Type plan: beheersverordening
Naam van het plan: Reparatie Veeg Beheersverordening 2023
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0590.BVOReparatie23-3001

Toelichting

1 Inleiding
1.1 Aanleiding voor de beheersverordening
Onderliggende beheersverordening voorziet in een reparatie van de 'Reparatie beheersverordening Papendrecht' (2021). De aanleiding van de reparatie is de eerdere vaststelling van een aantal postzegel bestemmingsplannen, een reeks verleende buitenplanse afwijkingen, snippergroen en constatering van een lijst omissies in zowel de planregels als op de verbeelding. Onderliggende reparatie voorziet daarmee in de volgende zaken: 
  • het herstellen van fouten zoals die in de loop van de tijd zijn geconstateerd en aanpassingen die voortkomen uit de toetsingspraktijk binnen de gemeente Papendrecht;
  • het verwerken van enkele verleende vergunningen; 
  • het integreren van bestemmingsplannen en beheerverordeningen die de afgelopen periode zijn vastgesteld. Het betreft veelal gebieden die 'witte vlekken' vormden in de 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht'.
In verband hiermee zijn de regels op onderdelen aangepast en aangevuld. Dat geldt ook voor de toelichting die tevens geactualiseerd is ten aanzien van het beleid.
 
In paragraaf toelichting paragraaf 2.1 wordt nader ingegaan op de toepassingsmogelijkheden van het instrument 'beheersverordening' in dit geval.
 
Beheersverordening Papendrecht
Op 8 maart 2018 is de 'Beheersverordening Papendrecht' door de gemeenteraad van Papendrecht vastgesteld. De beheersverordening is tot stand gekomen vanwege een aantal door te voeren wijzigingen in de juridisch-planologische regelingen, waardoor een nieuwe (planologische) regeling gewenst is voor de gebieden 'Woongebied', 'Centrumgebied' en 'Buitengebied', waarvoor in het verleden beheersverordeningen zijn vastgesteld. Sinds de vaststelling van de beheersverordening hebben een tweetal reparaties plaatsgevonden, namelijk: 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (2019) en 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (2021).
 
Reparatie Beheersverordening Papendrecht (2019)
Op 28 maart 2019 is door de gemeenteraad van Papendrecht de 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' vastgesteld. Deze beheersverordening is een reparatie van de 'Beheersverordening Papendrecht' zoals vastgesteld op 8 maart 2018. De (beleidsmatige onderbouwing in de) toelichting is gelijk aan de toelichting van de 'Beheersverordening Papendrecht'. De 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (2019) omvat uitsluitend reparatieve aanpassingen.
 
Reparatie m.b.t. onzelfstandige huisvesting (2021)
De beheersverordening uit 2021 is een reparatie van de 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (2019) zoals vastgesteld op 28 maart 2019. De toelichting is ten opzichte van beheersverordening de beheersverordening uit 2019 ongewijzigd, afgezien van een korte toelichting op de doorgevoerde reparaties. Deze reparaties hebben betrekking op het reguleren van onzelfstandige huisvesting, en omvatten enkele aanpassingen in de regels. Daarbij zijn onderdelen uit de Huisvestingsverordening gemeente Papendrecht 2019 (hoofdstuk 3) overgenomen in deze beheersverordening.
 
1.2 Geldende bestemmingsplannen
Voor het besluitgebied van de beheersverordening 'Reparatie Veeg Beheersverordening 2023' vigeerden voorheen de volgende beheersverordeningen en bestemmingsplannen. Deze zijn vervangen met de vaststelling van de 'Beheersverordening Papendrecht' (d.d. 8 maart 2018) en de 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (d.d. 28 maart 2019) en 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (d.d. 1 juli 2021)  ter herstel van onjuistheden daarin.
 
De onderhavige reparatie dient uitsluitend ter herstel van de vastgestelde 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (2021) voor wat betreft het herstellen van fouten zoals die in de loop van de tijd zijn geconstateerd en aanpassingen die voortkomen uit de toetsingspraktijk binnen de gemeente Papendrecht, het verwerken van enkele verleende vergunningen en het integreren van bestemmingsplannen en beheerverordeningen die de afgelopen periode zijn vastgesteld. Het betreft veelal gebieden die 'witte vlekken' vormden in de 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (2021).
 
1.2.1 Beheersverordening Papendrecht
In de gemeente Papendrecht is destijds de vraag opgekomen naar nieuwe planologische regelingen voor de besluitgebieden 'Woongebied', 'Centrumgebied' en 'Buitengebied'. Dit onder meer vanwege het feit dat de geldende bestemmingsplannen destijds ouder waren dan tien jaar. Het instrument beheersverordening is bedoeld om voor planologisch weinig dynamische gebieden, het bestaande gebruik en om de bouwmogelijkheden vast te leggen. De besluitgebieden 'Woongebied', 'Centrumgebied' en 'Buitengebied' voldoen allen aan dit vereiste en derhalve is besloten om voor deze gebieden beheersverordeningen op te stellen.
  • De beheersverordening 'Woongebied' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 21 maart 2013.
  • De beheersverordening 'Centrumgebied' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 25 april 2013.
  • De beheersverordening 'Buitengebied' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 11 december 2012.
Reparaties Beheersverordening
Op 28 maart 2019 is door de gemeenteraad van Papendrecht de 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' vastgesteld. Deze beheersverordening is een reparatie van de 'Beheersverordening Papendrecht' zoals vastgesteld op 8 maart 2018. De (beleidsmatige onderbouwing in de) toelichting is gelijk aan de toelichting van de 'Beheersverordening Papendrecht'. De 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (2019) omvat uitsluitend reparatieve aanpassingen.
 
De beheersverordening uit 2021 is een reparatie van de 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht' (2019) zoals vastgesteld op 28 maart 2019. De toelichting is ten opzichte van beheersverordening de beheersverordening uit 2019 ongewijzigd, afgezien van een korte toelichting op de doorgevoerde reparaties. Deze reparaties hebben betrekking op het reguleren van onzelfstandige huisvesting, en omvatten enkele aanpassingen in de regels. Daarbij zijn onderdelen uit de Huisvestingsverordening gemeente Papendrecht 2019 (hoofdstuk 3) overgenomen in deze beheersverordening.
 
1.2.2 Bestemmingsplan 'Matenasche Scheidkade 2'
Het bestemmingsplan 'Matenasche Scheidkade 2' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 18 september 2014.
 
Aanleiding voor het opstellen van dit bestemmingsplan was de wens om de bestaande bedrijfsloods aan de Matenasche Scheidkade 2 uit te breiden. Deze uitbreiding is noodzakelijk voor een goede bedrijfsvoering van het ter plaatse gevestigde fruitteeltbedrijf. In deze beheersverordening 'Buitengebied' is voor het perceel een bouwvlak opgenomen. De beoogde uitbreiding van de bedrijfsloods valt echter buiten dit bouwvlak. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten medewerking te verlenen aan de uitbreiding onder de voorwaarde dat de bestaande onbenutte bouwmogelijkheden op het perceel worden verschoven. Het bestemmingsplan is noodzakelijk, alvorens de omgevingsvergunning voor het bouwen kan worden verleend.
 
1.2.3 Bestemmingsplan 'Aansluiting A15/N3'
Het bestemmingsplan 'Aansluiting A15/N3' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 9 april 2015.
 
Het bestemmingsplan voorziet in de planologisch juridische verankering van de aanpassing van de aansluiting van de A15 op de N3/N214. Ter hoogte van Papendrecht sluit de A15 aan met de N3/N214. In de spitsperioden is regelmatig sprake van bereikbaarheidsproblemen. Het verkeer vanuit Gorinchem over de N3 naar Papendrecht / Dordrecht kruist het verkeer vanuit de richting Papendrecht / Dordrecht over de A15 naar Rotterdam. Via de aansluiting N214 wordt het verkeer richting de gemeente Molenwaard geleidt. Rijkswaterstaat heeft zich voorgenomen om deze aansluiting aan te passen om een verbetering van de doorstroming van het verkeer te bewerkstelligen.
 
1.2.4 Bestemmingsplan 'Fietsbrug Matenasche Scheidkade'
Het bestemmingsplan 'Fietsbrug Matenasche Scheidkade' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 26 januari 2017.
 
Door middel van het bestemmingsplan wordt voorzien in het planologisch juridisch mogelijk maken van een verlenging van de fietsbrug aan de Matenasche Scheidkade te Papendrecht. Het betreft de op- en afrit aan de noordzijde van de A15 die te steil is en door het verlengen van de op- en afrit van de fietsbrug zal het hellingspercentage afnemen. Op basis van de vigerende agrarische bestemming is de verlenging niet toegestaan. Het bestemmingsplan is opgesteld om deze ontwikkeling mogelijk te maken.
 
1.2.5 Landschapsplan 'De Tiendzone uitgewerkt'
Het landschapsplan 'De Tiendzone Uitgewerkt' is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht d.d. 20 oktober 2009.
 
