Plan: | Spaanse Polder |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1024SpnsePolder-oh01 |
Op grond van de inspraak verordening Rotterdam heeft het voorontwerp-bestemmingsplan vanaf 19 november 2004 tot en met donderdag 16 december 2004 gedurende vier weken ter inzage gelegen in het City informatiecentrum aan de Coolsingel; Infopunt Spaanse Polder, Vlaardingweg 72; Stadskantoor gemeente Schiedam, Stadserf 1, Schiedam.
Op maandag 13 december 2004 is in restaurant Au Marché, Industrieweg 46, Rotterdam, een inspraakbijeenkomst gehouden. Het verslag is als bijlage bijgevoegd. Dit verslag heeft van 17 december 2004 tot en met 13 januari 2005 ter inzage gelegen en is toegezonden aan de aanwezigen.
Van 25 juni 2010 tot en met 5 augustus 2010 heeft het ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegen.
Schriftelijke opmerkingen zijn ingediend door:
1. Belangenvereniging Spaans Polder (BVSP), Sydneystraat 116, 3047 BP Rotterdam;
2. Belangengroep Ondernemingen Rotterdam Rijnmond (BOR), Postbus 8218, 3009 AE Rotterdam;
3. Wessel de Jonge (Coördinerend architect Van Nelle Ontwerpfabriek), postbus 13330, 3004 HH Rotterdam;
4. H. Lagendijk Holding B.V., Postbus 11122, 3004 CE Rotterdam;
5. Kondor Wessels Projecten B.V., Postbus 370, 7460 AJ Rijssen;
6. Holterman Autoschade, Amstelstraat 15, 3044 CA Rotterdam;
7. König Metaal Center B.V. namens Baris Beheer B.V., Energieweg 1, 3201 LH Spijkenisse;
8. Reclamant 8.
Verder zijn tijdens de inspraakavond mondeling opmerkingen ingediend door:
M1 Reclamant 9;
M2 Reclamant 10;
M3 Reclamant 11;
1. Belangenvereniging Spaans Polder (BVSP), Sydneystraat 116, 3047 BP Rotterdam
Reclamante maakt om diverse redenene bezwaar tegen het gevoerde doelgroepen- en clusterbeleid.
Reactie
Vanwege het grote aantal reacties tegen het cluster- en doelgroepenbeleid is besloten om af te zien van het doelgroepen- en clusterbeleid en het ontwerp-bestemmingsplan hierop aan te passen. De bedrijfsbestemming laat over het gehele bedrijventerrein bedrijven toe, die behoren tot en met milieucategorie 5. Getracht wordt zo goed mogelijk de mogelijkheden van de bedrijvigheid te regelen. Zittende bedrijven hoeven niet te worden verplaatst en nieuwe bedrijven zullen niet worden uitgesloten van vestiging.
1.2 Verkeer en ruimte
1.4.1 Verkeersmaatregelen Giessenplein & Matlingeweg
BVSP geeft aan dat het verkeer op het Giessenplein wordt gestremd door onder andere de vele kruispunten op de Matlingeweg. BVSP opteert voor betere kruisingen.
Reactie
De afgelopen jaren is reeds getracht de doorstroming van het verkeer op de Matlingeweg te verbeteren door de nieuwe inrichting van bestaande kruispunten. Het kruispunt met de Vlaardingweg is reeds aangepast. Het kruispunt met de Industrieweg is in ontwikkeling en het kruispunt met de Galateeweg is in studie. Uiteraard is het niet de bedoeling dat dit ten koste van de bereikbaarheid van de bedrijven gaat, maar een slechte doorstroming komt ook niet ten goede aan de bereikbaarheid. Wij merken nog op dat dergelijke verkeersingrepen niet worden geregeld in een bestemmingsplan, maar via een verkeersbesluit en een inrichtingsplan.
1.4.2 's-Gravenlandseweg
De belangenvereniging acht het voornemen om de 's-Gravelandseweg te versmallen van 2x2 naar
2x1 rijstroken onaanvaardbaar.
Reactie
Dit gebied ligt op het grondgebied van de gemeente Schiedam. Navraag wijst uit dat het voorstel om twee rijbanen voor de 's-Gravelandseweg te laten verdwijnen is komen te vervallen.
