direct naar inhoud van 6.4 Bodem
Plan: Uitbreiding begraafplaats Rozenburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP2059BegraafplRB-oh01

6.4 Bodem

Beleid en normstelling

Het wettelijk kader bij de bepaling van de mate en ernst van bodemverontreiniging wordt gevormd door de Wet bodembescherming (Wbb). Op grond van de mate en omvang van een verontreiniging in grond en/of grondwater wordt bepaald of, conform de Wbb, sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Hierop is de principiƫle noodzaak tot sanering gebaseerd. In de Wbb wordt op basis van risico's voor mens en ecosystemen vervolgens onderscheid gemaakt tussen spoedeisende en niet spoedeisende sanering. Als een sanering spoedeisend is, dient binnen vier jaar aangevangen te worden met de sanering. Als geen sprake is van een spoedeisende sanering, kan sanering worden uitgesteld totdat op de locatie een herinrichting en/of bestemmingswijziging aan de orde is.

Voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, moet worden aangetoond dat de bodemkwaliteit goed genoeg is om te bebouwen ten behoeve van de toegekende bestemming (bodemgeschiktheidsverklaring): er mag pas worden gebouwd als de bodem schoon genoeg is bevonden. In het kader van de bouwplannen zal de bodem ter plaatse nader worden onderzocht. Indien nodig zal de bodem, voorafgaand of tijdens de bouw, geschikt gemaakt worden op basis van de nota 'Naar een gezamenlijk Bodemsaneringsbeleid in provincie en stad'.

Onderzoek

Het vigerende bestemmingsplan kent voor het uit te breiden deel al grotendeels de bestemming Maatschappelijk, waarbinnen begraafplaatsen zijn toegestaan. Ook de aanleg van water is binnen deze bestemming toegestaan. In planologisch-juridische zin is alleen sprake van functiewijziging bij het dempen van de bestaande watergang. Gezien deze zeer beperkte mate van functiewijziging, wordt bodemonderzoek niet noodzakelijk geacht en wordt aangenomen dat de bodemkwaliteit de uitvoering van het plan niet in de weg staat.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit geen belemmering oplevert voor de vaststelling van het bestemmingsplan.