direct naar inhoud van 4.6 Bodem
Plan: Bolnes
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0597.BPBOLNES2010-OH01

4.6 Bodem

Normstelling en beleid

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen moet worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen worden bij voorkeur op schone grond gerealiseerd.

Onderzoek

Wbb-locatie Park Maasdonck

Voordat het bouwplan Maasdonck werd gerealiseerd, is er eerst een bodemonderzoek uitgevoerd. Daaruit bleek dat de bodem ernstig verontreinigd was. Het hele terrein is gesaneerd door middel van afgraving van de verontreinigde grond tot een bepaalde diepte. Na het afronden van het omspitten en de saneringswerkzaamheden is het terrein op egalisatieniveau gebracht. Vervolgens is een signaleringsdoek met daarop een leeflaag van circa 1 meter op aangebracht.

Het signaleringsdoek dient als afscherming van de dieper gelegen verontreinigde grond en door middel van het signaleringsdoek wordt bij ontgravingswerkzaamheden meteen duidelijk dat onder het doek verontreinigde grond zit.

De leeflaag bestaat uit schoon zand en gereinigde grond, waarvoor geldt dat alle analyseresultaten beneden de streefwaarden liggen. Dit betekent dus dat de grond tot op de diepte van het signaleringsdoek schoon is. Hier gelden dus nog steeds gebruiksbeperkingen voor de laag dieper dan 1 meter onder maaiveld.

Bodemkwaliteitskaart (2012)

Voor de gemeente Ridderkerk is een bodemkwaliteitskaart opgesteld. Deze kaart is in 2012 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Ridderkerk is hierbij opgedeeld in verschillende zones (voornamelijk gebaseerd op de functie van het gebied) en per zone is een inventarisatie gemaakt van alle aanwezige bodemonderzoeksgegevens. Deze gegevens zijn gebundeld en leiden tot een profiel van de bodem in deze zone. Het geeft dus een globaal beeld van de bodemkwaliteit in een zone. Ridderkerk Bolnes is ingedeeld in de zonesĀ  'lintbebouwing en oude kernen', 'woonwijken vanaf 1940' en 'buitengebied'. De bodem in Ridderkerk is over het algemeen licht verontreinigd. Zo ook de bodem in de woonwijken in Bolnes. Deze zijn later gebouwd en vaak is hier bodemonderzoek aan vooraf gegaan. Ook voor de totstandkoming van de laatste ontwikkellocaties, heeft uitgebreid bodemonderzoek plaatsgevonden. Echter de lintbebouwing en in dit geval ook de oude kern, zijn van oudsher concentratiepunten geweest van bedrijvigheid en bebouwing (Ringdijk en oud-Bolnes). Kleinschalige, vaak ambachtelijke bedrijfjes hebben hier activiteiten ontplooid, die hebben kunnen leiden tot bodemverontreiniging. Langs de Ringdijk waren ook enkele scheepswerven gevestigd, die hun sporen hebben nagelaten. In de archieven zijn deze locaties vaak te achterhalen. Het feit dat de bodem over het algemeen licht verontreinigd is, heeft verder geen gevolgen voor de mensen, die op deze gronden wonen. Dit geldt voor heel veel gebieden in Nederland en Ridderkerk is daar geen uitzondering op. Er kan gewoon op gebouwd en gewoond worden, zonder gevolgen voor de volksgezondheid. Voor het toekennen van een bouwvergunning wordt wel vaak een bodemonderzoek gevraagd om te bepalen of er geen puntverontreiniging aanwezig is.

Ook oude olietanks zijn een erfenis uit vroegere tijden. Oude tanks in de bodem kunnen, na verloop van tijd, gaan lekken en zorgen voor bodemverontreiniging. Een groot deel van deze tanks is verwijderd, (of op een juiste manier buiten gebruik gesteld) via de gemeentelijke Actie Tankslag. Veel oude tanks zijn/waren aanwezig in tuinen van de bewoners van oud-Bolnes, omdat veel van deze woningen al zijn gebouwd voor aansluiting op het gasnet. De nog in gebruik zijnde tanks vallen onder het Besluit Opslag in Ondergrondse Tanks (BOOT). De DCMR Milieudienst Rijnmond heeft deze tanks opgenomen in een controlesysteem en controleert, of aan de regelgeving wordt voldaan.

Conclusie

Het plan maakt geen functiewijziging mogelijk waardoor onderzoek naar de bodemkwaliteit in het kader van het bestemmingsplan noodzakelijk is. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de kwaliteit van de bodem onvoldoende is voor de huidige functies. Geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg staat.