1.4.3 Industrieweg
BVSP opteert voor een verbreding van de Industrieweg. Tevens wenst BVSP een herinrichting van het kruispunt Industrieweg-Vlaardingweg.
Reactie
De Industrieweg is tussen de Vlaardingweg en de Giessenweg in de afgelopen jaren heringericht. Het kruispunt Industrieweg-Vlaardingweg is ook nieuw aangelegd. Deze nieuwe verkeerssituatie wordt overigens niet geregeld via een bestemmingsplan, maar via een verkeersbesluit en een inrichtingsplan.
1.4.4 Havenbekkens
De BVSP vindt de mogelijke aanleg van een extra weg over de havenbekkens een slechte investering.
Reactie
De komende 10 jaar is de weg en de demping van alle havenbekkens niet aan de orde.
1.4.5 Aansluiting werk- en woongebied
BVSP is van mening dat de aansluiting tussen werkgebied Spaanse Polder en de woongebieden Delfshaven, Rotterdam-Centrum niet zinvol is, aangezien de werknemers niet in die gebieden wonen, en de aansluiting daarmee uitsluitend sluipverkeer genereert.
Reactie
Met de Vreelustweg is de ontsluiting voor de Spaanse Polder aanzienlijk verbeterd. De Spangensekade en de Schuttevaerweg zijn aanzienlijk ontlast. Overigens heeft de Vreelustweg de Spaanse Polder niet alleen voor autoverkeer beter ontsloten, maar ook voor het fietsverkeer en het openbaar vervoer.
Voor iedere nieuwe verbinding geldt dat deze ook gebruikt gaat worden door verkeer waarvoor de verbinding niet bedoeld is. Het beeld dat ontstaat uit berekeningen en simulaties geeft echter aan dat de positieve effecten van de verbinding opwegen tegen de negatieve effecten.
1.4.6 Fietsverkeer
BVSP is van mening dat de werknemers in Spaanse Polder niet met de fiets naar hun werk komen. Investeren in fietspaden lijkt volgens BVSP daarom zinloos.
Reactie
Het doel van het verbeteren van de fietspaden in Spaanse Polder is dat door de aanwezigheid van goede fietspaden het gebruik van de fiets door werknemers ook toe zal nemen. Deze maatregel draagt bij aan een beperking van het autoverkeer en daarmee aan een verbetering van de bereikbaarheid van het bedrijventerrein.
1.4.7 Sluipverkeer
De afsluiting van de Spaanse brug voor het autoverkeer betekent volgens BVSP dat de navelstreng die Overschie en de bedrijventerreinen verbindt, wordt verbroken. Dit wordt nadelig geacht voor zowel de gebruikers van de bedrijventerreinen als de middenstand in Overschie. Volgens BVSP is het voor haar leden van groot belang dat deze verbinding geheel vrij toegankelijk blijft.
Reactie
In 2007 is de Spaanse Brug vervangen. Van afsluiting voor het autoverkeer is geen sprake. Het bestemmingsplan is daarentegen ook niet het geëigende instrument om verkeersmaatregelen, zoals het wel of niet afsluiten van de Spaanse Brug, te regelen.
1.4.8 Parkeren
De BVSP vraagt zich af of de gemeente het parkeren op het bedrijventerrein wil gaan reguleren.
Reactie
Vooralsnog wordt geen aanleiding gezien parkeerregulering in te voeren in het gebied. Parkeren op eigen terrein is het uitgangspunt voor dit gebied. Overigens is een dergelijk beleid niet in een bestemmingsplan te regelen, waardoor deze opmerking in het kader van de bestemmingsplanprocedure niet relevant is.
1.4.9 Verkeerslichten
BVSP staat sceptisch tegenover de stelling dat plaatsing van verkeerslichten op de Matlingeweg en op de kruising Jan van Riebeeckweg/De Brauwweg de doorstroming van het verkeer zou verbeteren.
Reactie
De kruising Jan van Riebeeckweg/De Brauwweg is gelegen in de gemeente Schiedam. Een reconstructie van het kruispunt heeft inmiddels plaatsgevonden.