Het 'Landschapsplan Tiendzone' geeft een visie op de landschappelijke zone tussen het historische dijklint van Oosteind, Matena en de wijk Oostpolder. In de notitie 'De Tiendzone Uitgewerkt' is de visie van het landschapsplan Tiendzone met betrekking tot het gedeelte van de Tiendzone gelegen tussen de Zuidkil en de Tiendweg Oost verder uitgewerkt in concrete inrichtingsvoorstellen. Omdat ter plaatse de bestemming 'Uit te werken woongebied met bijbehorende voorzieningen' geldt, is op basis van de benodigde onderzoeken een uitwerkingsplan opgesteld waarbij de realisering van de (bouwvergunningplichtige) bruggen, hekwerken en een aantal speelvoorzieningen, juridisch - planologisch mogelijk worden gemaakt.
 
1.2.6 Bestemmingsplan 'Papendrecht 32 woningen Aalscholver'
Het bestemmingsplan 'Papendrecht 32 woningen Aalscholver' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 16 juni 2016.
 
In het noordelijk deel van de nieuwbouwwijk Oostpolder te Papendrecht en ten zuiden van de rijksweg A15 was voorheen ruimte geboden voor 14 vrije bouwkavels. Deze 14 vrije kavels bleken echter onverkoopbaar en daarom is er een bestemmingsplan opgesteld op ter plaatse maximaal 32 grondgebonden woningen te realiseren die beter aansluiten op de marktomstandigheden. De woningen liggen aan de Aalscholver, een woonstraat met hofjes. Het betreft hoofdzakelijk patiowoningen uitgevoerd in één laag met optioneel een kap. Om deze 32 woningen mogelijk te maken, was het nieuwe bestemmingsplan noodzakelijk.
 
1.2.7 Wijzigingen in onderhavige beheersverordening 2023
1.2.7.1 Bestemmingsplan 'Hoepmaker 30, Papendrecht'
Het bestemmingsplan 'Hoepmaker 30, Papendrecht' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht op 28 maart 2019.
 
Met het bestemmingsplan is het perceel herontwikkeld voor woningbouw. In totaal worden er negen woningen gerealiseerd. De polderstructuur binnen het plangebied is zoveel mogelijk versterkt door de slagenverkaveling ‘in ere te herstellen’ de kavels volgen de richting van deze slagen en bebouwing is met de slag gerealiseerd. De ruime opzet zorgt voor groene kavels en lucht en ruimte tussen bebouwing. Het plangebied is voor gemotoriseerd verkeer doodlopend, maar door het plangebied loopt een langzaam-verkeerroute die de Oostpolder met de Tiendweg verbindt. De openbare weg is aan weerszijden geflankeerd door een strook graskeien waarop langsparkeren kan plaatsvinden. De regels betreft de woningen vallen onder de bestemming 'Wonen - 5'.
 
1.2.7.2 Bestemmingsplan 'Kombuis'
Het bestemmingsplan 'Kombuis' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht op 1 oktober 2020.
 
Op de locatie Kombuis in Papendrecht was de (tijdelijke) supermarkt MCD gevestigd. Met de verplaatsing van deze supermarkt is Kombuis het laatste eiland dat in een reeks van wooneilanden in de Oostpolder ontwikkeld is. Op Kombuis zijn 30 grondgebonden woningen ontwikkeld. De locatie is ontsloten vanaf de Oostkil. De ontsluiting loopt dwars over de locatie naar de brug naar het naastgelegen eiland Gangboord. In het midden van het eiland ligt een langwerpige groenstrook waar de weg aan beide omheen loopt. De woningen staan aan weerszijden van de weg en worden via die weg ontsloten. Er zijn zowel rijwoningen als twee-onder-één-kap woningen als vrijstaande woningen. De regels betreft de woningen vallen onder de bestemming 'Wonen - 7'.
 
1.2.7.3 Bestemmingsplan 'Den Briel'
Het bestemmingsplan 'Den Briel' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht op 22 september 2011.
 
Binnen de bebouwde kom, in het centrum van Papendrecht op de hoek Veerweg/P.C. Hooftlaan bevindt zich de voormalige busstrooklocatie die tot september 2007 als tijdelijk winkelcentrum in gebruik was. In het bestemmingsplan 'Centrum' (vastgesteld op 20 februari 2003) is de busstrooklocatie aangewezen als ontwikkelingslocatie voor centrumdoeleinden, zijnde geen detailhandel. Met de ontwikkeling zijn bouwvolumes gerealiseerd die samen ruimte bieden aan circa 65 appartementen, ruim 3.000 m² aan voorzieningen zoals commerciële functies, dienstverlening, een gezondheidscentrum en een grote parkeergarage. Om de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken, is een nieuw bestemmingsplan opgesteld. De regels zijn geschaard onder de bestemmingen 'Centrum' en 'Wonen - 3).
 
1.2.7.4 Bestemmingsplan 'Zeven bouwkavels Tiendzone'
Het bestemmingsplan 'Zeven bouwkavels Tiendzone' is vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Papendrecht op 15 juni 2017.
   
Met het bestemmingsplan zijn de percelen aan de Zuidkil en de Zaling in Papendrecht herontwikkeld voor woningbouw. Samen zijn er in totaal zeven vrijstaande woningen mogelijk gemaakt. De Tiendzone is een stukje oorspronkelijk landschap binnen het bebouwd gebied van de gemeente Papendrecht. De slotenverkaveling lopen vanaf de Zuidkil langs de bouwkavels door in de landschappelijke zone met gemengd gebruik waarmee een groot deel van de Tiendzone is ingericht. De noordelijke grenzen van de deelgebieden worden gevormd door deze ontsluitingswegen. Aan de overige zijden vormen de watergangen rondom de gronden de planbegrenzing. Daarmee zijn de bouwkavels goed in de structuur van de omgeving ingepast. De regels betreft de woningen vallen onder de bestemming 'Wonen - 6'. De bouwvlakken zijn aangepast op basis van de daadwerkelijke locatie van de woningen waardoor de bouwvlakken kleiner zijn geworden dan in de oorspronkelijke bestemmingsplannen.
 
1.2.7.5 Bestemmingsplan 'Zaling 8a'
Het bestemmingsplan 'Zaling 8a' is vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Papendrecht op 24 januari 2019.
   
Het perceel ligt aan het fietspad Zaling dat aansluit aan de westkant op de straat Oostkil en betreft een volkstuin, grotendeels omringd door water. Het plangebied heeft de bestemming recreatie met de nadere aanduiding volkstuin. Met het bestemmingsplan is het perceel aan de Zaling in Papendrecht herontwikkeld voor woningbouw. Met het bestemmingsplan is de realisatie van één woning mogelijk gemaakt. De regels betreft de woning valt onder de bestemming 'Wonen - 6'. Het bouwvlak van het perceel is aangepast zodat deze aansluit op de daadwerkelijk ligging van de woning.
 
1.2.7.6 Bestemmingsplan '150kV-ondergronds kabeltracé Dordrecht Merwedehaven – Alblasserdam'
Het bestemmingsplan '150kV-ondergronds kabeltracé Dordrecht Merwedehaven - Alblasserdam' is vastgesteld door de gemeenteraad van Papendrecht op 11 juli 2019.'
 
De hoogspanningsstations Alblasserdam (AB) en Arkel worden beiden gevoed vanuit het hoogspannningsstation Dordrecht Merwedehaven (DDM). De totale belasting van beide stations bedraagt circa 260 MW. Doordat de belasting van beide stations meer dan 100 MW bedraagt, is het niet mogelijk onderhoudswerkzaamheden aan de 150kV-verbinding Dordrecht Merwedehaven – Alblasserdam uit te voeren, waarbij enkelvoudige storingsreserve is gegarandeerd. Dit is vanuit de netcode wel een vereiste. Om enkelvoudige storingsreserve in de toekomst te garanderen, wordt met dit bestemmingsplan een derde circuit naar Alblasserdam gerealiseerd. Daarmee wordt voldaan aan de netcode. Het project betreft de aanleg van een enkel circuit kabeltracé voor een ondergrondse 150kV- hoogspanningsverbinding (bestaande uit 1 circuit) tussen de 150kV-stations Dordrecht Merwedehaven en Alblasserdam. In de regels van deze beheersverordening is voor het kabeltracé de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' opgenomen.
 
1.2.7.7 Bestemmingsplan 'Politiebureau Papendrecht
Het bestemmingsplan 'Politiebureau Papendrecht' is vastgesteld door de raad van de gemeente Papendrecht op 10 december 2020.
 
