direct naar inhoud van 6.4 Geluid
Plan: Weenapoint
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1013Weenapoint-oh01

6.4 Geluid

Geluidhinder kan ontstaan door verschillende activiteiten. In de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer zijn geluidsnormen opgenomen voor wegverkeerslawaai, railverkeerslawaai en industrielawaai. Deze normen geven de hoogst acceptabele geluidsbelasting bij geluidsgevoelige functies zoals woningen.

Bij het bepalen van de maximaal toegestane geluidsbelasting maakt de Wet onderscheid tussen bestaande situaties en nieuwe situaties. Nieuwe situaties zijn nieuw te bouwen geluidsgevoelige functies of nieuwe geluidhinder veroorzakende functies.

6.4.1 Wegverkeer

Als in een zone langs een weg nieuwe situaties mogelijk worden gemaakt, dan moet een akoestisch onderzoek worden uitgevoerd. De breedte van de zone is afhankelijk van het aantal rijstroken, het stedelijk gebied en de maximum snelheid. In het akoestisch onderzoek kunnen wegen waar een snelheid van maximaal 30 km/u geldt buiten beschouwing blijven. In de onderstaande tabel is de zonebreedte aangegeven.

Tabel Breedte geluidszones langs wegen

Soort gebied   Stedelijk gebied   Buitenstedelijk gebied  
Aantal rijstroken   1 of 2   3 of meer   1 of 2   3 of 4   5 of meer  
Zonebreedte   200 meter   350 meter   250 meter   400 meter   600 meter  

Rondom het plangebied liggen het Weena, het Kruisplein, de Diergaardesingel en de Batavierenstraat Als toevoerroute naar het plangebied fungeren de doorgaande wegen Coolsingel, Statenweg, Beukelsdijk en Henegouwerlaan. In 2021 zijn de bouw van de ov-terminal, de aanleg van de tweede Weenatunnel en Kruispleingarage en de herinrichting van het Stationsplein en Kruisplein gereed. Het gebied is goed ontsloten via het openbaar vervoer, met daarbinnen de nieuwe verbindingen die worden geboden door Randstadrail en de HSL.

Het Centraal Station en de ov-terminal vormen een belangrijk knooppunt in het gebied. Zowel de trein (inclusief HSL en Randstadrail), de metro, bus en tram(-plus) zijn naast of onder het station gepositioneerd. De ontsluiting van het plangebied vindt primair plaats via het Weena, Kruisplein en Diergaardesingel. Ter hoogte van het stationsplein en de Kruisplein wordt het verkeer op het Weena door de 350 meter lange Weenatunnel geleid in zowel westelijke als oostelijke richting (2x2 rijstroken). Aan de westzijde van de ov-terminal vindt de ontsluiting van het autoverkeer plaats via de Conradstraat; aan de oostzijde primair via de Delftsepoort. Verder wordt de oostzijde ontsloten via de Poortstraat en de Delftsestraat. In de huidige situatie is in het plangebied een bovengrondse parkeergarage met circa 450 aanwezig, bedoeld voor het personeel van de kantoren. In 2021 is het verkeer, in vergelijking met de huidige situatie, toegenomen. Die toename wordt veroorzaakt door de autonome groei van het autoverkeer, de groei van bus-, taxi-, kiss&ride-verkeer (verbonden aan de komst van de HSL en Randstadrail) en door het extra verkeer dat wordt gegenereerd door de bouwplannen buiten het plangebied.

Onderzocht is van welke wegverkeersintensiteiten sprake is in de te onderzoeken peiljaren 2011 en 2021 op de wegen in en rond het plangebied. Voor het opstellen van de prognoses is gebruik gemaakt van het (statische) verkeersmodel RVMK, versie 1.3., dat tevens is gebruikt voor het PlanMER RCD. Verder is uitgangspunt geweest dat in het netwerk een A4 MiddenDelfland en een A13/16 is opgenomen. Op het moment van het opstellen van dit bestemmingsplan is nog onzeker welke maatregelen in 2021 daadwerkelijk zullen zijn gerealiseerd. Daarom wordt in dit bestemmingsplan uitgegaan van de situatie zonder realisatie van het Verkeersplan Binnenstad. Voor de doorgaande wegen is dat een worst-case.

De verwachte etmaalintensiteiten van de binnenstedelijke wegen voor het jaar 2011, 2015, 2021zijn verstrekt door dS+V, afdeling Verkeer en Vervoer.

6.4.2 Voorkeurswaarde

In nieuwe situaties is de voorkeurswaarde aan de gevel 48 dB. Het college van Burgemeester en Wethouders hebben volgens de Wet geluidhinder de bevoegdheid om een hogere waarde vast te leggen. De onderbouwing van dit voornemen, het ontwerpbesluit, wordt tegelijkertijd met het ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Om na te gaan in hoeverre aan de normen van de Wet geluidhinder kan worden voldaan zijn geluidsberekeningen uitgevoerd.