1.4.10 Parklane
Van een serieuze poging om van de Matlingeweg een Parklane te maken, kan volgens BVSP pas sprake zijn wanneer het weggedeelte over de brug De Schie niet wordt versmald naar 2x1-rijstroken. Bovendien vindt zij de trottoirs veel te breed. De ruimte zou kunnen worden gebruikt om parkeerplaatsen te creëren op plaatsen waar die schaars is.
Reactie
Wij danken reclamant voor deze aanbeveling. Het weggedeelte van de Matlingeweg ter hoogte van de Oost-Abtsbrug is momenteel 2x1. Binnen de verkeersbestemming is voldoende ruimte gereserveerd om uit te breiden naar een wegprofiel van 2x2-rijstroken.
1.5 Bebouwingspercentage
Het voorstel om ondernemers toestemming te verlenen hun perceel maximaal te bebouwen lijkt enerzijds sympathiek, toch is BVSP hiervan niet gecharmeerd. In het verleden zijn situaties gecreëerd die het thans onmogelijk maken parkeergebruik op eigen terrein verder te intensiveren. Betoogd wordt dat niet het bedrijfsleven de rekening hiervan gepresenteerd mag krijgen. Het parkeerprobleem dat bij uitvoering van het voorstel wordt gecreëerd, zal volgens BVSP immens zijn.
Reactie
De regels rondom het bebouwingspercentage staan los van het parkeervraagstuk. Wat betreft het bebouwingspercentage geldt dat de gemeente voor nieuwe ontwikkelingen alle ruimte aan bedrijven laat om hun perceel maximaal in te richten, maar daar wel aan koppelt dat ze tevens het parkeren op eigen terrein regelen. Bestaande bedrijven en bestaande parkeerplaatsen in de buitenruimte blijven hierbij ongemoeid. Voor de reactie ten aanzien van het parkeren wordt verwezen naar de reactie onder 1.4.8.
1.6 Milieuzonering en de woonfunctie
BVSP zegt er nadrukkelijk op te wijzen dat er teveel (wettelijke) beperkingen zijn verbonden aan de combinatie industriegebied en wonen. Het kan volgens BVSP niet zo zijn dat toekomstige bewoners op grond van hun klachten bedrijven laten stilleggen of ze op hoge kosten jagen, doordat bedrijfsprocessen moeten worden aangepast ten gerieve van de woonfunctie.
Reactie
De gemeente onderschrijft de stelling dat er teveel (wettelijke) beperkingen zijn verbonden aan de combinatie van wonen en zwaardere bedrijvigheid. Het beleid is er op gericht dat op termijn alle niet-bedrijfsmatige functies verdwijnen uit de Spaanse Polder. Daarom worden de woonschepen in de Spaanse Polder wegbestemd. Voor de reeds aanwezige bedrijfswoningen geldt een uitsterfconstructie. Dat betekent dat de huidge bedrijfswoningen zijn toegestaan totdat de functie wordt beeïndigd en nieuwe bedrijfswoningen worden niet toegestaan.
1.7 Overige aspecten
De Vlaardingweg wordt foutief geschreven als Vlaardingseweg.
Reactie
De fout is hersteld in de plantoelichting.
1.8 Wijziging bestemmingen in het vigerende bestemmingsplan
BVSP zegt uit diverse bronnen te hebben vernomen dat bepaalde in het geldende bestemmingsplan opgenomen bestemmingen in het voorontwerp zijn gewijzigd. Dit acht zij onacceptabel.
Reactie
In het vorige bestemmingsplan was bijna elk bedrijf toegestaan in de Spaanse Polder, doordat de vrijwel in het gehele plangebied geldende algemene bestemming 'Handel en Industrie' erg ruim was gedefinieerd. Dit plan is echter ruim 50 jaar oud. Er is sinds die tijd veel veranderd. Zo zijn de milieueisen veel strenger geworden, de verkeerssituatie is niet te vergelijken met vroeger en de economische positie van de stad en daarbinnen de Spaanse Polder is geheel veranderd.
Zoals eerder onder 1.1 is vermeld wordt het doelgroepen- en clusterbeleid niet meegenomen in het bestemmingsplan.
