Plan: | MFC Zuidzijde, Rozenburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP2068MFCZdzdeRznb-VA02 |
Beleid en normstelling
In een bestemmingsplan dient rekening te worden gehouden met eventuele milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten en overige milieuhinderlijke activiteiten. Uitgangspunt daarbij is dat bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen milieugevoelige en milieuhinderlijke functies wordt milieuzonering toegepast. Daarvoor wordt gebruikgemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering. In deze publicatie is een lijst opgenomen waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. Voor elke bedrijfsactiviteit is de maximale richtafstand ten opzichte van milieugevoelige functies aangegeven op grond waarvan de categorie-indeling heeft plaats gevonden. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. Voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kortere richtafstanden worden aangehouden. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.
Onderzoek
Het bestemmingsplan maakt geen bedrijfsactiviteiten mogelijk, maar wel overige activiteiten waarop milieuzonering van toepassing is. De woningen in de omgeving van het plangebied zijn gelegen in een gebied waar reeds een verhoogde milieubelasting optreedt, als gevolg van de ligging nabij hoofdinfrastructuur (havenspoorlijn en de A15) en de ligging binnen de geluidszones van het gezoneerde industrieterrein Botlek-Pernis en Europoort-Maasvlakte. Er is daarom vanuit het oogpunt van milieuzonering sprake van een 'gemengd gebied'.
De richtafstand uit de VNG-publicatie 'bedrijven en milieuzonering' (editie 2009) kan aan de hand van dat omgevingstype met één afstandsstap verlaagd, zodat een richtafstand van 30 m van toepassing is. De kortste afstand van de woningen tot het bouwvlak waarbinnen het gebouw moet worden gesitueerd, bedraagt circa 40 m, waarmee aan de richtafstand wordt voldaan.
Wanneer aan de richtafstand wordt voldaan, zoals in dit geval, is het uitvoeren van specifiek onderzoek niet noodzakelijk. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is voor het voorliggende plan echter wel een specifiek, akoestisch, onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is opgenomen in Bijlage 3. Het akoestisch onderzoek is gericht op de belangrijkste geluidsbron in en om het plangebied: wegverkeer. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat als gevolg van de verkeersaantrekkende werking van het multifunctioneel centrum enkel in de avondperiode sprake is van een toename van de geluidsbelasting in Lden op de gevel van de woningen aan de Zuidzijde. De maximale toename bedraagt in de avondperiode 1 dB, wat voor het menselijk gehoor niet waar te nemen valt. Bij een dergelijk beperkte toename is geen sprake van een 'reconstructiesituatie'. Voor de dagperiode en de nachtperiode geldt dat er als gevolg van het extra verkeer van en naar het MFC geen verhoogde geluidbelasting optreedt ten opzichte van de huidige situatie. Het onderzoek bevestigt dat na uitvoering van het bestemmingsplan ter plaatse van de bestaande woningen aan de zuidzijde sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Akoestisch onderzoek Parkeren
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting vanwege de parkeerbewegingen op het beoogde parkeerterrein in het plangebied. De rapportage van dit onderzoek, dat is uitgevoerd door Witteveen & Bos, is opgenomen in Bijlage 4. Het betreft een openbaar parkeerterrein dat parkeergelegenheid biedt aan omwonenden en bezoekers van het MFC. In de huidige situatie is reeds een parkeerterrein aanwezig. Omdat het een openbaar parkeerterrein is maakt het geen onderdeel uit van de toekomstige inrichting in de zin van de Wet milieubeheer die bestaat uit het MFC.
