direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Centrumgebied
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0590.bv03centrum2012-3001

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Doeleinden

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven van categorie 1 en 2, die zijn opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten die als Bijlage 1 bij deze regels is gevoegd, met inbegrip van bedrijfsgebonden kantoren en met uitzondering van:
    • 1. geluidzoneringsplichtige inrichtingen en
    • 2. risicovolle inrichtingen;
  • b. beeldbepalende panden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' en overeenkomstig de lijst Beeldbepalende panden die als Bijlage 2 bij de regels is gevoegd;
  • c. wonen in een bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • d. zelfstandige kantoren uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' met inachtname van het bepaalde in artikel 3.3.2;
  • e. detailhandel uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • f. een doe-het-zelfzaak uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - doe-het-zelfzaak';
  • g. verkooppunten moterbrandstoffen zonder lpg (met de daarbij behorende detailhandel in de vorm van een tankshop) uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstof zonder lpg';
  • h. een meubelmakerij uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - meubelmakerij';
  • i. een timmerfabriek uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - timmerfabriek';
  • j. een loodgieter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ' specifieke vorm van bedrijf - loodgieter';
  • k. parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies.
3.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 23.1.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bedrijfsgebouwen ten behoeve van de in artikel 3.1 genoemde bestemming;
  • b. één bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • c. bijbehorende bouwwerken;
  • d. andere bouwwerken zonder dak.
3.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen de bedrijfsgebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken zonder dak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' mag de goothoogte maximaal de aangeduide hoogte bedragen.
3.2.3 Regels buiten de aanduiding 'bouwvlak'

Buiten het bouwvlak mogen uitsluitend andere bouwwerken zonder dak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' een overkapping is toegestaan met een hoogte van maximaal 5 meter.

3.2.4 Andere bouwwerken zonder dak

Voor het bouwen van andere bouwwerken zonder dak gelden de volgende regels:

  • a. deze mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal 6 meter bedragen, met uitzondering van:
    • 1. erfafscheidingen, waarvan de bouwhoogte voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 meter en achter de voorgevelrooilijn maximaal 2 meter mag bedragen;
    • 2. lichtmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 9 meter mag bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Verboden gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken:

  • a. voor buitenopslag hoger dan twee meter boven peil;
  • b. als zelfstandig kantoor anders dan ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.
3.3.2 Zelfstandige kantoren

Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn zelfstandige kantoren toegestaan tot een maximum van 500 m2 bedrijfsvloeroppervlak per vestiging en mits een openbaarvervoerontsluiting (opstapplaats bus) aanwezig is binnen een afstand van maximaal 800 meter, gemeten over het openbaar toegankelijke gebied.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Staat van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.1.1 ten behoeve van bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen, voor zover die bedrijven naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot of gelijk kunnen worden gesteld met bedrijven uit categorie 1 of 2.

3.4.2 Volumineuze detailhandel

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.1.1 ten behoeve van volumineuze detailhandel mits:

  • a. het detailhandel betreft die vanwege de aard van de verkochte goederen niet in de bestemming Centrum thuishoort;
  • b. op eigen terrein of in de directe omgeving daarvan voldoende parkeergelegenheid aanwezig is;
  • c. er geen overwegende bezwaren zijn vanuit verkeerskundig oogpunt (doorstroming, bereikbaarheid en veiligheid).
3.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
3.5.1 Vergunningplicht

Ter plaatse van de aanduiding 'Karakteristiek' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige cultuurhistorisch waardevolle en/of karakteristieke bebouwing (beeldbepalende panden) geheel of gedeeltelijk te slopen.

3.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 3.5.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. sloopwerkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. sloopwerkzaamheden gericht op de instandhouding van gebouwen en terreinen met cultuurhistorische waarden;
  • d. sloopwerkzaamheden, die op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning/ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
3.5.3 Toelaatbaarheid

Voor de beslissing omtrent de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.5.1 geldt het toetsingskader ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.