2. Belangengroep Ondernemingen Rotterdam Rijnmond (BOR), Postbus 8218, 3009 AE Rotterdam
2.1 Algemeen
De BOR is van mening dat de communicatie met ondernemers en de BOR niet optimaal is.
Reactie
Ondernemers en de BOR worden betrokken bij de planvorming door onder andere nieuwsberichten op de projectwebsite, nieuwsbrieven, inrichtingsplannen van herinrichting van wegen in het plangebied.
2.2 Cluster- en doelgroepenbeleid
De vorming bedrijvenclusters in de Spaanse Polder is een theoretische oplossing voor een probleem dat nagenoeg niet bestaat. Volgens BOR is het bedrijventerrein uniek vanwege zijn diversiteit aan bedrijven. Door het toekomstige beleid zullen bedrijven die niet in een bepaalde cluster kunnen worden ingedeeld, worden uitgesloten van vestiging. Hierdoor komt volgens BOR "de ongelooflijk belangrijke" diversiteit in gevaar. Om deze reden zou BOR graag zien dat nieuw te vestigen (arbeidsintensieve) lichte industrie in alle clusters mogelijk blijft.
Reactie
Vanwege het grote aantal reacties tegen het cluster- en doelgroepenbeleid is besloten om in het ontwerp-bestemmingsplan af te zien van dit beleid. Getracht wordt zo goed mogelijk de mogelijkheden van de bedrijvigheid te regelen em de diversiteit aan bedrijven te behouden. Zittende bedrijven hoeven niet te worden verplaatst en nieuwe bedrijven zullen niet worden uitgesloten van vestiging. Dit geldt dus ook voor lichte industrie, waar reclamant aan refereert. Tevens zullen niet-bedrijfsactiviteiten zoveel mogelijk worden uitgesloten en in ieder geval geen nieuwe situaties worden mogelijk gemaakt.
2.3 Afsluiten Spaanse Brug
BOR is tegen het afsluiten van de Spaanse brug, ook wanneer die sluiting beperkt zou blijven tot de spitsuren. Een afsluiting van de brug zal volgens haar leiden tot een nog grotere congestie op andere delen in het plangebied.
Reactie
In 2007 is de Spaanse Brug vervangen en deze nieuwe brug is mede vanwege de draagkracht voor het vrachtverkeer niet toegankelijk. Van afsluiting van deze brug voor het autoverkeer is echter geen sprake. Het bestemmingsplan is overigens niet het geëigende instrument om verkeersmaatregelen, zoals het wel of niet afsluiten van de Spaanse Brug, te regelen.
2.4 Verkeersbewegingen Spaanse Polder
De BOR verzoekt bij de verbetering en de vernieuwing van de kruispunten, de bochtstralen flink ruimer in te richten in verband met het grote aantal vrachtwagens dat door het gebied rijdt. De BOR verwijst hiervoor naar schetsen welke door dS+V worden gemaakt.
Reactie
De afdeling Verkeer is op de hoogte van deze opmerking. Doordat het bedrijventerrein Spaanse Polder een ouder bedrijventerrein betreft is het echter bij de herinrichting van bestaande wegen niet altijd mogelijk de gebruikelijke bochtstralen toe te passen. Het bestemmingsplan is overigens niet het geeïgende instrument om de inrichting van het plangebied in vast te leggen.
3. Wessel de Jonge (Coördinerend architect Van Nelle Ontwerpfabriek), postbus 13330, 3004 HH Rotterdam
3.1 Algemeen
Reclamant geeft in een gedetailleerde reactie aan dat hij om diverse redenen bezwaar maakt tegen de globale bestemming van het Van Nelle-terrein, te weten:
- Verdeling monumentale en niet-monumentale gedeelte van het terrein. -> parkeerbeperking in het monumentale deel;
- Bestemmingsregeling afstemmen op het structuurplan VNOF 1999: bouwvlek, bouwhoogten, bebouwingspercentage;
- Gewenste gebruik: kinderopvang, sauna/heath&wellnesscentrum, fitness, recreatief en sportief gebruik en horeca (1.200 m2) en De in de planregels genoemde doelgroepen dienen te worden uitgebreid (meer dan radio, media en televisie);
- De maximale bouwhoogten van de bebouwing in de strook tussen Van Nellegebouw en A20 beperken het zicht op het Van Nellegebouw en de maximale bouwhoogte voor de onbebouwde strook tussen spoordijk en Schuttevaerweg 97 is ook hoger dan gewenst. Om de zichtlijnen vanaf de spoordijk en de A20 te waarborgen wenst reclamant een maximale bouwhoogte rondom het Van Nelleterrein van 16 meter i.p.v. 45 meter.