Uit het onderzoek blijkt dat in de avond- en nachtperiode niet wordt voldaan aan de toetsingswaarde die op grond van de VNG publicatie van toepassing is op 'gemengd gebied'. Deze toetsingswaarde bedraagt 50 dB(A) voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (etmaalwaarde) en 70 dB(A) voor het maximale geluidniveau (etmaalwaarde). Dit betreft echter een toetsingswaarde voor milieuhinderlijke (bedrijfs)activiteiten waarop milieuzonering van toepassing is. Voor dergelijke activiteiten geldt dat specifiek onderzoek nodig is indien niet aan de richtafstand wordt voldaan. Voor deze activiteiten geldt in de regel tevens een meldingsplicht op grond van het Activiteitenbesluit of een omgevingsvergunningplicht voor het onderdeel milieu. Voor het parkeerterrein geldt deze plicht niet, het betreft een openbaar parkeerterrein zodat de activiteiten niet worden getoetst in het milieuspoor.
Uit het rapport blijkt dat wel wordt voldaan aan het toetsingskader dat is afgeleid van het Activiteitenbesluit en dat is gebaseerd op de maximaal toelaatbare geluidniveaus voor het binnenklimaat. Uit deze toetsing blijkt dat zowel in de dag-, avond- en nachtperiode aan de toetsingswaarden voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en het maximale geluidniveau wordt voldaan. In de nachtperiode treedt slechts ter hoogte van één blok woningen een overschrijding van de toetsingswaarde voor het maximale geluidniveau met 1 dB optreedt. Dit betreft naar verwachting voornamelijk geluid vanwege parkeerbewegingen van omwonenden. Deze overschrijding is minimaal. Van belang is dat de omwonenden interactief bij de planvorming zijn betrokken en in de planvoorbereiding een voorkeur hebben uitgesproken voor plaatsing van het bouwblok op een zo groot mogelijke afstand van de woningen zodat het parkeerterrein tussen het beoogde MFC en de bestaande woningen is gelegen.
Ondanks de uitkomsten is onderzoek gedaan naar het geluidreducerend effect als gevolg van de oprichting van een geluidscherm met een hoogte van 2 m. Uit het rapport blijkt dat het effect, vanwege de beperkte hoogte, minimaal is. Er is vooral sprake van een verbetering van de geluidbelasting op een hoogte van 1,5 en ter plaatse van de tuinen van de woningen aan de Zuidhoek maar voor beiden geldt dat in de situatie zonder scherm reeds sprake is van een goede geluidsituatie. Daarnaast heeft het scherm een positief effect op de maximale geluidniveau's. Ook daarvoor geldt dat in de situatie zonder scherm reeds aan de toetsingswaarde werd voldaan. Bij de oprichting van een scherm spelen naast het akoestisch klimaat nog andere zaken mee zoals beeldkwaliteit, sociale veiligheid en kosten. Er is geen wettelijke verplichting en ook geen noodzaak vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening tot het oprichten van een geluidscherm. De oprichting van een scherm met een grotere bouwhoogte zou wel effect hebben op de hogere bouwlagen, die met name relevant zijn in de avond- en nachtperiode. De oprichting van een scherm met een hoogte van meer dan 2 m stuit echter op bezwaren van stedenbouwkundige aard.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het aspect bedrijven en milieuhinder de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Voor het MFC geldt dat aan de van toepassing zijnde richtafstanden ten opzichte van de bestaande woningen wordt voldaan. Ter plaatse van de bestaande woningen is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Het aspect geluid vanwege parkeren op het beoogde openbare parkeerterrein is apart beoordeeld. Geconcludeerd wordt dat ook in relatie tot het beoogde parkeerterrein sprake is van een goede ruimtelijke situatie. Ter plaatse van de woningen in de omgeving is sprake van aanvaardbare geluidniveaus voor zowel het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau als het maximale geluidniveau. Er ter plaatse van enkele woningen een overschrijding van het maximale geluidniveau in de nachtperiode plaats met slechts 1 dB, deze overschrijding is minimaal. Voor de binnenwaarden in de woningen geldt dat aan de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit wordt voldaan, ook hier vindt mogelijk een overschrijding plaats met slechts 1 dB. Er is geen noodzaak of wettelijke verplichting tot het oprichten van een geluidscherm.