direct naar inhoud van 6.3 Milieuzonering
Plan: Zuidwijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1010Zuidwijk-oh01

6.3 Milieuzonering

6.3.1 Beleid en normstelling

Bij goede ruimtelijke ordening hoort het voorkomen van voorzienbare hinder door bedrijven. Hiervoor bestaan voor nieuwe situaties geen wettelijke normen. De gemeente Rotterdam gebruikt al sinds de jaren '50 instrumenten om bedrijven in te passen in de omgeving. Dit gebeurde eerst door middel van de Hinderwetverordening. Vanaf de jaren '70 werkt de gemeente met de Rotterdamse 'Staat van Inrichtingen'. Deze is afgeleid van de inrichtingen vernoemd in het Hinderbesluit en uitgebreid met een indeling in milieucategorieën. Vanaf begin jaren '90 wordt gebruikt gemaakt van de bedrijvenlijst die is opgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering).

De VNG-uitgave geeft informatie over milieuhinder van vrijwel alle bedrijfstypen en andere activiteiten. Hierin zijn voor de milieuaspecten geur, stof (luchtkwaliteit), geluid en gevaar afstandswaarden gegeven. De aard van de hinder is bepalend voor de vraag in hoeverre tussen een belastende en een gevoelige functie verweving mogelijk is, dan wel ruimtelijke scheiding noodzakelijk is. De VNG-uitgave bevat een tabel met indicatieve afstanden bij het omgevingstype rustige woonwijk en een tabel voor het omgevingstype gebied met functiemenging. Hiermee kan de vraag worden beantwoord welke afstand in de regel aanvaardbaar is tussen een nieuw bedrijf en woningen en tussen nieuwe woningen en bedrijven, of welke bedrijven aanvaardbaar zijn in een gebied met functiemenging.

Bij gebieden met functiemenging kan gedacht worden aan stadscentra, winkelcentra, horecaconcentratiegebieden, zones langs stedelijke wegen, woongebieden met kleinschalige en ambachtelijke bedrijvigheid, gebieden nabij industrieterreinen. In deze gebieden is een combinatie van wonen en werken vaak mogelijk. Vaak aanpandig, bij lichte bedrijvigheid, of naast elkaar, bij de iets zwaardere bedrijven en met aandacht voor de ontsluiting bij bedrijven met een verkeersaantrekkende werking.

In het bestemmingsplan vallen functies zoals agrarische doeleinden, kantoren, detailhandel, horeca, maatschappelijke voorzieningen, sport of recreatie niet onder de bestemming bedrijven. Voor het inpassen van die functies wordt echter wel op dezelfde wijze gebruik gemaakt van de VNG-uitgave. In de VNG-uitgave wordt uitgegaan van gemiddelden. Voor het inpassen van functies is daarom vaak maatwerk nodig.

De VNG-lijst is vertaald naar de Rotterdamse situatie. Hiervoor is de gemeente Rotterdam verdeeld in vijf gebiedstypen, te weten:'rustige woonwijk', 'gemengd woongebied', 'industriegebied I', 'Industriegebied II' en 'industriegebied III'.

6.3.2 Plangebied

Zuidwijk is volgens de Rotterdamse systematiek aangeduid als een rustige woonwijk. De woonvlekken zijn gescheiden van de werk-, winkel- en verkeersgebieden. In deze gebiedstypering zijn activiteiten toegestaan tot en met milieucategorie 2.

Dat betekent overigens niet dat het wenselijk is om in bestaand woongebied nieuwe bedrijven, direct onder woningen toe te laten in categorie 2. Immers vanuit overlastoogpunt dient tussen dergelijke bedrijven en woningen een afstand van ten minste 30 meter in acht genomen te worden. In de gemengde bestemmingen met woningen zijn slechts bedrijven toegestaan tot en met categorie 1.

Door middel van maatwerk zijn in het plangebied ook de volgende aanwezige bedrijven toegestaan:

  • een autoplaatwerkerij aan de Slinge 244 (categorie 3.2);
  • een gereedschapslijperij aan de Kraayenstein 21 (categorie 3.2)
  • en een schildersbedrijf annex glashandel aan het Hijkerveld 164 (categorie 3.1).

Deze drie bedrijven zijn met een zogenaamde uitsterfregeling opgenomen, d.w.z. dat ingeval zij vervangen zijn door een bedrijf t/m categorie 2, bedoelde bedrijven niet meer ter plaatse mogen terugkeren.

In en nabij het plangebied zijn meerdere activiteiten die van invloed zijn op het plangebied in verband met geluid, lucht en externe veiligheid, te weten metrolijn 'D', de Havenspoorlijn, Industrieterrein Waal-Eemhaven, Transport gevaarlijke stoffen over A15 en een leiding van de Nederlandse Gasunie. De invloed van de activiteiten komt aan de orde bij de volgende paragrafen.

De overige activiteiten in of nabij het plangebied zijn niet belemmerend voor (nieuwe ontwikkelingen binnen) dit bestemmingsplan, anders dan die reeds in het bestemmingsplan zijn genoemd, en/of waarmee reeds rekening is gehouden.