Met het bestemmingsplan wordt een nieuw politiebureau mogelijk gemaakt dat voldoet aan de eisen van deze tijd. Het nieuwe bureau beschikt over twee bouwlagen die plat worden afgedekt. Ten westen van het nieuwe bureau komt een afgesloten binnenterrein. Op dit binnenterrein zijn deels gebouwde parkeerplaatsen voor dienstwagens. Ook is voorzien in opslag en stalling van fietsen en motoren. Dit deel van het perceel wordt afgebakend door middel van tuinmuren. De regels van dit bestemming worden geschaard onder de bestemming 'Maatschappelijk' van de beheersverordening. De planlocatie zal worden voorzien van de functieaanduiding 'Specifieke vorm van maatschappelijk - politiebureau'.
 
1.3 Besluitgebied: ligging en omgeving
Ligging plangebied (PDOK luchtfoto)
  
De gemeente Papendrecht ligt in het noordelijke deel van de Alblasserwaard en maakt deel uit van de regio Drechtsteden. Het besluitgebied is het gebied waarop de beheersverordening van toepassing is. De 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht 2023' omvat alle gronden gelegen binnen de geldende beheersverordening 'Papendrecht' (2021). Daarnaast zijn de plangebieden van de bestemmingsplannen 'Hoepmaker 30', 'Kombuis', 'Den Briel', 'Zeven bouwkavels Tiendzone', 'Zaling 8a', '150kV-ondergronds kabeltracé Dordrecht Merwedehaven - Alblasserdam' en ‘Politiebureau Papendrecht’ meegenomen in deze beheersverordening.
                                       
Plangebied van het bestemmingsplan 'Hoepmaker 30, Papendrecht' 
 
Luchtfoto met door middel van de rode lijn het plangebied 'Hoepmaker 30, Papendrecht' globaal afgekaderd
 
Het plangebied van het bestemmingsplan 'Hoepmaker 30' bevindt zich ten zuidoosten van Papendrecht. Aan de oostelijke en westelijke zijde wordt het plangebied begrensd door de naastgelegen groene zone ‘De Tiendzone’. Ten zuiden van het plangebied ligt het historische dijklint en de Tiendweg-Oost. Aan de noordzijde van het plan gebied bevindt zich de woonwijk Oostpolder.
 
Plangebied van het bestemmingsplan 'Kombuis'
 
Luchtfoto met door middel van de rode lijn het plangebied 'Kombuis' globaal afgekaderd
   
Het plangebied grenst aan de zuidoostzijde aan de Oostkil en aan de zuidzijde, westzijde en noordzijde aan een bestaande watergang. Het plangebied wordt ontsloten via de Kombuis die aan de oostzijde aantakt op de Oostkil en aan de westzijde op de Gangboord. Kombuis is onderdeel van de uitbreidingslocatie Oostpolder. De Oostpolder is een Vinexwijk met een gemengd programma. Op de locatie was de tijdelijke vestiging van de MCD -supermarkt gevestigd. Deze is reeds verplaatst, waardoor ook het laatste eiland ontwikkeld kan worden. Het eiland is de laatste in een reeks van wooneilanden in de Oostpolder. 
 
Plangebied van het bestemmingsplan 'Den Briel'
 
Luchtfoto met door middel van de rode lijn het plangebied 'Den Briel' globaal afgekaderd
 
Het plangebied is gelegen binnen de bebouwde kom van Papendrecht en wordt begrensd door de Veerweg aan de oostzijde en de P.C. Hooftlaan aan de zuidzijde. Ten noorden en westen van de locatie bevinden zich appartementencomplexen. Het plangebied ligt ter plaatse van de zogenaamde 'busstrooklocatie' aan de noordzijde van het centrumgebied 'De Meent'. Hier lag – aan de zijde van de Veerweg – het oude busstation. Nadien was het gebied in gebruik als tijdelijk winkelcentrum. Het plangebied wordt begrensd door de Veerweg in het oosten, de P.C. Hooftlaan in het zuiden en door twee bij de Constantijn Huygenslaan gelegen woonflats met parkeerterreinen aan de noord- en westzijde. De twee haaks op elkaar gesitueerde woonflats (galerijen) bestaan beide uit acht woonlagen boven een op maaiveld gesitueerde onderbouw met bergingen en entree. De centraal binnen Papendrecht gelegen Veerweg vormt een belangrijke noordelijke entree naar het nieuw ontworpen centrumgebied rond De Meent. De P.C. Hooftlaan vormt een belangrijke wijkontsluitingsweg voor het zuidwestelijke kwadrant van de wijk Westpolder.
 
Plangebied van het bestemmingsplan 'Zeven bouwkavels Tiendzone'
 
Luchtfoto met door middel van de rode lijn het plangebied 'Zeven bouwkavels Tiendzone' globaal afgekaderd
 
Het plangebied is gelegen in het oostelijke deel van Papendrecht, ten noorden van het bedrijventerrein Oosteind. Het betreffen vijf deelgebieden. Binnen drie deelgebieden wordt één woning toegestaan, de twee meest oostelijk gelegen deelgebieden voorzien in de realisatie van twee woningen per deelgebied. De deelgebieden liggen ten zuiden van de straat Zuidkil en ten zuiden van het fietspad van de Zaling. De noordelijke grenzen van de deelgebieden worden gevormd door deze ontsluitingswegen. Aan de overige zijden vormen de watergangen rondom de gronden de planbegrenzing.
 
Plangebied van het bestemmingsplan 'Zaling 8a'
 
Luchtfoto met door middel van de rode lijn het plangebied 'Zaling 8a' globaal afgekaderd
 
Het plangebied is gelegen in het oostelijke deel van Papendrecht, ten noorden van het bedrijventerrein Oosteind. Het plangebied ligt aan het fietspad Zaling dat aansluit aan de westkant op de straat Oostkil en betreft een volkstuin, grotendeels omringd door water. Het initiatief is gericht op de bouw van één vrijstaande woning aan de Zaling. Het plangebied wordt omringd door graslanden afgewisseld met volkstuinen. Aan de noordkant van het plangebied liggen relatief jonge woonwijken en aan de oostkant (ten oosten van de Matenasche Scheidkade) liggen agrarische gronden van het type veenweidegebied in het zogenaamde Land van Matena.
 
Plangebied van het bestemmingsplan '150kV-ondergronds kabeltracé Dordrecht Merwedehaven - Alblasserdam'
 
Luchtfoto met door middel van de rode lijn het plangebied '150kV-ondergronds kabeltracé Dordrecht Merwedehaven – Alblasserdam Sportcentrum' globaal afgekaderd 
 
De begrenzing van het plangebied van het ondergrondse kabeltracé volgt de hartlijn van de nieuwe ondergrondse hoogspanningsverbinding met bijbehorende beschermingszone. De breedte van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' bedraagt overal 12 meter. Deze 12 meter is opgebouwd uit een beschermingszone van maximaal 5 meter aan weerszijden van het kabelbed. Het tracé komt in het noordwesten uit in de gemeente Alblasserdam en in het zuidoosten in de gemeente Dordrecht.
 
Plangebied van het bestemmingsplan 'Politiebureau Papendrecht'
 
Luchtfoto met door middel van de rode lijn het plangebied 'Politiebureau Papendrecht' globaal afgekaderd
 
De locatie bevindt zich aan de Burgemeester Keijzerweg in Papendrecht. Het plangebied is te herkennen aan de half ovale vorm en ligt aan de binnenzijde van de dijk. Het plangebied ligt verhoogd ten opzichte van het omliggende park. Het hoogteverschil is circa 5 meter. Het gebied wordt groen omrand. Aan de westelijke zijde is een bosschage gesitueerd. Het hoogteverschil wordt overbrugd door een groene glooiing die vanuit het noorden van het plangebied, via de oostelijke zijde tot in het zuiden van het plangebied loopt.  
    
Niet meegenomen
Met deze reparatie van de beheersverordening zijn bepaalde gronden niet meegenomen. Een beheersverordening suggereert dat het een conserverend gebied betreft waar geen ruimtelijke ontwikkeling is voorzien. Ten opzichte van de beheersverordening 2021 is het plangebied voor de voorliggende nieuwe beheersverordening op een aantal locaties aangepast. Dit heeft te maken met de te verwachte ontwikkelingen die zich in de fase van planvorming bevinden. Daarnaast zijn enkele locaties uit het plangebied van de nieuwe beheersverordening gehaald waar recentelijk een bestemmingsplan voor is vastgesteld en deze locaties nog in ontwikkeling zijn. Hierbij kan gedacht worden aan Kraaihoek fase 1, Kraaihoek fase 2 en 3, P.C. Hooftlaan 180, Veerpromenade 23, Merwehoofd, Douwes Dekkerlaan en VO scholen, Poldermolen 8 en Overtoom.  
 
2 Motivering voor toepassing van het instrument 'beheersverordening'
2.1 Geen ruimtelijke ontwikkeling
Gemeenten hebben sinds de introductie van de Wro in beginsel de keuze tussen het vaststellen van een bestemmingsplan of een beheersverordening. De keuze voor een beheersverordening is afhankelijk van het karakter van het gebied. De beheersverordening is namelijk geïntroduceerd voor gebieden waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien (art. 3.38 Wro). Het moet gaan om laagdynamische gebieden waar weinig gebeurt en waarvoor enkel een beheersregeling gewenst is.
 
