direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Centrumgebied
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0590.bv03centrum2012-3001

Artikel 13 Verkeer - Verblijfsgebied

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1 Doeleinden

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. erftoegangswegen met de daarbij behorende kunstwerken en voorzieningen (waaronder parkeervoorzieningen);
  • b. fietspaden;
  • c. voetpaden;
  • d. standplaatsen voor ambulante handel, mits dit past binnen de Beleidsregels standplaatsen ambulante handel Papendrecht;
  • e. speelvoorzieningen
  • f. openbare nutsvoorzieningen
  • g. groenvoorzieningen, bermen en taluds;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen en daaraan gerelateerde voorzieningen zoals duikers, overkluizingen en bruggen;
  • i. terrassen behorende bij naastgelegen horecafuncties;
  • j. aan het verblijfsgebied in het centrumgebied inherente, kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt, rommelmarkt, antiekmarkt, braderieën en een kermis;
  • k. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling;
  • l. voorzieningen behorend bij en/of passend in de genoemde functies, zoals culturele kunstwerken.
13.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 23.1.

13.2 Bouwregels
  • a. op de voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken worden gebouwd;
  • b. vaste bouwwerken ten behoeve van terrassen zijn niet toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vaste bouwwerken';
  • c. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag maximaal 5 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. voorzieningen voor verlichting en het verkeer, waarvan de bouwhoogte maximaal 9 meter mag bedragen;
    • 2. geluidwerende voorzieningen, waarvan de bouwhoogte maximaal 7 meter mag bedragen;
    • 3. culturele kunstwerken, waarvan de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen;
    • 4. vlaggenmasten, waarvan de hoogte maximaal 8 meter mag bedragen.