direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Centrumgebied
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0590.bv03centrum2012-3001

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1 Doeleinden

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. openbaar bestuur, dienstverlening van overheidswege, sociale en culturele doeleinden (incl. sportvoorzieningen), godsdienstuitoefening, onderwijs en medische doeleinden, daaronder tevens begrepen bijzondere woonvormen zoals bejaardentehuizen en woonzorgcomplexen;
  • b. beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' en overeenkomstig de lijst Beeldbepalende panden die als Bijlage 2 bij de regels is gevoegd;
  • c. horeca ondergeschikt aan en ten dienste van de toegelaten functies;
  • d. kantoren ten behoeve van de toegelaten functies;
  • e. horeca van de aangeduide categorie uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  • f. parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies.
11.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 23.1.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 11.1 genoemde bestemming;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. andere bouwwerken zonder dak.
11.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken zonder dak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het aangeduide maximale bebouwingspercentage geldt;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte maximaal de aangeduide hoogte bedragen.
11.2.3 Regels buiten de aanduiding 'bouwvlak'

Buiten het bouwvlak mogen uitsluitend andere bouwwerken zonder dak worden gebouwd, met uitzondering van:

  • a. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage', waar tevens gebouwen en bijbehorende bouwwerken mogen worden gebouwd tot maximaal het aangeduide percentage;
  • b. de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - loopbrug', waar tevens een overdekte verbinding, in de vorm van een loopbrug, met gebouwen in andere bestemmingsvlakken is toegestaan.
11.2.4 Andere bouwwerken zonder dak

Voor het bouwen van andere bouwwerken zonder dak gelden de volgende regels:

  • a. deze mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 6 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 meter en achter de voorgevelrooilijn maximaal 2 meter mag bedragen;
    • 2. lichtmasten waarvan de bouwhoogte maximaal 9 meter mag bedragen;
    • 3. culturele kunstwerken, waarvan de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen.
11.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
11.3.1 Vergunningplicht

Ter plaatse van de aanduiding 'Karakteristiek' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige cultuurhistorisch waardevolle en/of karakteristieke bebouwing (beeldbepalende panden) geheel of gedeeltelijk te slopen.

11.3.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 11.3.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. sloopwerkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. sloopwerkzaamheden gericht op de instandhouding van gebouwen en terreinen met cultuurhistorische waarden;
  • d. sloopwerkzaamheden, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning/ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
11.3.3 Toelaatbaarheid

Voor de beslissing omtrent de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.3.1 geldt het toetsingskader ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.