Plan: | Bedrijventerrein Het Nieuwland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0590.bp01bedrnieuwland-3001 |
Activiteiten die mogelijk negatieve effecten op de natuurwaarden veroorzaken, moeten getoetst worden aan de nationale en internationale beleid- en wetgeving voor natuur. De belangrijkste op dit gebied zijn de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. In een globaal onderzoek11 (quickscan), zijn de mogelijke effecten van de voorgenomen activiteiten getoetst aan de betreffende wetgeving volgens de bijbehorende procedures. Tevens is bij het opstellen van deze paragraaf gebruikgemaakt van het veldonderzoek van het Natuurwetenschappelijk centrum voor de naastgelegen ecozone12.
Inventarisatie en veldbezoek
Van het studiegebied zijn geen actuele gegevens beschikbaar over de huidige natuurwaarden. Dit heeft te maken met recente grondwerkzaamheden in het gebied. In het verleden zag het gebied er anders uit, maar ook van die periode zijn geen tot weinig gegevens aanwezig. Het Natuurloket geeft aan dat de kilometerhokken, waarin het gebied ligt, in de periode 1990-2001 voor de meeste soortengroepen niet of slecht zijn onderzocht. Alleen de vaatplanten zijn goed onderzocht, maar de gegevens zijn vermoedelijk gedateerd (vanaf 1975).
Op de website van de Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard zijn recente waarnemingenlijsten te vinden van de waargenomen vogelsoorten in de polder Het Nieuwland. Dit zijn nadrukkelijk waarnemingen en geen inventarisatiegegevens. In de polder zijn relatief veel vogelsoorten gesignaleerd, waaronder Rode Lijstsoorten als kluut en patrijs.
In aansluiting op het opvragen van beschikbare gegevens is een oriënterend veldbezoek afgelegd door een ervaren ecoloog. Doel hiervan was om naast de beschikbare gegevens een actueel beeld te krijgen van de geschiktheid van het gebied voor flora en fauna.
Actuele en potentiële natuurwaarden
Het overgrote deel van het plangebied bestaat uit recent opgespoten zand afkomstig uit de Sophiatunnel. Op basis van expert judgement wordt de zandvlakte niet geschikt geacht voor broedvogels. De vogelwaarnemingen in dit deel van het studiegebied betreffen naar alle waarschijnlijkheid alleen tijdelijke verblijfplaatsen of doortrekkende vogels. Gezien de graafwerkzaamheden wordt het terrein tevens niet geschikt geacht voor andere bijzondere amfibieën, reptielen of zoogdieren.
Toetsing aan wet- en regelgeving
Natuurbeschermingswet (gebieden):
Het studiegebied bevindt zich niet in of in de directe omgeving van een beschermd gebied in het kader van de Natuurbeschermingswet. Nadere toetsing van de effecten is daarom niet aan de orde.
Flora- en faunawet (soorten):
In het gebied zijn geen waarnemingen bekend van bijzondere beschermde plant- en diersoorten. Gezien de huidige situatie van het plangebied wordt de kans op het voorkomen van dergelijke soorten zeer klein geacht. Hoewel het incidenteel voorkomen van algemeen beschermde soorten (haas, fazant) niet kan worden uitgesloten, zal de verdere ontwikkeling van het terrein gezien de huidige beperkte geschiktheid als leefgebied niet leiden tot significante effecten op het voortbestaan van deze algemene soorten. Op 22 februari 2005 heeft de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ontheffing verleend van de betreffende verbodsbepalingen genoemd in de Flora- en faunawet met betrekking tot de gewone dwergvleermuis. Deze ontheffing is geldig tot 22 februari 2010. Deze ontheffing13 is verlengd tot 17 juli 2011.
Conclusies natuurtoets
Geconcludeerd kan worden dat in het plangebied geen bijzondere, beschermde en/of bedreigde diersoorten voorkomen. Het voorgaande betekent dat er vanuit beleid- en wetgeving voor natuur geen belemmeringen worden verwacht voor de verdere ontwikkeling van het plangebied.