direct naar inhoud van Artikel 30 Verkeer - Erf
Plan: Oude Westen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1012OudeWesten-oh01

Artikel 30 Verkeer - Erf

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Erf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. terrein ten behoeve van de ontsluiting van de aanliggende bebouwing, voor parkeren, tuin, groenvoorzieningen en waterlopen;
  • b. ter plaatse van de functieaanduiding "parkeergarage", is tevens een parkeergarage toegestaan, dit betreft de locatie Diergaardesingel;
  • c. uitstekende delen aan gebouwen die toegelaten zijn krachtens een aangrenzende bouwbestemming;
  • d. "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3" en "Waarde - Cultuurhistorie - 1", voor zover de gronden mede als zodanig zijn bestemd.
30.2 Bouwregels
30.2.1 Algemeen

Op de voor "Verkeer - Erf" bestemde gronden mag niet worden gebouwd, behoudens:

  • a. in de bestemming passende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals een carport, slagboom, fietsenrekken, erfafscheidingen e.d.
  • b. uitstekende delen aan gebouwen, niet dieper dan 2 meter uit de gevel en ten minste 2,2 meter boven maaiveld;
  • c. erfafscheidingen mogen niet hoger zijn dan 2 meter.
30.2.2 Medebestemming

Voor zover de gronden mede zijn bestemd voor "Waarde - Archeologie - 2", "Waarde - Archeologie - 3" en "Waarde - Cultuurhistorie - 1", is voor het bouwen het bepaalde ter zake in genoemde bestemming mede van toepassing.

30.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning in de volgende gevallen en onder de daarbij opgenomen regels afwijken van dit bestemmingsplan:

30.3.1 UItbreiding bebouwing

Ten behoeve van de gehele of gedeeltelijke bebouwing van gronden binnen de bestemming “Verkeer - Erf”, die grenzen aan gronden, welke zijn aangewezen voor: “Detailhandel - 1”, “Detailhandel - 2”, “Gemengd - 1”, “Gemengd - 2”, “Gemengd - 3”, “Kantoor - 1”, of “Kantoor - 2”, met dien verstande dat:

  • a. de beganegrondverdieping van het daarop aanwezige gebouw niet voor woondoeleinden wordt gebruikt;
  • b. de bebouwing niet boven het vloerpeil van de eerste verdieping van het voorliggende gebouw wordt opgetrokken;
  • c. de achterbebouwing op dezelfde wijze zal worden gebruikt als de beganegrond- verdieping van voorliggende gebouw;
  • d. ten behoeve van het verkrijgen van een aanvaardbare woonomgeving voor de bewoners van de op de verdiepingen gelegen woningen, de afdekking van deze achterbebouwing op tuinaanleg wordt afgestemd.
30.3.2 Andere bouwwerken

Voor de bouw van een bergloodsje en/of andere in een tuin passende gebouwtjes - geen garage zijnde - als een prieeltje, een volière of een plantenkastje, mits de aanliggende beganegrondverdieping van het pand, waarbij de tuin behoort, voor woondoeleinden wordt gebruikt en met dien verstande dat:

  • a. de in de totaal door de in de aanhef bedoelde gebouwtjes in te nemen vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 9 m2, indien de tuin een oppervlakte heeft van niet meer dan 55 m2.
    -15% van de oppervlakte van de tuin, doch niet meer dan 13 m2, mag bedragen en de hoogte niet meer dan 2,50 m.;
  • b. met inachtneming van het onder 30.3.2, sub a bepaalde van elk gebouwtje op zich, de grondoppervlakte 55 tot 240 m2 bedraagt;
  • c. het karakter van de omgeving niet mag worden geschaad.
30.3.3 Advies

Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het advies in van de Commissie voor Welstand en Monmenten.