direct naar inhoud van Artikel 8 Groen
Plan: Centrumgebied
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0590.bv03centrum2012-3001

Artikel 8 Groen

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 Doeleinden

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen, zoals trapvelden, speelvoorzieningen, plantsoenen, waterpartijen met de daarbij behorende voet- en fietspaden en andere voorzieningen (waaronder de bestaande individuele perceelsontsluitingen);
  • b. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. openbare nutsvoorzieningen;
  • d. voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling;
  • e. een overdekte verbinding, in de vorm van een loopbrug, tussen gebouwen in de aangrenzende bestemmingen 'Maatschappelijk', uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - loopbrug'.
8.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 23.1.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten dienste van het openbaar nut (nutsvoorzieningen), met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - loopbrug' tevens een overdekte verbinding, in de vorm van een loopbrug, tussen gebouwen in de aangrenzende bestemmingen 'Maatschappelijk' is toegestaan.

8.2.2 Andere bouwwerken

Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten behoeve van of in de vorm van:

  • a. de regeling van het verkeer;
  • b. de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
  • c. het openbaar nut;
  • d. recreatieve voorzieningen, zoals recreatieve bewegwijzering, informatieborden en kleinschalige uitzicht- en rustpunten;
  • e. straatmeubilair, speelvoorzieningen, culturele kunstwerken en daarmee gelijk te stellen bouwwerken.
8.2.3 Overige regels

De bouwhoogte van andere bouwwerken mag maximaal 5 meter bedragen, met uitzondering van:

  • a. voorzieningen voor verlichting en het verkeer, waarvan de bouwhoogte maximaal 9 meter mag bedragen;
  • b. culturele kunstwerken, waarvan de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen;
  • c. erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte maximaal 3 meter mag bedragen.