direct naar inhoud van 6.5 Luchtkwaliteit
Plan: Spaanse Polder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1024SpnsePolder-oh01

6.5 Luchtkwaliteit

In het bestemmingsplan zijn ten aanzien van de luchtkwaliteit twee aspecten van belang. Ten eerste dient te worden nagegaan wat de gevolgen zijn van het plan voor de (lokale) luchtkwaliteit. Ten tweede dient te worden nagegaan of de gewenste bestemming past bij de aanwezige luchtkwaliteit. Dit laatste geldt vooral voor functies die gevoelig zijn voor een verminderde luchtkwaliteit zoals woningen, scholen, kinderopvang en bejaardenhuizen.

Volgens Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer (Wet luchtkwaliteit) zijn grenswaarden opgenomen voor de volgende stoffen; zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxiden, zwevende deeltjes (fijnstof), lood, koolmonoxide en benzeen. De grenswaarden voor stikstofdioxide en fijnstof worden in Nederland op bepaalde locaties overschreden. Vooral langs drukke wegen in stedelijk gebied. Aan de andere grenswaarden wordt voldaan.

De kern van de Wet luchtkwaliteit is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). In de gebieden waar de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald, verbeteren de betrokken overheden met gebiedsgerichte programma's de luchtkwaliteit. Het NSL bevat zowel ruimtelijke ontwikkelingen die de luchtkwaliteit verslechteren als maatregelen die de luchtkwaliteit verbeteren. Het NSL moet ervoor zorgen dat overal de grenswaarden worden gehaald. Een groot deel van de maatregelen uit het NSL wordt nu al uitgevoerd. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden.

Tegelijk met de Wet luchtkwaliteit is het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. De wet maakt onderscheid tussen ruimtelijke projecten die in betekenende mate bijdragen aan de luchtvervuiling en projecten die daaraan niet in betekenende mate bijdragen. Het besluit regelt de grens daartussen. Het NSL bepaalt de grens tussen wel of niet in betekenende mate op 3% van de grenswaarde. Ruimtelijke ontwikkelingen worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit bij de vaststelling van een ruimtelijk plan. Ontwikkelingen die niet in betekenende mate bijdragen hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden.

De gemeenteraad kan een bestemmingsplan vaststellen als:

  • geen grenswaarden worden overschreden als gevolg van (ontwikkelingen in) het plan ;
  • de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof door het plan verbetert of ten minste gelijk blijft;
  • de concentratie van de desbetreffende stof beperkt toeneemt en deze toename wordt gecompenseerd door een met het plan samenhangende maatregel of effect;
  • het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtvervuiling;
  • de ontwikkelingen in het bestemmingsplan passen binnen het NSL, of een programma voor het verbeteren van de luchtkwaliteit dat door een ander bestuursorgaan dan het Rijk is opgesteld.


Rotterdams beleid

Om de luchtkwaliteit in Rotterdam te verbeteren en de ontwikkeling van de stad blijvend mogelijk te maken is de Rotterdamse strategie voor Besluit luchtkwaliteit vastgesteld, uitgewerkt in de Rotterdamse aanpak luchtkwaliteit. Daarin worden verschillende maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren beschreven. Zo is een slechte luchtkwaliteit bij nieuwbouw een belangrijk aandachtspunt. Herstructurering is alleen mogelijk als dat resulteert in netto minder blootgestelde inwoners. In overschrijdingsgebieden is nieuwbouw niet toegestaan.

Plangebied

Ten behoeve van het bestemmingsplan is onderzoek verricht naar de luchtkwaliteit in het plangebied. Het onderzoeksgebied betreffen de wegen in en rondom het plangebied waar de planontwikkeling mogelijk een merkbare invloed heeft op de verkeersintensiteiten. De luchtkwaliteit is zowel onderzocht bij alleen de autonome ontwikkeling (zonder realisatie van het bestemmingsplan, maar met overige toekomstige ontwikkelingen), als bij de autonome ontwikkeling inclusief de realisatie van het bestemmingsplan. Het onderzoek is uitgevoerd volgens het Meet- en rekenvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit dat sinds 27 november 2006 van kracht is.

De concentraties in het plangebied worden gevormd door de som van de achtergrondconcentratie en de bijdrage van het plaatselijk verkeer. De bijdrage van het plaatselijk verkeer aan de luchtkwaliteit is berekend met het model CAR II versie 8.1. In de onderstaande tabel staan de onderzochte wegvakken weergegeven.

Wegvak   tussen   en  
Industrieweg   Alblasstraat   Giessenweg  
Giessenweg   Industrieweg   Schuttevaerweg  
Giessenbrug   Industrieweg   Burg. Josselin de Jonglaan  
Matlingeweg   Galateestraat   Linschotenstraat  
Oost-Abtsbrug   Industrieweg   Sevillaweg  
Matlingeweg   Galateestraat   op-/afrit 11 A20 noord  
Matlingeweg   op-/afrit 11 A20 noord   Giessenweg  
Giessenplein   oprit 11 A20 noord   afrit 11 A20 noord  
Giessenplein   op-/afrit 12 A20 noord   op-/afrit 12 A20 zuid  
Tjalklaan   op-/afrit 11 A20 zuidelijke rijbaan   Graafstroomweg  
Vreelustweg   Horvathweg   Schuttevaerweg  
Matlingeweg   Sevillaweg   Vareseweg  
Industrieweg   Bornisseweg   Giessenweg  
Vlaardingweg   Schuttevaerweg   Matlingeweg  
Linschotenstraat   Matlingeweg   Schuttevaerweg  
Giessenweg   Industrieweg   Schuttevaetweg  
Giessenweg   Schuttecaerweg   Giessenplein noord  
Graafstroomstraat   Industrieweg   Haven  
Schuttevaerweg   Vreelustweg   Industrieweg  
Industrieweg   Alblasstraat   Graafstroomstraat  