Eén van de voorwaarden voor het kunnen vaststellen van een beheersverordening is dat in het gebied geen ruimtelijke ontwikkeling mag zijn voorzien. De Wro geeft niet aan wat moet worden verstaan onder een 'ruimtelijke ontwikkeling'. In de wetsgeschiedenis is hierover onder meer te vinden 'dat van een ruimtelijke ontwikkeling sprake is als het gaat om ruimtelijk relevante veranderingen in het planologisch toegestane gebruik van gronden en opstallen alsmede om bouwkundige wijzigingen van bouwwerken, waarvoor een bouwvergunning (nu: omgevingsvergunning, red.) nodig is'. Bij de beheersverordening zal het meestal gaan om gebieden die 'af' of 'uitontwikkeld' zijn. De beheersverordening is bedoeld om een gebied waar niet veel zal gebeuren (“lage dynamiek”) te voorzien van een beheersregeling voor het bestaande gebruik (zie ook par. toelichting paragraaf 2.2).
 
Bij planologisch laagdynamische gebieden moet gedacht worden aan natuurgebieden, maar ook volledig ontwikkelde (nieuwbouw)wijken of andere stadsdelen. Voor dergelijke gebieden werden de kosten voor het maken van een bestemmingsplan door de wetgever te hoog geacht. Het instrument beheersverordening is dan ook ontwikkeld om voor planologisch laagdynamische gebieden op een snelle en effectieve wijze het bestaande gebruik vast te leggen. Bij onderhavige beheersverordening betreft het een beheersverordening in brede zin en de 'ruime' variant. Dat wil zeggen dat het realiseren van ondergeschikte bouwplannen mogelijk blijft onder deze beheersverordening.
 
Van belang is dat in de Wro is bepaald dat de beheersverordening in elk geval binnen tien jaar na vaststelling wordt herzien. Dit is een maximale termijn en betekent niet dat de verordening niet voor een kortere periode kan gelden. In de nabije toekomst zal voor het gebied een nieuw omgevingsplan worden opgesteld waarbij de wettelijke procedure wordt doorlopen.
 
2.2 Bestaand gebruik
In de beheersverordening wordt het beheer overeenkomstig het bestaande gebruik geregeld. Onder 'bestaand gebruik' wordt zowel feitelijk bestaand gebruik (enge uitleg) begrepen als planologisch bestaand gebruik (ruime uitleg). In beide gevallen gaat het om gebruik in ruime zin, dus zowel gebruik van onbebouwde gronden en van bebouwing als gebruik in de zin van het bouwen van bouwwerken. Met de enge uitleg wordt bedoeld het feitelijk aanwezige gebruik, met de ruime uitleg het gebruik dat op grond van het voorgaande bestemmingsplan reeds was toegestaan (TK 2006-2007, 30 938, nr. 7, p. 10 e.v.). Dit laatste houdt in dat gebruik dat reeds toegelaten wordt in het aan de beheersverordening voorafgaande bestemmingsplan, ook als 'bestaand gebruik' kan worden aangemerkt.
 
In de beheersverordening 'Reparatie Beheersverordening Papendrecht 2023' wordt het bestaande gebruik geregeld overeenkomstig de voorgaande beheersverordeningen en bestemmingsplannen en het geldend provinciaal en gemeentelijk beleid.
 
2.3 Besluitgebied
De keuze voor een beheersverordening voor het gebied is met name gebaseerd op het feit dat procedureel gezien tijdwinst wordt geboekt ten opzichte van een bestemmingsplan. In het besluitgebied zijn in de komende 10 jaar geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voorzien. Het betreft een gebied dat als voltooid kan worden beschouwd. Gedurende de looptijd van de beheersverordening is daarom de verwachting dat nieuwe grootschalige ontwikkelingen zich niet zullen voordoen.
 
Uit het gemeentelijk en provinciaal/regionaal beleid blijkt daarnaast dat ook voor de toekomst weinig tot geen planologische veranderingen zullen worden doorgevoerd in het besluitgebied (op het beleid wordt nader ingegaan in hoofdstuk toelichting hoofdstuk 3). Er zijn met andere woorden geen ruimtelijke ontwikkelingen voorzien.
 
Aangezien het besluitgebied een gebied is waar gedurende de looptijd van deze beheersverordening op planologisch vlak weinig veranderingen zullen plaatsvinden, kan voor dit gebied ook een conserverend bestemmingsplan kunnen worden opgesteld. Omdat uitsluitend sprake is van het verwerken van een aantal gewenste wijzigingen in de regels en op de verbeelding, en in de nabije toekomst het opstellen van een omgevingsplan aan de orde is in het kader van (de voorbereidingen op) de Omgevingswet, is de keuze van de gemeente Papendrecht gevallen op een beheersverordening, zodat vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, de juiste situatie is vastgelegd. Het zal naar verwachting nog jaren duren voordat er voor het hele grondgebied, voor alle thema's een nieuw omgevingsplan is opgesteld.
  
Tot die tijd zullen de regels van de bestaande bestemmingsplannen en beheersverordeningen gelden als een tijdelijk omgevingsplan van rechtswege. Zodoende worden de reeds vergunde afwijkingen en geconstateerde omissies hersteld in de voorliggende beheersverordening vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
 
2.4 Juridische status
De beheersverordening hoort wettelijk gezien tot de categorie verordeningen. Verordeningen op gemeentelijk niveau worden vastgesteld door de gemeenteraad. De bevoegdheid hiertoe wordt voor wat betreft de beheersverordening gegeven in artikel 3.38, eerste lid Wro. De gemeenteraad heeft (veel, maar) geen volledige vrijheid over hoe de beheersverordening er uitziet. Het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) schrijft in artikel 1.2.3 voor dat de beheersverordening langs elektronische weg wordt vastgelegd en vastgesteld. De verplichting hiertoe geldt vanaf 1 januari 2010. Ook moet een volledige verbeelding op papier zijn, zij het dat de elektronische versie juridisch gezien beslissend is. Voor de digitalisering bepaalt artikel 1.2.1, tweede lid Bro ook dat een beheersverordening digitaal beschikbaar moet worden gesteld en volledig, toegankelijk en begrijpelijk moet worden verbeeld. Deze vereisten komen overeen met de vereisten die gelden voor een bestemmingsplan. Afgezien van deze wettelijke vereisten heeft de gemeenteraad de vrijheid om de inhoud van de beheersverordening naar eigen inzicht vast te stellen, er is echter geen bezwaar of beroep mogelijk.
 
De beheersverordening vervangt het geldende bestemmingsplan (artikel 3.39 Wro) en heeft dezelfde status en rechtsgevolgen als het bestemmingsplan.
  
3 Gebiedsvisie en uitgangspunten
3.1 Rijksbeleid
3.1.1 Nationale Omgevingsvisie
Op 11 september 2020 is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) in werking getreden. Deze visie bevat de hoofdzaken van het strategisch rijksbeleid voor de fysieke leefomgeving. Dit is een combinatie van beleid uit de bestaande beleidsdocumenten, met en zonder wettelijke grondslag, en nieuw strategisch beleid. De grote en complexe opgaven, zoals klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw zullen Nederland gaan veranderen. De NOVI bevat een toekomstperspectief met de ambities van het Rijk. In de NOVI zijn 21 nationale belangen met bijbehorende opgaven geformuleerd. Deze nationale belangen komen samen in vier prioriteiten:
  1. ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie;
  2. duurzaam economisch groeipotentieel;
  3. sterke en gezonde steden en regio's;
  4. toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied. 
Voor de vier NOVI-prioriteiten geldt steeds dat zowel voor de lange als de korte termijn maatregelen nodig zijn. Deze maatregelen dienen in de praktijk voortdurend op elkaar in te spelen. Bij de afweging van de belangen staat een evenwichtig gebruik van de fysieke leefomgeving centraal voor zowel de boven- als de ondergrond.
 
Planspecifiek
Deze beheersverordening richt zich primair op het vastleggen van de bestaande situatie. Het nationaal beleid is overwegend van toepassing op nieuwe ontwikkelingen en daardoor slechts zeer beperkt dan wel niet relevant in de onderhavige situatie.
 
3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
De wetgever heeft in de Wet ruimtelijke ordening, ter waarborging van de nationale of provinciale belangen, de besluitmogelijkheden van lagere overheden begrensd. Indien nationale of provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur respectievelijk bij of krachtens provinciale verordening regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen. In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn 14 nationale belangen opgenomen die in de NOVI zijn herbevestigd. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Het Barro is op 30 december 2011 in werking getreden en op 1 oktober 2012, 1 juli 2014, 1 juli 2016, 1 januari 2017 en 1 december 2020 op onderdelen aangevuld.
 