- Wens om in een zone rondom het VNOF geen nieuwe milieuhinderlijke bedrijven (met name stof- en geurhinder) toe te laten, zodat de monumentale gebouwen van de VNOF van deze vorm van hinder geen last ondervinden.
- Ontheffing verlenen van planregel dat 5% oppervlaktewater dient te worden gerealiseerd, indien voldaan wordt aan de eis dat het niet leidt tot aantasting van de monumentale waarde van het terrein;
- De groenstrook op het Van Nelle-terrein langs de watergang aan de Schuttevaerweg heeft geen expliciete groenbestemming. Deze ontbreekt eveneens langs de overige terreingrenzen.
Reactie
In het ontwerp-bestemmingsplan is de bestemming aangepast. Het terrein met de bebouwing is vastgelegd met het Structuurplan VNOF 1999 als basis.
Het terrein is in tweeën gedeeld, waarbij het oostelijk deel de gronden betreffen die als rijksmonument zijn aangewezen. De gebouwen, de fabriekstuin en de buitenruimte zijn gedetailleerd vastgelegd. De gronden hebben een gemengde bestemming gekregen.
Voor het westelijke niet-monumentale terrein geldt een globale regeling met een bebouwingspercentage. Dit bebouwingspercentage is gebaseerd op het percentage aan huidige bebouwing dat op het terrein is gelegen. De regeling voor nieuwbouw komt ook voort uit het Structuurplan VNOF 1999 en betreft een bebouwingspercentage, bouwvlek en bouwhoogteregeling. Voor nieuwbouw dient eerst een gedeelte van de huidige bebouwing te worden gesloopt. Op die manier worden de zichtlijnen gewaarborgd, aangezien de hoeveelheid bebouwing, die het zicht vanaf de spoordijk op het rijksmonument beperkt, zal afnemen.
Ook voor toekomstige bebouwing in de bebouwingsstrook tussen de spoordijk en de Schuttevaerweg en de bebouwing tussen de A20 en het Van Nelleterrein gelden zodanige bebouwingsbepalingen dat deze bebouwing het zicht vanaf de spoordijk en de A20 op het rijksmonument niet zal beperken.
Aan de wens om milieuhinderlijke bedrijven rondom het VNOF uit te sluiten kunnen wij niet tegemoet komen in het bestemmingsplan. In het milieuvergunningtraject zullen dergelijke aspecten wel aan de orde komen.
Op de plankaart hebben de gronden met de groenvoorzieningen op het terrein van Van Nelle een groenbestemming gekregen.
4. H. Lagendijk Holding B.V., Postbus 11122, 3004 EC Rotterdam
4.1 Tankstation Vlaardingweg 30
Dit bestaande tankstation is in het voorontwerp niet terug te vinden. Gevraagd wordt dit alsnog in het voorontwerp op te nemen.
Reactie
Hier was inderdaad een verkooppunt voor motorbrandstoffen gevestigd; dit is thans echter gesloten. Op deze locatie bevindt zich alleen nog het vulpunt van het LPG-verkooppunt aan de Vlaardingweg 64. De bestaande situatie is in het ontwerp-bestemmingsplan opgenomen.
4.2 Gasinstallaties Vlaardingweg 30 en 64
De plaatsing van deze 2 installaties op een saneringslijst mist elke (toetsings)grond. Volgens Lagendijk voldoen beide installaties aan alle relevante voorschriften. Deze installaties komen evenmin voor op de door de overheid landelijk vastgestelde saneringslijst.
Reactie
Aan de Vlaardingweg 64 bevindt zich een verkooppunt voor motorbrandstoffen, aan de Vlaardingweg 30 niet meer. Het LPG-vulpunt bevindt zich echter op het perceel Vlaardingweg 30; vandaar loopt een leiding naar het verkooppunt aan Vlaardingweg 64. Het is ons niet bekend welke saneringslijst wordt bedoeld en dat deze installaties hierop zijn geplaatst.
