Plan: | Uitbreiding begraafplaats Rozenburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP2059BegraafplRB-oh01 |
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door Titel 5.2 van de Wet milieubeheer (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 6.2 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 6.2 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 |
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |
fijn stof (PM10)1) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen, uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens, tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In dit Besluit is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden 2 situaties onderscheiden:
Het bestemmingsplan maakt de uitbreiding van een bestaande begraafplaats mogelijk. In hoofdstuk 7 (verkeer) wordt bepaald dat deze uitbreiding geen noemenswaardige verkeersaantrekkende werking heeft. Realisatie van het bestemmingsplan leidt dan ook niet tot een toename van de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Formele toetsing aan de grenswaarden uit de Wlk kan daarom achterwege blijven.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Dit wordt gedaan aan de hand van de monitoringstool (www.nsl-monitoring.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. Uit deze tool blijkt dat langs de Boulevard en de N15, de twee meest nabijgelegen maatgevende wegen, de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide en fijn stof gedurende de gehele planperiode vrijwel overal onder de grenswaarden uit de Wlk liggen. Alleen langs de N15 wordt op enkele punten de grenswaarde voor stikstofdioxide licht overschreden (op één rekenpunt langs deze weg bedraagt de jaargemiddelde concentratie in 2015 namelijk 42 µg/m³). Aangezien de afstand tussen het plangebied en de N15 meer dan 500 m bedraagt en concentraties luchtverontreinigende stoffen afnemen naarmate een locatie verder van de weg ligt, zal ter plaatse van het plangebied echter wel aan de grenswaarden worden voldaan. Daarom is ter plaatse van het plangebied sprake van een aanvaardbaar verblijfsklimaat.
Uit het bovenstaande blijkt dat ter plaatse van het plangebied sprake is van een aanvaardbaar verblijfsklimaat. Het aspect luchtkwaliteit staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.