Planspecifiek
De voorgenomen ontwikkeling in het plangebied raakt niet aan één van de nationale belangen en is dus ook niet specifiek van toepassing op het plangebied.
 
3.2 Provinciaal beleid
Het Omgevingsbeleid van Zuid-Holland omvat al het provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving. Het omgevingsbeleid van de provincie Zuid-Holland bestaat uit de Omgevingsvisie, het Omgevingsprogramma en de Omgevingsverordening. De meest recente versies van de Omgevingsvisie, het Omgevingsprogramma en de Omgevingsverordening zijn op 1 april 2023 in werking getreden.
 
Daarnaast zijn operationele doelstellingen opgenomen in het Omgevingsbeleid. Hiermee wordt inzicht verschaft in hoe de provincie invulling geeft aan de realisatie van haar beleid. Deze operationele doelstellingen maken onderdeel uit van verschillende uitvoeringsprogramma's en - plannen, zoals het programma Ruimte en het programma Mobiliteit. Daarnaast is het ruimtelijke beleid vervat in de Omgevingsverordening verbeeld op de kwaliteitskaart en zijn er gebiedsprofielen opgesteld, gezamenlijk met decentrale overheden en andere partijen in de regio. De gebiedsprofielen hebben de status van handreiking, maar nadrukkelijk niet de status van toetsingskader.
     
De beheersverordening gaat uit van het vastleggen van de bestaande situatie in het besluitgebied en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Wel is binnen de regeling van de beheersverordening ruimte aanwezig voor het verder doorvertalen van de in de provinciale doelstellingen opgenomen kwaliteitsverbetering voor het stads- en dorpsgebied.
 
Gelet op het voorgaande wordt op het provinciale beleid in het kader van deze beheersverordening niet nader ingegaan. Het gemeentelijke beleid en in mindere mate het regionale beleid (Drechtsteden) zijn richtinggevend.
 
3.3 Regionaal beleid
In deze paragraaf wordt het regionaal beleid besproken.
 
Binnen de Drechtsteden werken zeven gemeenten op een vernieuwende manier samen. Dit wordt gedaan onder het motto 'slim - samen - vooruit'. Er wordt regionaal beleid gemaakt en uitgevoerd, daar waar dat handig is. Daarnaast wordt lokaal beleid voortgezet en worden ook lokale keuzes gemaakt. Zo wordt het beste van beide benut. De Drechtsteden bepalen voor een groot deel het regionale beleid van verschillende thema's in de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, en Zwijndrecht.
 
3.3.1 Woonvisie Drechtsteden 2017 - 2031
In de gezamenlijke woonvisie voor de Drechtsteden verbindt de regio de kwalitatieve ambities met een kwantitatieve groeidoelstelling. De Woonvisie wil een gezicht geven aan degenen die de regio nog geen wooncarrière kunnen bieden. De regio wil een kwalitatief hoog woningaanbod realiseren voor een doelgroep die in een duurder segment valt. De zeven gemeenten gaan een inspanningsverplichting aan om naast de autonome groeiopgave te zoeken naar locaties om zo’n 15.000 woningen te realiseren. Hierbij is de opgave op zich meer van belang dan het jaartal van realisatie (2031). Voor zover in Papendrecht sprake is van nieuwe woningbouwprojecten, zijn deze buiten de beheersverordening gelaten, omdat hierin geen ontwikkelingslocaties mogen zitten.
 
3.3.2 Groeiagenda 2030
De Drechtsteden hebben gezamenlijk de ‘Groeiagenda 2030’ opgesteld, die doelen en ambities bevat om van de Drechtsteden een nóg aantrekkelijker woon- en werkgebied te maken voor zowel nieuwe als bestaande inwoners. Daarin is de ambitie uitgesproken om uit te groeien tot een regio met meer dan 300.000 inwoners. De Groeiagenda 2030 brengt de actiepunten in kaart waaraan gewerkt moet worden, uitgesplitst naar vier pijlers: ‘Wonen’, ‘Werken’, ‘Bereikbaarheid’ en ‘Energietransitie.’ De aandachtspunten kunnen per gemeente en meervoudig-lokaal verschillend zijn.
 
De inzet is om 25.000 nieuwe woningen en 30.000 extra arbeidsplaatsen te realiseren tot 2030. Hieraan zijn onlosmakelijk verbonden het verbeteren van de bereikbaarheid, inclusief het oplossen van de vraagstukken over externe veiligheid, leefbaarheid en het verder optimaliseren van het voorzieningenniveau.
 
Onderhavige plan voorziet in een nieuwe beheerverordening. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, zal dit via separate planvorming moeten plaatsvinden.
 
3.3.3 Energiestrategie Drechtsteden
Als één van de pilotregio’s van het programma Regionale Energiestrategieën hebben de Drechtsteden gewerkt aan een regionale energiestrategie. Als resultaat daarvan tekenden bijna dertig partijen, waaronder de gemeente Papendrecht, op 23 februari 2018 de samenwerkingsovereenkomst 'Drechtsteden energieneutraal 2050'. Samen met stakeholders werkt de regio aan het doel om voor 2050 energieneutraal te zijn. Daarmee gaan de regio naar een CO2 neutrale energievoorziening. Vanuit de strategie werken we nu toe naar realisatie van die transitie. Er ligt een solide basis maar er is nog heel veel werk te verrichten. 
   
Onderhavige plan voorziet in een nieuwe beheerverordening. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, zal dit via separate planvorming moeten plaatsvinden.
 
3.4 Gemeentelijk beleid
In deze paragraaf wordt het gemeentelijk beleid besproken.
 
3.4.1 Omgevingsvisie Papendrecht
De gemeente Papendrecht heeft op 21 januari 2021 de Omgevingsvisie Papendrecht - Een duurzame toekomst met een krachtige gemeenschap vastgesteld. In de Omgevingsvisie benoemt de gemeente hun koers voor de toekomst tot 2035. De visie dient als stip op de horizon, meer richting bepalend dan een hard einddoel op zich. Het verre tijdsbestek maakt het onwenselijk om nu alles vast te leggen. Uitgangspunten zijn onder andere het verwezenlijken van een duurzame gemeente waar mensen graag wonen, werken en verblijven. De gemeente kiest voor een krachtige gemeenschap waar de kwaliteit van het leven wordt behouden en versterkt. Een gemeenschap met oog voor het welzijn en de ontwikkeling van haar inwoners. Goede voorzieningen en een toereikend activiteitenaanbod zijn hierin essentieel.
 
De ruimtelijke omgeving is zodanig ingericht dat het uitnodigt om te bewegen, ontmoeten en ontspannen. Woongebieden zijn gezond, duurzaam en toekomstbestendig met oog voor de benodigde klimaatadaptatie en energietransitie. Sterkere verbindingen tussen de verschillende water- en groenstructuren in Papendrecht zijn nodig voor een betere ruimtelijke kwaliteit. De herkenbaarheid en zichtbaarheid van de rivier en het culturele erfgoed worden gekoesterd en versterkt. Het woonaanbod is divers en sluit aan bij de woonbehoefte van onze inwoners. Door meer woningen aan het hogere koopsegment toe te voegen, ontstaat vanwege doorstromingsmogelijkheden meer ruimte voor de huisvesting van starters. Ook bijzondere woon(zorg)concepten krijgen meer ruimte. Een aantrekkelijk werkklimaat en een levendig centrumgebied gericht op ontmoeting en ontspanning verbeteren de aantrekkingskracht van onze gemeente. Goede bereikbaarheid over weg en water is essentieel voor de verbinding met en toegankelijkheid in de regio. Alleen op deze manier blijven we voor iedereen een prettige plek om te wonen, werken en te verblijven.
 
De regelingen in de beheersverordening leggen primair de bestaande situatie vast. Binnen de kaders van de beheersverordening zijn ruimtelijke ontwikkelingen niet toegestaan. De beheersverordening biedt voldoende ruimte om het beleid van de omgevingsvisie binnen de gestelde kaders grotendeels te kunnen vertalen naar de praktijk. Alleen indien sprake is van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, zal dit via separate planvorming geschieden.
 
3.4.2 Papendrechts woonplan 2020-2030
Op 11 juli 2019 is het 'Papendrechts Woonplan 2020-2030' vastgesteld. Met dit plan wil de gemeente aangeven hoe wonen ook in de toekomst geborgd kan worden. Met het woonplan geeft de gemeente uitvoering aan de Groeiagenda 2030 – goed leven in de Drechtsteden en de Regionale woonvisie 2017-2031 – goed wonen in de Drechtsteden.
 
