direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Westeind-Schooldwarsstraat
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0590.pb01schooldwarsstr-3001

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, met dien verstande dat de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning bedraagt;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': een parkeergarage;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, dakterrassen, groen, (langzaam)verkeersvoorzieningen, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels:

4.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het aantal woningen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan door middel van de aanduiding 'aantal woningen' is aangegeven;
  • c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • e. de voorgevel van het hoofdgebouw dient in of binnen een afstand van 3 m evenwijdig aan de voorste bouwgrens te worden gebouwd;
  • f. uitbreiding van woningen mag uitsluitend plaatsvinden in de vorm van aan-, uitbouwen en bijgebouwen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding-1 tevens dakopbouwen zijn toegestaan, mits:
    • 1. na realisering van de dakopbouw de bouwhoogte van de woning maximaal 12,5 m bedraagt;
    • 2. de voorzijde van de dakopbouw minimaal 3 m wordt teruggelegd ten opzichte van de voorgevel van de onderliggende bouwlaag;
    • 3. de dakopbouw een maximale oppervlakte heeft van 10 m2;
    • 4. de afstand van de dakopbouw tot de erfgrens aan de ene zijde minimaal 3 m bedraagt en aan de andere zijde 0 m bedraagt (in de erfgrens wordt gebouwd);
    • 5. de mogelijkheid voor het realiseren van de dakopbouw op een wijze dient te geschieden die past bij de stedenbouwkundige opzet van het woongebied en de typologie van de bebouwing.
  • g. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • h. het gezamenlijk te bebouwen oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij en/of achtererf bedragen, met een maximum van 50 m²;
  • i. de diepte van aanbouwen mag niet meer bedragen dan 3 m uit de achtergevel van het hoofdgebouw.

4.3 specifieke gebruiksregel
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1' zijn tevens dakterrassen toegestaan aan de voorzijde ten behoeve van de woningen.