4.3 Straatnaamfout
Vlaardingseweg moet zijn Vlaardingweg.
Reactie
De opmerking is terecht; de fout is hersteld.
4.4 Detailhandel bij benzineverkooppunten
Volgens Lagendijk staat het maximeren van detailhandel bij benzineverkooppunten tot 125 m2 op gespannen voet met het gemeentelijk beleid, krachtens welk beleid verkooppunten worden verplaatst naar de rand van de stad. Deze maximering in het voorontwerp dient volgens haar dus te vervallen.
Reactie
De norm van max. 125 m2 verkoopvloeroppervlakte detailhandel in brandstofverkooppunten (mits het aanbod beperkt is tot dagelijkse boodschappen en de bestaande detailhandelsstructuur ter plaatse niet wordt aangetast) wordt conform het provinciale beleid overgenomen in Rotterdamse bestemmingsplannen.
De opvatting dat verkooppunten moeten worden verplaatst naar de randen van de stad is ontleend aan de raadsdiscussie in december 1999. Hiermee werd bedoeld dat het ongewenst is als benzineverkooppunten te ver in of tegen dichtbevolkte woonwijken gevestigd zijn. Er is geen beleidsuitspraak die in algemene zin uitgaat van het verplaatsen naar de randen van de stad.
5 Kondor Wessels Projecten B.V., Postbus 370, 7460 AJ Rijssen
5.1 Status aparte "Van Nelle Ontwerpfabriek" (VNOF)
Kondor Wessels Projecten (hierna te noemen KWP) stelt dat de status aparte van de VNOF, die in overleg met het OBR is vastgesteld, in de toelichting op het voorontwerp nauwelijks naar voren komt.
De VNOF valt binnen de bestemming "gemengde doeleinden". Van een bijzondere status van de VNOF hierin is volgens KWP geen sprake. Het bestemmingsplan lijkt volgens KWP de juiste plek om de status aparte van de VNOF te verankeren. In het licht hiervan wordt gedacht aan afspraken omtrent horeca, detailhandel en evenementen. Een ruimere bestemming wordt in ieder geval noodzakelijk geacht.
Reactie
In het ontwerp-bestemmingsplan is de bestemming aangepast. Het terrein met de bebouwing is vastgelegd met het Structuurplan VNOF 1999 als basis.
Het terrein is in tweeën gedeeld, waarbij het oostelijk deel de gronden betreffen die als rijksmonument zijn aangewezen. De gebouwen, de fabriekstuin en de buitenruimte zijn gedetailleerd vastgelegd. De gronden hebben een gemengde bestemming gekregen.
Voor het westelijke niet-monumentale terrein geldt een globale regeling met een bebouwingspercentage. Dit bebouwingspercentage is gebaseerd op het percentage aan huidige bebouwing dat op het terrein is gelegen. De regeling voor nieuwbouw komt ook voort uit het Structuurplan VNOF 1999 en betreft een bebouwingspercentage, bouwvlek en bouwhoogteregeling. Voor nieuwbouw dient eerst een gedeelte van de huidige bebouwing te worden gesloopt. Op die manier worden de zichtlijnen gewaarborgd, aangezien de hoeveelheid bebouwing, die het zicht vanaf de spoordijk op het rijksmonument beperkt, zal afnemen.
Ook voor toekomstige bebouwing in de bebouwingsstrook tussen de spoordijk en de Schuttevaerweg en de bebouwing tussen de A20 en het Van Nelleterrein gelden zodanige bebouwingsbepalingen dat deze bebouwing het zicht vanaf de spoordijk en de A20 op het rijksmonument niet zal beperken.
5.2 Doelgroep designcluster
In de ontwikkelingsvisie (pag. 16) wordt volgens KWP gesteld dat het designcluster in eerste instantie is bestemd voor bedrijven voor opgenomen media, radio en televisie.
Reactie
Verwezen wordt naar de reactie onder 5.1.