In het Papendrechtse Woonplan is de gemeente tot de volgende uitgangspunten gekomen:
  • wij realiseren voldoende woningen om de autonome huishoudensgroei op te kunnen vangen
  • wij realiseren woningen om een bijdrage te leveren aan de regionale groeiagenda
  • toevoeging van de woningvoorraad vindt vooral plaats in het duurdere segment
  • het nieuwbouwprogramma stimuleert doorstroming, zodat in de bestaande woningvoorraad woningen vrijkomen voor starters, huishoudens met een laag inkomen en beginnende doorstromers
  • wij staan open voor experimentele bouwinitiatieven voor starters en bijzondere woonvragen. De experimenten zijn beperkt in opzet en ruimtebeslag
  • initiatieven die leiden tot verbetering en grotere diversiteit van de sociale huurwoningvoorraad ondersteunen wij actief
  • nieuwe woningen zijn duurzaam en dragen bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving
  • wij streven naar duurzame huisvesting van kwetsbare groepen
  • wij houden de leefbaarheid in de Papendrechtse wijken op peil en zullen deze waar mogelijk verbeteren
In de beheersverordening zijn de uitgangspunten opgenomen regelingen verwerkt in primair de woonbestemming en voor zover relevant eveneens in de overige bestemmingen.
 
3.4.3 Horecanota
Met de gemeentelijke Horecanota wordt inzicht gegeven in het gemeentelijk beleid en de diverse regelingen ten aanzien van de horeca. De horecanota speelt in op de herstructurering van het centrum in de vorm van het nieuwe winkelcentrum De Meent. Verder wordt in het horecabeleid de categorisering van horeca - bedrijven vanwege goede ervaringen uit het verleden voortgezet.
 
De bouw van het nieuwe winkelcentrum De Meent is voltooid. Voor de hier aanwezige horecabedrijven geldt dat ruimte is voor onderlinge uitwisseling binnen dezelfde (of een lagere) horecacategorie. Voor de overige in het besluitgebied aanwezige horecavestigingen geldt dat hiervoor strikt de feitelijk aanwezige horecavoorziening met de daarbij behorende categorie wordt vastgelegd. Indien noodzakelijk worden daarbij ook maximale oppervlaktes aangegeven. Categorie 3 horeca is momenteel op slechts één locatie aanwezig.
 
3.4.4 Terassenbeleid 'Levendig Papendrecht'
Terrassen zijn vanuit recreatief en economisch oogpunt belangrijk en zorgen voor levendigheid in Papendrecht. De afgelopen jaren hebben de ondernemers en de gemeente veel geïnvesteerd in de bedrijvigheid van en rondom het centrum en in het marktplein, de 'huiskamer' van Papendrecht. Hierdoor is het horeca-aanbod flink toegenomen en naar verwachting blijft deze sector zich uitbreiden. De gemeente Papendrecht heeft een terrassenbeleid (d.d. 27 februari 2018) uitgegeven.
 
De gemeente heeft regels opgesteld voor terrassen zodat de openbare ruimte aantrekkelijk blijft, zijn openbare karakter behoud en hinder en overlast zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast vervult het de wens vanuit de (horeca) ondernemers om eenduidige regels en richtlijnen voor terrassen in te voeren.
 
Het beleid is gericht aan alle ondernemers in Papendrecht die vanuit een openbare inrichting horeca-activiteiten verrichten met een terras en overige ondernemers met een gevelzitplaats.
 
Gemeente Papendrecht vindt het belangrijk dat de eigen identiteit van de ondernemingen leidend is. In principe staat het de ondernemer dus vrij het terras naar eigen inzicht in te richten. Wel dient de gehele terrasinrichting, zoals terrasschermen, parasols en meubilair binnen het eigen terras op elkaar afgestemd te zijn, qua kleur en stijl. Ook heeft de ondernemer de verantwoordelijkheid het terras schoon te houden en de voorwerpen die op het terras staan moeten heel zijn.
 
Naast het terrassenbeleid zijn er in de Algemene plaatselijke verordening (APV) artikelen over terrassen opgenomen en is er wet- en regelgeving voor de horeca en detailhandel.
 
3.4.5 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) Papendrecht 2010-2020
De doelstelling van het GVVP is: 'Het behouden, en waar mogelijk versterken, van de leefkwaliteit door het creëren van een duurzaam verkeers- en vervoerssysteem met voldoende gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.'
 
Papendrecht vormt geen eiland. Inkomende en uitgaande verkeers- en vervoerbewegingen zijn essentieel voor het functioneren van Papendrecht als woon- en werkgemeente. Door de nabijheid van de rijkswegen A15, N3 en de provinciale weg N214 heeft Papendrecht een goede verbinding met het landelijke hoofdwegennet. Het huidige landelijke hoofdwegennet heeft echter te kampen met overbelasting, waardoor tijdens de spits files ontstaan, de externe bereikbaarheid onder druk komt te staan en de kans op ongewenst doorgaand verkeer over het interne wegennet toeneemt.
 
Vanuit verschillende perspectieven heeft Papendrecht belang bij een goede doorstroming op de rijkswegen A15, de N3 en de aansluitende lokale hoofdwegen. Een goede doorstroming op de A15 en de N3 voorkomt ongewenst doorgaand verkeer over bijvoorbeeld de Burgemeester Keijzerweg en zorgt voor een goede bereikbaarheid vanuit de gemeente naar bestemmingen buiten de gemeente en vice versa (externe bereikbaarheid). Bundeling van het doorgaande autoverkeer op het landelijke hoofdwegennet biedt kansen om de oversteekbaarheid van gemeentelijke wegen voor fietsers en voetgangers te verbeteren. Ook de leefkwaliteit in de aanliggende woonwijken is gebaat bij minder doorgaand autoverkeer. Het voorgenomen initiatief past binnen de kader van het gemeentelijk beleid.
 
3.4.6 Landschapsplan 'Tiendzone Oostpolder'
Papendrecht Visie 2015
De opgave die in deze toekomstvisie verwoord wordt, is hoe er ook in de toekomst ingespeeld kan worden op de veranderende behoeften van de inwoners. De gemeente wil de beschikbare gronden zo goed mogelijk benutten, waarbij duurzaamheid en kwaliteit de sleutelwoorden zijn. Revitalisering en herinrichting bieden kansen tot vernieuwing en verbetering. Papendrecht wil hiermee zijn centrum en wijken een kwaliteitsimpuls geven. Het aantal 55-plussers zal ook in Papendrecht de komende jaren sterk toenemen. Daarom dienen toekomstige voorzieningen ook te voorzien in de behoeften van deze bevolkingsgroep en moeten ze goed bereikbaar en toegankelijk zijn voor 55-plussers. Het feit dat het aantal ouderen in de gemeente zal toenemen vraagt om extra aandacht op het gebied van wonen, zorg en vrijetijdsbesteding.
 
Landschapsplan Tiendzone (2000)
Het 'Landschapsplan Tiendzone' geeft een visie op de landschappelijke zone tussen het historische dijklint van het Oosteind en Matena en de wijk Oostpolder. Kernpunten van de visie zijn de opname van een beperkt aantal woningen en het handhaven van de polderstructuur van het gebied, waarbij tevens ruimte blijft voor volkstuinders en dieren. Het gebied wordt volgens de visie toegankelijk gemaakt voor omwonenden door middel van een pad van west naar oost en enkele noord - zuidpaden. De zone wordt aan de noordkant afgesloten door de 'Ring', een landschappelijk ingepast pad voor fietsers, voetgangers en skaters. Door het open en groen houden van het gebied, blijft via de Matenasche Scheidkade een plezierige, groene verbinding voor langzaam verkeer in stand tussen Papendrecht en het Groene Hart.
 
De Tiendzone Uitgewerkt
In de notitie 'De Tiendzone Uitgewerkt' is de visie van het Landschapsplan Tiendzone met betrekking tot het gedeelte van de Tiendzone, gelegen tussen de Zuidkil en de Tiendweg - Oost, verder uitgewerkt in concrete inrichtingsvoorstellen, welke de basis vormen voor het opstellen van het landschapsplan. In het plan wordt voorgesteld om de bomenrij van de Ring langs de noordkant van de Weteringen te laten lopen. Daardoor komen de oostelijke wooneilanden van Oostpolder als het ware in het groengebied te liggen. De inrichting van deze eilanden en de Weteringen wordt landschappelijker dan ten westen van de Matenasche Scheidkade. Het zo ontstane verschil tussen de westelijke en de oostelijke eilanden zal de diversiteit van de Oostpolder vergroten.
 
3.4.7 Bomenverordening gemeente Papendrecht 2017
In de raadsvergadering van 14 september 2017 is de Bomenverordening gemeente Papendrecht 2017 vastgesteld.
 
Het doel van de bomenverordening is (aanvullende) bescherming van waardevolle bomen. Daarnaast draagt de verordening bij aan meer bekendheid van bijzondere bomen en biedt deze de mogelijkheid voor het geven van ondersteuning aan eigenaren van beschermingswaardige particuliere bomen bij het bomenbeheer. De bomenverordening richt zich zowel op bomen in eigendom van de gemeente als op bomen van overige eigenaren. De bomenverordening is verder uitgewerkt in een Handboek Groen. Dit handboek bevat o.a. de criteria voor beschermingswaardige bomen ('houtopstanden' ). Op basis van de criteria in het Handboek Groen is een Groene Kaart samengesteld.
 