Eén van de belangrijkste criteria van het gemeentelijke ontheffingsbeleid is het creëren van minimaal één geluidluwe gevel en indien van toepassing minimaal één geluidluwe buitenruimte. Conform dit beleid wordt een gevel als geluidluw aangemerkt indien de geluidcumulatie van alle zoneplichtige (deel)bronnen binnen één bronsoort een bepaalde waarde niet overschrijdt. Het ontheffingsbeleid houdt vast aan de volgende maatregelen in de volgorde:
1) maatregelen aan de bron, en als dit niet (voldoende) kan ( bijvoorbeeld stiller afsfalt)
2) overdrachtsmaatregelen, en als dit niet (voldoende) kan (bijvoorbeeld geluidschermen)
3) maatregelen bij de ontvanger.

In het actieplan geluid Rotterdam is aangegeven dat er Rotterdam kiest voor twee plandrempels gerelateerd aan de gebiedsindeling uit de Stadsvisie. De plandrempel is de waarde van de geluidsbelasting waarboven Rotterdam vindt dat in principe maatregelen nodig zijn om de geluidsbelasting te verlagen. Voor het centrum is de plandrempel 68 dB

Ten aanzien van de geluidsinvloed van omliggende wegen op nieuwe situaties in het bestemmingsplan Weenapointheeft akoestisch onderzoek plaats gevonden. De te onderzoeken hoofdwegen zijn Weena, Kruisplein, West Kruiskade, Westersingel, Mauritsweg, Conradstraat, Schouwburgplein en Henegouwerlaan. De overige wegen in het plangebied zijn niet relevant.

In het akoestisch rapport is een overzicht gegeven van het gehanteerde rekenmodel. Het model is gemaakt met behulp van het programma WinHavik (versie 8.091) van DirActivity software. Het programma maakt bij de berekeningen gebruik van het Royal Haskoning rekenhart voor wegverkeerslawaai (versie 14) en railverkeerslawaai (versie 9). De rekenharten rekenen volgens SRMII conform het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006.

6.4.3 Tabel

In onderstaande tabel zijn de maximaal berekende geluidsbelastingen weergegeven als gevolg van de zoneplichtige wegen. De resultaten zijn inclusief aftrek van 5 dB conform artikel 110g van de Wet geluidhinder.

Resultaten akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

Locatie   Wegvak, zoneplichtige weg   Rekenpunt   Hoogte (meter)   Lden
(incl aftrek art 110 Wgh)
[dB]  
Weenapoint   Weena   N.01   7,50   65  
(Weenatorens)   Kruisplein   N.04   28,50   50  
  Overige zoneplichtige wegen   -   -   <48  
Weenapoint   Weena   N.11   34,50   59  
(Kruispleintorens)   Kruisplein   N.12   1,50   66  
  Westersingel   N.14   19,50 / 22,50   51  
  Overige zoneplichtige wegen   -   -   <48  

De maximaal toelaatbare geluidsbelasting voor woningen (63 dB) wordt overschreden als gevolg van wegverkeer op het Weena en Kruisplein. Hier zijn maatregelen noodzakelijk.
" aan de Weena-zijde geen geluidgevoelige bestemmingen beneden de 45 meter, of het toepassen van 'dove gevels';
" aan de Kruisplein-zijde geen geluidgevoelige bestemmingen beneden de 24 meter, of het toepassen van 'dove gevels'.

Zie onderstaande afbeelding voor de gevels die als dove gevel uitgevoerd dienen te worden, indien er woningen worden ontwikkeld aan deze gevels tot de bovengenoemde hoogte.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1013Weenapoint-oh01_0003.png"

30 km/uur wegen
De maximale geluidsbelasting als gevolg van de Diergaardesingel is berekend en komt uit op 53 dB.

6.4.4 Conclusie wegverkeerslawaai

De geluidsbelasting op de gevel van de afzonderlijke locaties is berekend. De Diergaardesingel heeft een toegestane maximumsnelheid van 30 km/u. Conform de Wgh is deze weg niet getoetst, maar wel inzichtelijk gemaakt. De geluidsbelasting bij de zoneplichtige wegen is getoetst aan de voorkeurswaarde zoals in de Wgh is vastgelegd. Aan de Weenazijde en het Kruisplein wordt de voorkeurswaarde overschreden.

