Plan: | Weenapoint |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0599.BP1013Weenapoint-oh01 |
Op 15 november 2007 is de Wet Luchtkwaliteit in werking getreden als onderdeel van de Wet milieubeheer. De Wet is een implementatie van de Europese dochterrichtlijn 1999/30/EG van de Raad van de Europese Unie in de Nederlandse wetgeving. Deze dochterrichtlijn vloeit voort uit de kaderrichtlijn 96/62/EG voor beoordeling en beheer van de luchtkwaliteit. In de Wet luchtkwaliteit zijn grenswaarden opgenomen voor de volgende stoffen: stikstofdioxide (NO2), koolmonoxide (CO), benzeen, zwaveldioxide (SO2), fijn stof (PM10) en lood. De ingangsdata voor deze normen zijn als gevolg van de door de Europese Commissie verleende derogatie (uitstel) opgeschoven naar medio 2011 (voor fijn stof) en begin 2015 (voor stikstofdioxide).
Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Het betreft een programma van de rijksoverheid en de decentrale overheden (Regionale Samenwerkingsprogramma's, RSL's) in de gebieden waar de grenswaarden worden overschreden. Het NSL/RSL kent een dubbele doelstelling: het mogelijk maken van ruimtelijke projecten en het zodanig verbeteren van de luchtkwaliteit dat op termijn (medio 2011 voor fijn stof en begin 2015 voor stikstofdioxide) aan de Europese grenswaarden wordt voldaan. Hiervoor is derogatie (uitstel) door de Europese Unie verleend. Het programma Weenapoint maakt onderdeel uit van "het in betekenende mate project nr. 1448" van het NSL/RSL: project Rotterdam Centrum/Kop van Zuid (12.500 woningen en 600.000 m2 bvo aan kantoren). Dit bouwvolume is ruim voldoende om de realisatie van Weenapoint te accommoderen. Het NSL is op 10 juli 2009 door de Ministerraad vastgesteld en is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Omdat Weenapoint onderdeel uitmaakt van een in betekenende mate project van het NSL/RSL, hoeft dit bestemmingsplan conform de Wet luchtkwaliteit niet te worden getoetst aan de grenswaarden luchtkwaliteit. Een berekening van de absolute waarden van NO2 en PM10 en toetsing aan grenswaarden hoeft daarom niet plaats te vinden. Dit is onder meer bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in de uitspraak van 31 maart 2010, 200900883/1/H1.
Omdat het programma Weenapoint andere functietypen mogelijk maakt dan woningen en kantoren heeft de gemeente een meldingsprocedure richting IenM gevolgd, opdat het programma Weenapoint op een gecorrigeerde wijze onderdeel blijft van NSL.
Als onderdeel van de uitvoering van het NSL zal in de periode 2010-2015 jaarlijks met behulp van een monitoringstool voor het voorafgaande jaar, het jaar 2015 en het jaar 2020 het netto effect van projecten (nieuwe wegen, bouwprojecten) en maatregelen op het niveau van het Rijk, regio's en gemeenten worden berekend. Op deze manier vindt een monitoring van de saneringsmaatregelen plaats, rekening houdend met nieuwe inzichten op het gebied van modellering van luchtkwaliteit. Die monitoring geeft (ook) uitsluitsel over de waarden van NO2 en PM10 in en rond het RCD. Uitgangspunt van het NSL is dat door de balans van projecten en (extra) luchtmaatregelen in 2011 en in 2015 in Nederland aan de normen voor respectievelijk PM10 en NO2 zal worden voldaan.
Op het moment van opstellen van dit bestemmingsplan is beschikbaar de Monitoringsrapportage NSL Rijnmond 2010 (verder te noemen "de monitoringsrapportage". Die rapportage geeft een overzicht van de resultaten van de eerste monitoring van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) voor de Stadsregio Rotterdam en de gemeente Rotterdam. Uit de monitoringsrapportage blijkt de verwachting dat de grenswaarde voor stikstofdioxide (NO2) in 2015 in Rotterdam zal worden overschreden. Het betreft wegvakken van de Doklaan, het Weena, de Westblaak, de Statentunnel en de zuidelijke uitgang van de Maastunnel. Langs 20 (drukke, doorgaande) straten in Rotterdam zullen de concentraties dan net onder de grenswaarde liggen. Het algemene beeld is dat de (bijna) knelpunten zich met name in de binnenstad van Rotterdam en de toegangswegen bevinden. In de monitoringsrapportage wordt opgemerkt, dat gezien de hoeveelheid in te voeren gegevens, het mogelijk is dat sommige concentraties langs wegen onder- of overschat zijn, ofwel onnodig zijn opgevoerd; in de volgende monitoringsronde worden deze onvolkomenheden gerepareerd. De monitoringsrapportage vermeldt verder het volgende: "Om te voldoen aan de grenswaarden dienen maatregelen te worden getroffen. Met het NSL wordt niet alleen op lokaal, maar ook op provinciaal en rijksniveau gekeken naar maatregelen. Een pakket aan maatregelen vanuit alle lagen is nodig om aan de grenswaarden te kunnen voldoen. In de Stadsregio en de gemeente Rotterdam heeft een herijking van het maatregelenpakket RAP/RAL (RAP: Regionaal Actieprogramma Luchtkwaliteit, RAL: Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit) plaatsgevonden. Hierbij is ook gekeken naar nieuwe mogelijke maatregelen. Om tot oplossingen te komen vindt overleg plaats met andere regio's, gemeenten, provincies en het rijk."
Het Rotterdamse beleid schrijft voor dat er geen nieuwe woningen binnen de contouren van de grenswaarden mogen worden gebouwd. De concentraties langs het Weena en het Kruisplein zijn in 2021 zo laag, dat de nieuwe woningen (evenals bestaande woningen) buiten de contouren van de grenswaarden vallen, er wordt aldus voldaan aan het Rotterdamse beleid.
De herontwikkeling van Weenapoint is, als onderdeel van RCD, opgenomen in het NSL. De herontwikkeling van Weenapoint heeft een geringe bijdrage aan de in het NSL becijferde luchtkwaliteit, die bijdrage is op de meest kritische wegvakken minder dan 1%. De NSL partners (de gemeente Rotterdam, de Stadsregio Rotterdam, de provincie Zuid-Holland en het Rijk) zijn gezamelijk verantwoordelijk voor een samenhangend pakket van maatregelen dat ertoe moet leiden dat wordt voldaan aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. In het planMER RCD is op basis van de destijds beschikbare gegevens uit de monitoringstool NSL aangegeven dat de maatregelen zoals opgenomen in het NSL voldoende waren om aan de nationale en EU wet- en regelgeving te voldoen. In de bestuurlijk vastgestelde Monitoringsrapportage NSL Rijnmond 2010, zijn de resultaten van de eerste monitoringsronde geƫvalueerd. Uit de monitoringsrapportage 2010 blijkt dat er mogelijk aanvullende maatregelen in het NSL moeten worden opgenomen om in 2015 aan de grenswaarde voor NO2 te kunnen voldoen. Het eventueel nemen van aanvullende maatregelen is een verplichting op basis van het NSL en legt geen beperkingen op aan de herontwikkeling van Weenapoint.