3.4.8 Conclusie
Voor het uitwerkingsgebied en de directe omgeving worden geen ingrijpende veranderingen voorgesteld. Het beleid van diverse overheden voor dit uitwerkingsgebied stemt overeen met de huidige situatie en ontwikkelingen.
 
4 Sectorale aspecten
4.1 Archeologie en cultuur
4.1.1 Archeologische waarden
Bij de opstelling en de uitvoering van ruimtelijke plannen moet rekening gehouden worden met bekende archeologische waarden. De gemeente Papendrecht beschikt over een eigen Archeologische Verwachtingskaart en een Archeologische Beleidsadvieskaart. Op de Verwachtingskaart staat aangegeven wat de archeologische verwachting is voor de in geologisch opzicht verschillende gebieden in het besluitgebied. In de beheersverordening wordt de bestaande situatie vastgelegd en zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien die tot bodemingrepen leiden. De eventueel aanwezige archeologische waarden binnen de besluitgebieden komen dan ook niet in het geding. 
 
Op de Verwachtingskaart staat aangegeven wat de archeologische verwachting is voor de in geologisch opzicht verschillende gebieden. In de regels en de verbeelding van de beheersverordening zijn de archeologische waarden die zijn opgenomen in de Verwachtingskaart overgenomen. Hierbij is onderscheidt gemaakt tussen een middelhoge, hoge en zeer hoge archeologische verwachting.
 
Gezien het voorgaande kan gesteld worden dat de Archeologische waarden de vaststelling van de beheersverordening dan ook niet in de weg staan.
 
4.1.2 Cultuurhistorische waarden
Binnen het plangebied zijn verschillende in cultuurhistorisch opzicht waardevolle gebouwen aanwezig, met name ter hoogte van de Oude Dijklinten. Rijksmonumenten zijn niet aanwezig binnen het besluitgebied. Wel bevindt zich ter plaatse van het oude dijklint (met name Oosteind) een aantal beeldbepalende panden. Deze worden van een beschermende regeling voorzien. Het oude dijklint is verder op de provinciale Cultuur historische atlas aangeduid als een historisch landschappelijke lijn met een hoge waarde. Enkele andere wegen hebben een redelijk hoge waarde. Afgezien van het Noordhoekse Wiel zijn verder binnen en in de directe omgeving van het besluitgebied geen relevante cultuurhistorische waarden aanwijsbaar.
 
De N214 aan de noordwestzijde van het besluitgebied is op de provinciale Cultuur historische atlas aangeduid als een historisch landschappelijke lijn met een redelijk hoge waarde. De ten oosten van het besluitgebied liggende weg heeft een hoge waarde. Verder zijn binnen en in de directe omgeving van het besluitgebied geen relevante cultuurhistorische waarden aanwijsbaar. 
 
Aangezien de beheersverordeningen nieuwe ontwikkeling, waaronder mede begrepen het oprichten van gebouwen, niet mogelijk maakt, komen de aanwezige cultuurhistorische waarden niet in het geding. 
 
4.2 Flora en fauna
4.2.1 Gebieds- en soortenbescherming
Bij ruimtelijke ingrepen dient rekening te worden gehouden met de natuurwaarden ter plaatse. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming en soortenbescherming. Ter bescherming van de natuurwaarden is per 1 januari 2017 de Wet natuurbescherming (Wnb) van toepassing. Deze wet vervangt de Natuurbeschermingsweg 1998, de Boswet en de Flora- en faunawet.
 
In de wijdere omgeving van het plangebied liggen diverse Natura 2000-gebieden. Op iets minder dan twee kilometer in zuidelijke richting ligt het Natura 2000-gebied 'Biesbosch', op circa vier kilometer in noordelijke richting 'Donkse Laagten' en op ongeveer drie en een halve kilometer richting het noordwesten 'Boezems Kinderdijk'. Daarnaast komen in en rond het plangebied verschillende gebieden voor die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Naast gebiedsbescherming is de soortenbescherming van belang. In verband met de uitvoerbaarheid van ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met soortbescherming en dan met name de aanwezigheid van beschermde soorten.
   
Aangezien in de beheersverordening geen nieuwe ontwikkelingen zijn opgenomen, oefent deze geen nadelige invloed uit op deze gebieden en soorten. Daarmee kan geconcludeerd worden dat het aspect Flora en fauna geen belemmering vormt voor het vaststellen van de beheersverordening.
  
4.3 Waterparagraaf
Omdat de bebouwingsregeling van de voorgaande bestemmingsplannen en beheersverordeningen wordt overgenomen, is geen sprake van een toename van het verhard oppervlak. Aangezien deze beheersverordening niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen, is geen sprake van mogelijke negatieve gevolgen voor de waterhuishoudkundige situatie binnen het gebied. Een nadere watertoets is dan ook niet noodzakelijk. De beheersverordening maakt immers niet meer mogelijk dan nu al mogelijk is.
 
4.4 Bedrijven en milieuzonering
Het aspect bedrijven en milieuzonering gaat in op de invloed die bedrijven kunnen hebben op hun omgeving. Deze invloed is afhankelijk van de afstand tussen een gevoelige bestemming en de bedrijvigheid. Milieugevoelige bestemmingen zijn gebouwen en terreinen die naar hun aard bestemd zijn voor het verblijf van personen gedurende de dag of nacht of een gedeelte daarvan (bijvoorbeeld woningen). Daarnaast kunnen ook landelijke gebieden en/of andere landschappen belangrijk zijn bij een zonering tot andere, minder gevoelige, functies zoals bedrijven.
 
Van het inpassen van nieuwe inrichtingen in categorie 3.1 (of hoger) is gezien het beheersaspect van deze beheersverordening geen sprake. Nieuwe categorie 1 en 2 inrichtingen zijn mogelijk mits de vigerende bestemming daarvoor de ruimte biedt. Met betrekking tot de aanwezige bedrijven en instellingen wordt in de huidige situatie geen (grootschalige) overlast ervaren. Gelet op de aard en omvang van de functies zal dit ook in de toekomst niet het geval zijn.
 
Aan de zuidoostzijde (Oostpolder) en de westzijde van het plangebied reikt de geluidzone van de rondom de gemeente gelegen bedrijventerreinen tot binnen de grenzen van het besluitgebied. Binnen deze geluidzone mag geen geluidsgevoelige bebouwing worden opgericht. Aangezien de beheersverordening niet uitgaat van het oprichten van nieuwe bebouwing, levert deze zonering geen belemmeringen op. Met deze beheersverordening wordt tevens een geluidzone van het industrieterrein De Staart opgenomen. Deze geluidszone was in de Reparatie Beheersverordening Papendrecht (2021) nog niet voor het industrieterrein De Staart opgenomen. In de regels en de verbeelding van de beheersverordening is een aanduiding van de geluidszone opgenomen.
 
Gezien het bovenstaande kan gesteld worden dat het aspect bedrijven en milieuzonering dan ook verder niet van toepassing is op deze beheersverordening en niet zorgt voor knelpunten.
 
4.5 Externe veiligheid
Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport. Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen of omstandigheden. Daarbij gaat het om de risico's verbonden aan risicovolle inrichtingen, waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, opgeslagen of gebruikt, om het vervoer van gevaarlijke stoffen via wegen, spoorwegen, waterwegen en buisleidingen en om natuurrampen.
 
Onderliggende beheersverordening voorziet niet in de realisatie van nieuwe ontwikkelingen. De huidige situatie met betrekking tot externe veiligheid wijzigt niet als gevolg van de beheersverordening, aangezien geen nieuwe ontwikkelingen zijn opgenomen. In de beheersverordening Papendrecht (2021), de verleende vergunningen en de toegevoegde bestemmingsplannen is reeds getoetst aan de externe veiligheid. Hieruit blijkt dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt.
 
Over de N3 die vanuit het zuiden van Dordrecht door het plangebied loopt richting het noorden geldt een plasbrandaandachtsgebied en een 'veiligheidszone - plaatsgevonden risico'. In onderliggende beheersverordening zijn de aanduidingen 'veiligheidszone - plasbrandaandachtsgebied' en 'Veiligheidszone - plaatsgebonden risico' opgenomen in de regels en verbeelding.
   
Geconcludeerd kan worden dat het aspect externe veiligheid geen belemmering oplevert voor deze beheersverordening.
 
