Plan: | MFC Zuidzijde, Rozenburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP2068MFCZdzdeRznb-VA02 |
Algemeen
Met de komst van de Wet ruimtelijke ordening in 2008 zijn de juridische mogelijkheden van de provincie gewijzigd. Structuurvisies zullen voortaan de hoofdlijnen van het provinciale ruimtelijk beleid aangeven en de provinciale belangen, die met dat beleid worden behartigd, veilig stellen. Ter verwezenlijking daarvan heeft de provincie de beschikking over nieuwe juridische mogelijkheden, te weten het provinciale bestemmingsplan ofwel inpassingsplan, de verordening en het opleggen van aanwijzingen. Met de inwerkingtreding van de Wro is de goedkeuringstaak van Gedeputeerde Staten ten aanzien van ruimtelijke plannen komen te vervallen. Dit betekent dat de provincie dient te handelen vanuit het provinciaal belang. Enkel op die basis kan de provincie gebruikmaken van het instrumentarium dat op grond van de Wro beschikbaar is.
De provinciale structuurvisie Visie op Zuid-Holland is op 2 juli 2010 vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland. De structuurvisie vervangt het provinciaal streekplan en het interim-beleid op basis van de Wro op basis waarvan het laatste streekplan als structuurvisie werd aangemerkt. De Visie op Zuid-Holland geeft richting aan de door de provincie beoogde ontwikkeling van Zuid-Holland. De visie is zelfbindend voor de provincie. Daarnaast is met de visie ook een provinciale verordening opgesteld en vastgesteld, waarvan de inhoud ook bindend is voor lagere overheden.
De visie geeft aan dat voor een goede ruimtelijke ordening een integrale aanpak nodig is. Binnen deze aanpak wordt een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de verschillende functies, zoals wonen, werken en recreƫren. Hiervoor zijn vijf integrale hoofdopgaven benoemd die de basis vormen voor Visie op Zuid-Holland. De opgaven die in de visie uiteen worden gezet zijn:
De Verordening Ruimte vormt de uitwerking van de structuurvisie in ruimtelijke regels. Bestemmingsplannen dienen hieraan te voldoen. De voor dit plan meest relevante bepaling is de uitwerking van contouren waarbinnen in- en uitbreiding van dorps- en stadskernen mogelijk is. Deze grenzen wordt strak gehanteerd om een 'vitaal, divers en aantrekkelijk landschap' te verkrijgen dan wel te behouden. De kernen dienen zich binnen de gestelde contouren zodanig te profileren, al dan niet door ontwikkeling, dat ze een samenhangend stedelijk netwerk vormen. Ze dienen elkaar qua voorzieningen aan te vullen en te ondersteunen, in plaats van te beconcurreren. Met deze contouren wordt het provinciaal belang gewaarborgd. Binnen de contouren hebben de gemeenten beleidsvrijheid om richting te geven aan ontwikkelingen en herstructurering.
De bebouwingscontour die vanuit provinciaal kader van toepassing is op de kern Rozenburg, is weergegeven in figuur 2.2.
Figuur 2.2 Uitsnede bebouwingscontour Verordening Ruimte
Hieruit blijkt dat de locatie van het MFC binnen deze contour is gelegen en zodoende aansluit op het provinciaal beleid.