5.3 Zonering voor het VNOF
KWP verzoekt om in een zone rondom het VNOF geen nieuwe milieuhinderlijke bedrijven (met name stof- en geurhinder) toe te laten, zodat de monumentale gebouwen van de VNOF van deze vorm van hinder geen last ondervinden. . Verder opteert Kondor Wessels voor de vestiging van bedrijvigheid, die behoort tot milieucategorie 4, op het Van Nelleterrein.
Reactie
Het Van Nelleterrein is gelegen op een bedrijventerrein. Om de bedrijven niet te beperken in hun mogelijkheden wordt geen zonering gehanteerd rondom het Van Nelleterrein. Dat betekent dat bedrijven, die behoren tot milieucategorie 5 mogelijk zijn. Binnen de gemengde bestemming van het Van Nelleterrein wordt bedrijvigheid, die behoort tot een maximale milieucategorie van 3.1, het best passend geacht bij de uitstraling van het Van Nellecomplex.
5.4 Watertoets
KWP heeft ernstige bezwaren tegen de watertoets die 5% oppervlaktewater voorschrijft.
Reactie
Deze watereis is niet meer opgenomen in de gemengde bestemming, aangezien elders in het plangebied meer dan voldoende compensatie van water plaatsvindt.
6. Holterman Autoschade, Amstelstraat 15, 3004 EC Rotterdam
6.1 Reclamant meent dat indien het bestemmingsplan in deze vorm doorgang vindt zijn autoschadebedrijf zal worden gesitueerd in de foodcluster, waardoor het onverkoopbaar zal worden. Hij concludeert hieruit dat het bestemmingsplan in de voorgestelde vorm nadelig voor hem zal zijn.
Reactie
Vanwege het grote aantal reacties tegen het cluster- en doelgroepenbeleid is besloten om in het ontwerp-bestemmingsplan af te zien van dit beleid. Getracht wordt zo goed mogelijk de maximale mogelijkheden van de bedrijvigheid te regelen. Zittende bedrijven hoeven niet te worden verplaatst en nieuwe bedrijven zullen niet worden uitgesloten van vestiging.
7. König Metaal Center BV namens Baris Beheer BV, Energieweg 1, 3201 LH Spijkernisse
7.1 Categorie-indeling bedrijvigheid
Het onroerend goed van Baris is gesitueerd tussen de Linschotenstraat en de Gantelhaven.
De milieucategorie-indeling vormt een drastische beperking van de gebruiksmogelijkheden die het geldende bestemmingsplan uit 1958 biedt. Gevraagd wordt om op bovengenoemde locatie de vestiging van bedrijven mogelijk te maken die volgens de "Staat van Bedrijfsactiviteiten" vallen in de categorieën 1 tot en met 5.
Reactie
In het vorige bestemmingsplan was bijna elk bedrijf toegestaan in de Spaanse Polder, doordat de vrijwel in het gehele plangebied geldende algemene bestemming 'Handel en Industrie' erg ruim was gedefinieerd. Dit plan is echter ruim 50 jaar oud. Er is sinds die tijd veel veranderd. Zo zijn de milieueisen veel strenger geworden, de verkeerssituatie is niet te vergelijken met vroeger en de economische positie van de stad en daarbinnen de Spaanse Polder is geheel veranderd.
Vanwege het grote aantal reacties tegen het cluster- en doelgroepenbeleid en de milieuzonering is besloten om in het ontwerp-bestemmingsplan af te zien van dit beleid. Getracht wordt zo goed mogelijk de maximale mogelijkheden van de bedrijvigheid te regelen. Zittende bedrijven hoeven niet te worden verplaatst en nieuwe bedrijven zullen niet worden uitgesloten van vestiging. Tevens zijn bedrijven, die behoren tot en met milieucategorie 5 toegestaan op het bedrijventerrein. Voor de gronden van Baris geldt dat bedrijven, die behoren tot en met milieucategorie 5, zijn toegestaan.
7.2 Maatbestemming
König verzoekt om de gebruiksmogelijkheden van de bestemming "Bedrijven categorie 1 en 2, alsmede transportbedrijf laden/lossen en overslag", te vergroten ten gunste van de sedert jaren op de locatie van Baris gevestigde onderneming in opslag en distributie van goederen en daarbij ook de vestiging van bedrijven in de logistieke dienstverlening, opslag en distributie van goederen mogelijk te maken.