Het gemotiveerd aanvragen van een hogere waarde bij Burgemeester en Wethouders is mogelijk. Het is om stedenbouwkundige en financiële redenen niet mogelijk om nog meer maatregelen te treffen aan de bron of in het overgangsgebied. Bij de stedenbouwkundige verkaveling wordt bij de oriëntatie rekening gehouden met de afschermende werking die de nieuwe bebouwing levert ten opzichte van de bestaande bebouwing. Alle woningen hebben een geluidluwe gevel. In de tabel die in de conclusie wordt beschreven wordt per wegvak de aan te vragen hogere waarde gegeven.

6.4.5 Railverkeer

Tramlawaai wordt volgens het Rotterdamse ontheffingsbeleid niet getoetst aan de voorkeurswaarde van de Wgh. De maximale geluidsbelasting als gevolg van de tramlijnen op het Weena is kleiner dan de voorkeurswaarde van 48 dB. Als gevolg van de tramlijnen op het Kruisplein is er een maximale geluidsbelasting van 54 dB. De geluidsbelasting van het wegverkeer op het Weena en Kruisplein is maatgevend ten opzichte van het tramverkeer.

In nieuwe situaties is de voorkeurswaarde aan de gevel 55 dB. Het college van Burgemeester en Wethouders hebben volgens de Wet geluidhinder de bevoegdheid om een hogere waarde vast te leggen. De onderbouwing van dit voornemen, het ontwerpbesluit, wordt tegelijkertijd met het ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Om na te gaan in hoeverre aan de normen van de Wet geluidhinder kan worden voldaan zijn geluidsberekeningen uitgevoerd.

Overeenkomstig de systematiek van verkeerswegen hebben ook spoorwegen een toetsingzone voor geluidhinder. De omvang van deze zone is per traject opgenomen in het 'Besluit geluidhinder spoorwegen'. Voor de spoorverbinding met traject 605 en 606 ter hoogte van het plangebied bedraagt de geluidszone 600 meter.

Resultaten akoestisch onderzoek railverkeerslawaai

Locatie   Geluidbron   Rekenpunt   Hoogte (meter)   Lden [dB]  
Weenapoint
(weenatorens)  
Railtrajecten 605 en 606   N.01   120   59  
Weenapoint
(kruispleintorens)  
Railtrajecten 605 en 606   N.10   95   56  

De voorkeurswaarde als gevolg van het railverkeer wordt overschreden. De maximaal toelaatbare geluidsbelasting voor woningen (68 dB) wordt niet overschreden.

Het gemotiveerd aanvragen van een hogere waarde bij Burgemeester en Wethouders is mogelijk. Het is om stedenbouwkundige en financiële redenen niet mogelijk om nog meer maatregelen te treffen aan de bron of in het overgangsgebied. Bij de stedenbouwkundige verkaveling wordt bij de oriëntatie rekening gehouden met de afschermende werking die de nieuwe bebouwing levert ten opzichte van de bestaande bebouwing. Alle woningen hebben een geluidluwe gevel. In de tabel die in de conclusie wordt beschreven wordt de aan te vragen hogere waarde gegeven.

6.4.6 Luchtvaartlawaai

De Luchtvaartwet en het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart, op grond waarvan het aanwijzingsbesluit Rotterdam Airport is vastgesteld, zijn op 24 december 2008 komen te vervallen en tegelijkertijd zijn de "Wijzigingswet Wet luchtvaart (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens)" en het "Wijzigingsbesluit luchtvaartwet (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens)" in werking getreden. Conform de Wijzigingswet Wet luchtvaart blijft het besluit "Aanwijzig luchtvaartterrein Rotterdam Airport", genomen op 17 oktober 2001 en onherroepelijk geworden op 21 juni 2006, geldig tot het tijdstip waarop voor de Luchthaven Rotterdam Airport, de naam is inmiddels gewijzigd in "Rotterdam The Hague Airport", een nieuw aanwijzingsbesluit wordt genomen. Conform de genoemde wijzigingswet moet voor Rotterdam The Hague Airport binnen 5 jaar, uiterlijk 24 december 2013, een nieuw aanwijzingsbesluit worden genomen.

Sinds november 2009 zijn onder andere het "Besluit burgerluchthavens" en de "Regeling burgerluchthavens" in werking getreden. Conform het Besluit burgerluchthavens moeten rond Rotterdam The Hague Airport bij een nieuw aanwijzingsbesluit de geluidcontouren van 48 dB(A), 56 dB(A) en 70 dB(A) worden vastgesteld.