Tabel 6.1: Wegvakken

Voor de achtergrondconcentraties worden de door het RIVM vastgestelde waarden gebruikt, afkomstig uit de GCN-database. Door het RIVM zijn voorspelde achtergrondconcentraties gegeven voor de jaren2010, 2015 en 2020. Bij de waarden voor fijnstof is in het onderzoek rekening gehouden met de aftrek van natuurlijke bestanddelen, de 'zeezoutaftrek'. In de tabellen zijn de fijnstofwaarden weergegeven na aftrek van zeezout.

De verkeersgegeven voor de berekening van de luchtkwaliteit zijn aangeleverd door de afdeling Verkeer en Vervoer van de dS+V van de gemeente Rotterdam. De verkeersgegevens zijn bepaald met behulp van de Regionale Verkeersmilieukaart (RVMK).

Wegvak   Jaargemiddelde
NO2 concentratie
(µg/m3)  
Jaargemiddelde PM10 concentratie (µg/m 3)   Aantal overschrijdingen PM10 dagnorm
(dagen)  
  autonoom   autonoom+plan   planbijdrage   autonoom   autonoom+plan   autonoom   autonoom+plan  
Industrieweg   30,2   31,2   1,0   18,3   18,5   8   9  
Giessenweg   32,2   32,9   0,7   18,7   18,9   9   9  
Giessenbrug   31,1   31,6   0,5   18,5   18,6   8   9  
Matlingeweg   27,6   28,0   0,4   18,3   18,4   8   8  
Oost-Abtsbrug   27,3   27,5   0,2   18,4   18,5   8   9  
Matlingeweg   33,0   33,7   0,7   19,4   19,6   11   11  
Matlingeweg   38,5   38,9   0,4   20,8   21   14   15  
Giessenplein   36,6   37,3   0,7   20,3   20,5   13   13  
Giessenplein   37,9   38,2   0,3   20,4   20,5   13   13  
Tjalklaan   39,9   40,1   0,2   21,4   21,5   16   16  
Vreelusweg   25,9   26,0   0,1   17,8   17,8   7   7  
Matlingeweg   24,7   24,9   0,2   17,8   17,8   7   7  
Industrieweg   31,0   32,3   1,3   18,6   19   9   10  
Vlaardingweg   25,7   26,4   0,7   17,8   18   7   7  
Linschotenstraat   26,0   26,4   0,4   17,8   17,9   7   7  
Giessenweg   32,6   33,2   0,6   19   19,2   10   10  
Giessenweg   30,3   30,7   0,4   18,3   18,4   8   8  
Graafstroomstraat   26,9   27,4   0,5   17,9   18   7   8  
Schuttevaerweg     27,4   28,0   0,6   17,8   18   7   7  
Industrieweg   30,2   31,2   1,0   18,3   18,5   8   9  

Tabel 6.2: Luchtkwaliteit tpv rekenpunten in 2020 bij autonome ontwikkeling en bij autonome ontwikkeling inclusief planontwikkeling

In het luchtonderzoek zijn de mogelijke effecten op de luchtkwaliteit van het bestemmingsplan "Spaanse Polder" inzichtelijk gemaakt. De conclusies uit het onderzoek betreffen de volgende.

De jaargemiddelde concentratie NO2 op wegvak Tjalklaan bedraagt respectievelijk zonder en met de planrealisatie ten hoogste 39,9 en 40,1 µg/m3. Op één wegvak (Industrieweg) neemt de concentratie als gevolg van het plan 'in betekende mate' toe (planbijdrage >1,2 µg/m3). Daar waar dit het geval is, wordt de grenswaarde van 40 µg/m3 voor de jaargemiddelde concentratie NO2, niet overschreden. Er treden geen overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO2 op.

De jaargemiddelde concentratie PM10 op wegvak Tjalklaan bedraagt respectievelijk zonder en met de planrealisatie ten hoogste 21,4 en 21,5 µg/m3. De jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM10) voldoet aan de grenswaarde van 40 µg/m3. Het aantal dagen dat de 24-uurgemiddelde concentratie wordt overschreden bedraagt in beide situaties ten hoogste 16 dagen en hiermee wordt voldaan aan de norm van 35 overschrijdingsdagen.

Conclusie

Uit de resultaten blijkt dat, voor alle beschouwde jaren, daar waar een 'in betekende mate' toename is in de plansituatie, de grenswaarden voor de jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 niet worden overschreden. Ook de grenswaarden voor het aantal uurgemiddelde overschrijdingen NO2 als 24-uursgemiddelde PM10 worden nergens overschreden.

Geconcludeerd kan worden dat op het gebied van luchtkwaliteit dit bestemmingsplan voldoet aan het gestelde in de Wet luchtkwaliteit.