direct naar inhoud van 4.2 Ontwerpkader (ontwerpuitgangspunten, ambities)
Plan: Afrikaanderwijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1029Afrkndrwijk-oh01

4.2 Ontwerpkader (ontwerpuitgangspunten, ambities)

De Wijkvisie Afrikaanderwijk 2020 vormt samen met het Stedenbouwkundig Ontwerp Parkstad/Afrikaanderwijk de basis voor dit bestemmingplan.

In de wijkvisie wordt ten aanzien van het fysieke aspect geconstateerd dat de Afrikaanderwijk ruimtelijk geïsoleerd ligt van de aangrenzende wijken. Als oplossing hiervoor wordt een verbinding van de wijk met de Kop van Zuid aangegeven, door het doortrekken van de Paul Krugerstraat en de Martinus Steijnstraat tot aan de Laan op Zuid. Ook het aantrekkelijker en herkenbaarder maken van de entrees van de wijk wordt als een oplossing genoemd. De Afrikaanderwijk moet een kwaliteitsimpuls krijgen door meer differentiatie in woningtypen, eigendomsvarianten en woontypen, zodat huidige en nieuwe bewoners in elke levensfase en met elk inkomen in de wijk kunnen (blijven) wonen. Dit gebeurt enerzijds door een kwaliteitsverbetering van de bestaande woningvoorraad en anderzijds door op slooplocaties andere woonmilieus te realiseren. Dit gebeurt in de Afrikaanderwijk tot 2020 op de locaties Bloemfontein, Brabantse huisjes, Leeuwenkuil en Martinus Steijnblok. Daarnaast wordt gestreefd naar meer groen in de wijk.

Het stedenbouwkundig ontwerp Parkstad/Afrikaanderwijk werkt de wijkvisie verder uit voor onder andere de oostrand van de Afrikaanderwijk. De ruimtelijke opgave die in het stedenbouwkundig ontwerp wordt gedefinieerd is het grotendeels braakliggende terrein in Parkstad om te vormen tot een stedelijke woonwijk en in samenhang daarmee de vernieuwing van de oostzijde van de Afrikaanderwijk vorm te geven. In Parkstad en Afrikaanderwijk wordt - als uitvloeisel van de Stadsvisie Rotterdam - ingezet op het ontwikkelen van een groot aantal grondgebonden woningen.

In het stedenbouwkundig ontwerp worden ten aanzien van Afrikaanderwijk drie uitgangspunten gehanteerd:

  • de verkavelingsstructuur op het emplacement wordt verweven met de verkavelingsstructuur van de oostzijde van de Afrikaanderwijk;
  • de maaiveldverschillen worden daar waar ze hinderlijk zijn opgeheven;
  • de bebouwingsstructuur van de te vernieuwen blokken sluit aan op de in de Afrikaanderwijk gangbare gesloten bouwblokken.

Belangrijk element in het stedenbouwkundig ontwerp is dat een sprong over de waterkering wordt gemaakt. Tussen het restant van het emplacement en de Afrikaanderwijk ligt een primaire waterkering, gevormd door de Hilledijk en de Brede Hilledijk. Na de dijkverhoging naar aanleiding van de watersnoodramp van 1953 is de dijk een barrière geworden in het stedelijk gebied. Dit wordt nog sterker met de herontwikkeling van het emplacement tot woongebied. In het stedenbouwkundig ontwerp wordt deze barrière geslecht door de Paul Krugerstraat en de Martinus Steijnstraat op te laten lopen tot het niveau van de kruin van de dijk en ze vervolgens te verlengen tot aan de Laan van Zuid. Hierdoor ontstaat een samenhangend netwerk van routes. Om dit te kunnen realiseren zal in de Paul Krugerstraat aan één zijde de aanliggende bebouwing worden gesloopt, in de Martinus Steijnstraat aan twee zijden.