Reactie
Voor deze reactie verwijzen wij naar de reactie onder 7.1.
7.3 Bouwhoogte
Het geldende bestemmingsplan uit 1958 kent met betrekking tot bouwhoogten van gebouwen geen beperkingen. König vraagt om een aanpassing van de maximale bouwhoogte tot 15 meter, zodat de opslag, de overslag, en de distributie van goederen in de loodsen mogelijk blijft.
Reactie
Ten opzichte van het voorontwerp-bestemmingsplan krijgt de bouwhoogte voor deze gronden op de plankaart een maatbestemming met een maximale bouwhoogte van 15 meter.
8. Reclamant 8
8.1 Reclamant wenst dat zijn bedrijfswoning aan de Giessenweg 71 wordt aangeduid als bedrijfswoning op de plankaart.
Reactie
De bedrijfswoning aan de Giessenweg 71 heeft de aanduiding "bedrijfswoning" binnen de bestemming "Bedrijventerrein" gekregen. Tevens is het adres opgenomen in de bijlage met de adressenlijst van bedrijfswoningen in het plangebied.
M1 Reclamant 9
M1.1 Reclamant maakt bezwaar, omdat een woonbestemming in de Alblashaven niet in het bestemmingsplan voor komt.
Reactie
Het bedrijventerrein Spaanse Polder is bedoeld voor bedrijfsmatige functies. In het voorliggende bestemmingsplan is daarom ook geen woonbestemming opgenomen voor deze gronden. Wij kunnen niet tegemoet komen aan de zienswijze om een woonbestemming voor deze gronden mogelijk te maken.
M2 Reclamant 10
M2.1 Reclamant vraagt zich af wanneer een besluit is genomen ten aanzien van de bodemsanering.
Reactie
Op 16 december 2004 heeft het bevoegd gezag een besluit genomen ten aanzien van de bodemsanering op Overschieseweg 21-25. Dit besluit staat geregistreerd onder nummer TC-04-49-10. Aangezien het hier een kavel betreft in particulier eigendom komen de kosten voor sanering voor rekening van de eigenaar van de grond.
M2.2 Reclamant maakt bezwaar tegen de nieuw aangegeven rooilijn of bouwlijn op de percelen Overschieseweg 21 t/m 25 en 32 t/m 33, omdat die sterk afwijken van de oude, bestaande rooilijn.
Reactie
De nieuwe rooilijn wijkt af van die in het vigerende plan. De rooilijn in het oude bestemmingsplan is een vloeiende lijn. Nu volgt de rooilijn de bestaande bebouwing, waardoor een 'gekartelde' rooilijn is ontstaan.
De bedoeling van het exact vastleggen van de rooilijn is om het bijzondere, het kleinschalige en informele en het groene karakter van de Overschieseweg te behouden.
In het ontwerp-bestemmingsplan is het verloop van de rooilijn aan de Overschieseweg beperkt tot de bebouwing aan de Overschieseweg tussen de nummers 50 en 104. Voor het gedeelte waar reclamant op doelt wordt geen rooilijn opgenomen.
M3 Reclamant 11
M4.1 Reclamant is van mening dat door in plaats van het kruispunt Vlaardingweg-Industrieweg met een bocht over de Vlaardingweg mee te draaien geen kruispunt nodig is, maar een doorgaande verbinding een betere oplossing is.
Reactie
Dit idee wordt door het projectteam in overweging genomen binnen het deelproject 'Industrieweg'. Verdere uitwerking hiervan, zowel voor een bocht als voor een kruispunt, valt echter buiten het kader van dit bestemmingsplan.
M4.2 De brug bij de Doenkade over de Schie kent op twee plaatsen links afslaand verkeer. Verkeer dat naar Rotterdam gaat moet links afslaand de weg kruisen. Verkeer naar Den Haag moet ook links afslaand de weg kruisen. Waarom niet het verkeer rechtstreeks rechtsaf de Rijksweg op laten gaan?
Reactie
Verbetering van de verkeersafwikkeling rondom de Doenkadeknoop is in studie. Eventuele aanpassingen vallen echter buiten het kader van dit bestemmingsplan.