Plan: | Bedrijventerrein Het Nieuwland |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0590.bp01bedrnieuwland-3001 |
Normstelling en beleid
Verdrag van Malta
Het Verdrag van Malta is in 1992 ondertekend en in 1995 in werking getreden. Doelstelling van het Verdrag van Malta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.
De inhoud van het Verdrag van Malta is neergelegd in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg die op 1 september 2007 van kracht is geworden en een wijziging van de Monumentenwet 1988 tot gevolg heeft gehad. Op grond van deze aangescherpte regelgeving stellen Rijk en provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.
Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005-2008, de Nota Belvedère, het Structuurschema Groene Ruimte 2, de Nota Ruimte, de Wijziging van de Monumentenwet 1988 en diverse publicaties van het Ministerie van OC&W.
Cultuurhistorie
De Nederwaard maakt deel uit van een gebied waar afwisselend veen- en kleiafzetting plaats- vond. De polder Het Nieuwland ligt in de delta van een stelsel van pre-Romeinse getijdenkreken. Het gevolg is dat er sprake is van een gedifferentieerde bodemgesteldheid van mariene klei- en zandafzettingen en veen; deze bodem is in het algemeen weinig draagkrachtig. Na de bedijking van de Nederwaard werd de invloed van de getijdenwerking sterk teruggedrongen en vond er in principe alleen nog sedimentatie plaats in het buitendijkse gebied. De pas later bekade en ontgonnen polder Het Nieuwland maakt deel uit van deze zogenaamde (op- en) aanwassen.
Incidenteel kon door dijkbreuk de invloed van het water zich nog binnendijks doen gelden. Hierbij werden diep uitgeslagen plassen gevormd (wielen genaamd, onder andere het Noordhoeksche Wiel) en kon nog enige sedimentatie plaatsvinden. Door de ontwatering van de binnendijkse polders trad er met name in de veengebieden een sterke klink op. Mede als gevolg van de alleen tot buitendijks gebied beperkte sedimentatie, kwamen de oudere polders lager te liggen dan de buitendijkse landen. Vanwege de lage ligging hebben diverse delen van het binnendijkse gebied nog geruime tijd te kampen gehad met wateroverlast. Dit komt tot uiting in een ten opzichte van de aanwassen zeer smalle verkaveling, gebruikt als grasland, en tot voor kort de aanwezigheid van grienden. De polder Het Nieuwland werd ingericht als een zelfstandige relatief ruim verkavelde bouwlandpolder. Binnen deze polder bleef een lager gelegen zone, grenzend aan de Hoogendijk, in gebruik als grasland.
Archeologische waarden
Polder Het Nieuwland is aangegeven als een gebied met hoge archeologische verwachtingen. Volgens de kaartrapportage Cultuur-Historische Hoofdstructuur (CHS) regio Alblasserwaard en Vijfheerenlanden (1999), kaart 1b (Archeologie, waarden) en 4 (Overzicht waarden) wordt aan het betreffende gedeelte van de polder Het Nieuwland de verwachting: complex met een redelijke kans op archeologische sporen toegekend. Op kaartbeeld 1a (Archeologie, kenmerken) is aangegeven dat in de gehele polder verstoring heeft plaatsgevonden. Deze verstoring bestond uit een integrale afgraving van de polder tot gemiddeld -1,9 m NAP; hierna is de polder opgehoogd tot een gemiddelde hoogte van +4 m NAP. De ophoging heeft plaatsgevonden met toestemming van de provincie.
Eind jaren '90 is door de AWN Lek en Merwedestreek archeologisch onderzoek gedaan in polder Het Nieuwland. Op Alblasserdams grondgebied komen verschillende geregistreerde vindplaatsen voor. In het zuiden van de polder, maar nog ten noorden van de gemeentegrens, werden in de klei de restanten van een woonheuvel aangetroffen. De gevonden artefacten en sporen zijn beschreven, gecategoriseerd en veilig gesteld. Het uitgebreide onderzoek dat heeft plaatsgevonden rechtvaardigt de gedachte dat een verdere conservering en bescherming door middel van een aanlegvergunningenstelsel niet nodig is. Dit standpunt wordt door de provincie onderschreven.