de in artikel 8.1 bedoelde gronden is het niet toegestaan om zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten uit te voeren:
Het verbod, als bedoeld in artikel 8.4.1, geldt niet voor werken en werkzaamheden gericht op het normale onderhoud en beheer van de gronden aangewezen als [Leiding - Hoogspanning]
De omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 8.4.1, wordt verleend als de uitvoering van de werken dan wel werkzaamheden geen gevaar oplevert voor de ondergrondse leidingen of het goed functioneren daarvan.
Voordat de omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 8.4.1 verleend kan worden, wint het bevoegd gezag advies in van de beheerder van de hoogspanningsleiding, ter bescherming van het belang van de hoogspanningsleiding.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als [Waarde - Archeologie 2].
Op de voor [Waarde - Archeologie 2] aangewezen gronden zijn, zijn behalve de op grond van andere aanwijzingen toegelaten activiteiten, de volgende activiteiten toegestaan: activiteiten gericht op de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende en te verwachten archeologische waarden.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een bouwwerk met een oppervlakte van meer dan 200 m2, dat in de ongeroerde bodem dieper reikt dan 7 meter beneden NAP te bouwen.
Het verbod, bedoeld in artikel 9.3.1, geldt niet voor de volgende activiteiten:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van de activiteiten, als bedoeld in artikel 9.3.1, wordt verleend:
Het bevoegd gezag kan, in het belang van de archeologische monumentenzorg, aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1, de volgende voorschriften verbinden:
Het is verboden om, voor zover sprake is van werken en werkzaamheden die in verticale projectie een oppervlakte van meer dan 200 m2 beslaan en in de ongeroerde bodem dieper reiken dan 7 meter beneden NAP, de volgende activiteiten uit te voeren:
Het verbod, bedoeld in artikel 9.4.1, geldt niet voor de volgende activiteiten:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van de activiteiten, bedoeld in artikel 9.4.1, wordt verleend:
Het bevoegd gezag kan, in het belang van de archeologische monumentenzorg, aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.4.1, de volgende voorschriften verbinden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit TAM-omgevingsplan.