Vooruitlopend op de nieuwe wet- en regelgeving is voor (destijds genoemde) Rotterdam Airport het Milieueffectrapport zoneaanpassing 2008 deelrapport geluid, van juni 2008, opgesteld. In dit MER zijn verschillende varianten onderzocht. Gebleken is dat variant 4c de voorkeur verdient. Voor deze variant zijn (conform de inmiddels vervallen wet- en regelgeving) de geluidcontouren van 20 Ke tot en met 65 Ke en (conform de nu geldende wet- en regelgeving) de geluidcontouren van 45 dB(A) tot en met 70 dB(A) berekend. Deze geluidcontouren zijn opgenomen in figuur 20 respectievelijk figuur 48 van het genoemde MER. Momenteel is een nieuw aanwijzingsbesluit in voorbereiding waarmee de dB(A)-geluidcontouren conform variant 4c van het MER zullen worden vastgesteld.

Het bestemmingsplangebied Weenapoint valt niet binnen de hiervoor genoemde Ke- en dB(A)-geluidcontouren. Het luchtvaartlawaai is derhalve niet relevant voor dit bestemmingsplan.

6.4.7 Industrielawaai

Het plan ligt niet binnen een geluidscontour afkomstig van een gezoneerd industrieterrein, zodat voor dit aspect geen toetsing aan de Wet geluidhinder behorende besluiten nodig is.

6.4.8 Cumulatie

De gecumuleerde geluidsbelasting wordt bepaald als er sprake is van een overschrijding van de voorkeurswaarde bij een geluidgevoelige locatie door meer dan één soort geluidbron.
Binnen het plangebied is er sprake van een overschrijding van de voorkeurswaarde door meer dan één wettelijke geluidbron. Derhalve is een cumulatie van meerdere bronsoorten aan de orde.

In het geluidrapport zijn de gecumuleerde geluidsbelastingen van de zoneplichtige wegen (exclusief aftrek conform artikel 110g Wgh) en het railverkeer weergegeven voor de rekenpunten waarbij beide bronsoorten de voorkeurswaarde overschrijden.
De maximaal gecumuleerde geluidsbelasting op Weenapoint, op de rekenpunten waarbij de voorkeurswaarde als gevolg van zowel railverkeer als wegverkeer wordt overschreden, bedraagt 67 dB. Deze waarde is lager dan de maximale geluidsbelasting voor wegverkeerslawaai op rekenpunten waar de voorkeurswaarde als gevolg van railverkeer niet wordt overschreden. Deze bedraagt 71 dB.

6.4.9 Conclusie

Er zijn berekeningen uitgevoerd per zoneplichtige weg, om te kunnen toetsen aan de Wet geluidhinder. Gebleken is dat als gevolg van wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai de voorkeurswaarde van respectievelijk 48 dB en 55 dB overschreden wordt. De maximale grenswaarde van 63 dB als gevolg van wegverkeerslawaai wordt ook overschreden.

De geluidsbelasting op de gevel is berekend. De geluidsbelasting is getoetst aan de voorkeurswaarde zoals in de Wgh is vastgelegd. Aan de zijde van het Weena en het Kruisplein wordt de voorkeurswaarde overschreden. Na het treffen van maatregelen (Woningen situeren in de bouwlagen hoger dan 45 meter aan de Weenazijde en hoger dan 24 meter aan de Kruispleinzijde. Of de gevel ter plaatse van de woningen uitvoeren als 'dove' gevel' ) zijn alsnog ontheffingen nodig van de voorkeurswaarde voor railverkeers- en wegverkeerslawaai.

Voor het Weenapoint is het aanvragen van een hogere grenswaarde bij Burgemeester en Wethouders mogelijk. In de onderstaande tabel wordt per wegvak en spoortraject de hogere grenswaarde aangegeven.

Overzicht aan te vragen hogere waarde na het treffen van noodzakelijke maatregelen

Locatie   Geluidbron   Wegverkeer L den
(inclusief aftrek art. 110g)
[dB]  
Railverkeer L den


[dB]  
Weenapoint   Weena   63*   -  
(Weenatorens)   Kruisplein   50   -  
  Railtraject 605 en 606   -   59  
Weenapoint   Weenapoint   59   -  
(Kruispleintorens)   Kruisplein   63*   -  
  Westersingel   51   -  
  Railtraject 605 en 606   -   56  

* Maximale grenswaarde wordt op de gevel van het Weena en Kruisplein overschreden, eerder is aangegeven tot welke hoogte er sprake is van een overschrijding van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting. Boven deze rekenhoogte neemt de verkeergeluidsbelasting af en blijft deze onder de ten hoogste toelaatbare waarde.

Daarom is voorgesteld de aangegeven waarde als hogere waarden te verlenen. In de regels is aangegeven dat aan de zijde van het Weena en Kruisplein de gevel tot een bepaalde hoogte als dove gevel uitgevoerd dient te worden indien hier woningen worden gerealiseerd.

Onderdeel van het ontheffingenbeleid is dat een hogere waarde slechts wordt verleend indien woningen ten minste over één geluidsluwe gevel beschikken.