5 Juridische opzet
Zoals in toelichting hoofdstuk 2 al is aangegeven, is de regeling van de voorgaande bestemmingsplannen voor het besluitgebied overgenomen. De structuur van de beheersverordening is zodanig dat de kaart (verbeelding) de primaire informatie geeft over de bouw- en gebruiksmogelijkheden. Vervolgens kan men in de regels teruglezen welk gebruik en welke bouwmogelijkheden zijn toegestaan. De ordening van de regels is daartoe zodanig opgezet dat bij iedere bestemming een nagenoeg compleet beeld van de bepalingen voor die bestemming is gegeven. Desondanks blijven aanvullend inleidende regels en algemene regels nodig. Tot slot wordt dit aangevuld met het overgangsrecht en de slotregel. Het op grond van artikel 5.1.1 Bro verplichte overgangsrecht is vormgegeven zoals het voor het bestemmingsplan voorgeschreven overgangsrecht.
 
De bestemming en het beheer van de gronden gelegen binnen de grens van het besluitgebied is geregeld in de beheersverordening. Het besluitgebied is dan ook niets anders dan het plangebied bij een bestemmingsplan (met uitzondering van de verleende omgevingsvergunningen, vastgestelde wijzigingsplannen en postzegelbestemmingsplannen). Het besluitvlak is de in een beheersverordening gebezigde term voor een bestemmingsvlak. Het bouwvlak geeft de begrenzing weer waarbinnen bepaalde gebouwen opgericht mogen worden.
 
In de regels zijn eerst de regels hoofdstuk 1 opgenomen: een omschrijving van de in de regels gebruikte begrippen die om een nadere omschrijving vragen en de bepalingen omtrent de wijze van meten. Vervolgens zijn de regels hoofdstuk 2 voor de verschillende bestemmingen opgenomen, met de regels voor de afzonderlijke aanduidingen. Daarnaast is een aantal regels van een algemeen karakter, zoals een algemene bevoegdheid tot afwijken opgenomen in de regels hoofdstuk 3. Tot slot volgen de regels hoofdstuk 4.
 
5.1 Toelichting op de bestemmingen
5.1.1 Algemeen
Bij het opnemen van de bestemmingen is (zoveel mogelijk) aangesloten bij de feitelijke bestaande situatie. Deze komt zogezegd voor het grootste deel overeen met de vigerende planologische situatie.
 
5.1.2 Agrarisch
De agrarische gronden worden met name gebruikt als de bedrijfsvoering van een agrarisch bedrijf in de vorm van een veehouderij op open grond, met daaraan ondergeschikt onder andere groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en parkeervoorzieningen. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor schuilgelegenheden, een bedrijfsgebouw, sleufsilo's en wonen ter plaatse van de daartoe opgenomen aanduidingen.
 
5.1.3 Bedrijf
Dit betreft een bedrijfsbestemming gericht op individuele bedrijven in het stedelijke gebied. Daarom is in de regels opgenomen dat er uitsluitend bedrijven gevestigd mogen worden in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten.
 
Over verkooppunten voor motorbrandstoffen kan worden opgemerkt dat het niet wenselijk is dat elk bedrijf een verkooppunt voor motorbrandstoffen kan worden. Met de aanduidingen 'verkooppunt motorbrandstof lpg' en 'verkooppunt motorbrandstof zonder lpg' is aangegeven waar zich een verkooppunt van motorbrandstoffen met en zonder lpg bevindt. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor een doe-het-zelfzaak, volumineuze detailhandel, een transportbedrijf, een (straat)reinigingsbedrijf, een brandweerkazerne en politiebureau, een kerk en ondergrondse spoorwege ter plaatse van de daartoe opgenomen aanduidingen. Ook zelfstandige kantoren en/of dienstverlening en volumineuze detailhandel binnen de bedrijfsbestemming zijn toegestaan ter plaatse van de daartoe opgenomen aanduiding.
 
5.1.4 Bedrijf - Nutsvoorziening
Kleinschalige nutsvoorzieningen zijn toegestaan binnen diverse bestemmingen zoals 'Verkeer'. Voor de aanwezige grotere nutsvoorzieningen is deze bestemming opgenomen.
 
5.1.5 Bos
Deze bestemming is opgenomen voor het behoud en/of herstel van de aanwezige landschappelijke waarden, de bescherming van natuurwaarden, bossen en houtopstanden, extensieve dagrecreatie (zoals wandelen en fietsen), houtproductie, een educatief centrum met heemtuin, en de daarbij behorende voorzieningen.
 
5.1.6 Centrum - 1
De voor deze bestemming aangewezen gronden zijn onder andere bestemd voor detailhandel, dienstverlening, horeca van categorie 1a, 1b en 2, zelfstandige kantoren en wonen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' gebruik voor woondoeleinden / een zelfstandige woning niet is toegestaan. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor een onderdoorgang, een parkeergarage, branchering, dienstverlening, cultuur en ontspanning, showrooms, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, een apotheek en een gezondheidscentrum ter plaatse van de daartoe opgenomen aanduidingen. Tot slot zijn de gronden bestemd voor de bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimte, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en bergingen.
 
5.1.7 Centrum - 2
In deze bestemming zijn meerdere functies opgenomen die in combinatie met elkaar gerealiseerd kunnen worden. Het gaat hierbij om de combinatie van commerciële functies, dienstverlening, wonen, specifieke centrumvoorzieningen, een gezondheidscentrum en een parkeergarage. Genoemde voorzieningen waaronder horeca uit ten hoogste categorie 1 en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten (zie bijlage 8 bij de regels) zijn op de begane grond en gedeeltelijk op de verdieping toegestaan. Wonen is uitsluitend op de verdiepingen toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten' is geen detailhandel toegestaan. Op de verbeelding en in de regels is de maximale bouwhoogte gereguleerd. Parkeren binnen de bestemming 'Centrum - 2' vindt plaats ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'.
Tevens is hiervoor een Omgevingsvergunning (nr. 1342021, d.d. 08-12-2015) afgegeven, op basis waarvan in de twee woontorens psychogeriatrische wooneenheden zijn toegelaten, alsmede commerciële ruimten op de begane grond van het verbindingsstuk tussen de twee torens en deel overdekte parkeerplaatsen op de locatie P.C. Hooftlaan-Veerweg-Den Briel.
 
5.1.8 Detailhandel
Deze bestemming is opgenomen voor detailhandel op de begane grond en parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies. Specifieke functies zoals horeca, wonen, dienstverlening, een tuincentrum en ondersteunende activiteiten op de verdieping zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aan deze functies gekoppelde aanduidingen.
 
5.1.9 Dienstverlening
De voor deze bestemming aangewezen gronden zij bestemd voor dienstverlening en wonen. Daarnaast zijn specifieke functies zoals detailhandel en kantoren toegestaan ter plaatse van de aan deze functies gekoppelde aanduidingen. Horeca ondergeschikt aan en ten dienste van de dienstverlenende functies en parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies zijn ook toegestaan.
 
5.1.10 Gemengd
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor horeca, bestaande uit een restaurant en zalenverhuur, sportvoorzieningen, bowlingbaan en parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies.
 
5.1.11 Groen
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, calamiteitenontsluiting en geluidwerende voorzieningen. Daarnaast zijn specifieke functies zoals parken, een bergbezinkbassin, ondergrondse spoorwegen, een voetgangersbrug, een ijsbaan en een jongeren ontmoetingsplek toegestaan ter plaatse van de aan deze functies gekoppelde aanduidingen.
 
5.1.12 Horeca
De aanwezige horecabedrijven zijn voorzien van een specifieke aanduiding die de maximaal toegestane horecacategorie aangeeft. Daarnaast is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - partycentrum' tevens een partycentrum toegestaan. Tot slot zijn de voor horeca aangewezen gronden bestemd voor parkeervoorzieningen ten behoeve van de horecafuncties.
 
5.1.13 Kantoor
Dit betreft de commerciële dienstverlenende instellingen zonder baliefunctie, voor zover deze niet binnen de centrumbestemming zijn gelegen. Het gaat om zelfstandige kantoren waar het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
 
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren en praktijkruimte en dienstverlening, met de ten behoeve van de toegelaten functies parkeervoorzieningen. Daarnaast zijn de beeldbepalende panden aangeduid met de aanduiding 'karakteristiek'.
 
5.1.14 Maatschappelijk
Publieke (niet commerciële) dienstverlening wordt binnen deze bestemming geregeld. Daarbij gaat het om functies als openbaar bestuur, dienstverlening van overheidswege, sociale en culturele dienstverlening, godsdienstuitoefening, onderwijs en medische doeleinden. Daarnaast is toegestaan horeca, kantoren en parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies. Ondergeschikte functies zoals horeca van categorie 2, wonen en een voetgangersbrug zijn specifiek aangeduid. De gronden ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - politiebureau' zijn uitsluitend bestemd voor een politiebureau.
 
5.1.15 Recreatie - 1
De voor 'Recreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor extensieve recreatie, openbaar groen, grasland, bruggen, volkstuinen en dierenweiden, waterhuishoudkundige voorzieningen en bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals parkeervoorzieningen, wandel- en fietspaden, nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding. Speelvoorzieningen en een groendepot zijn specifiek aangeduid.
 
5.1.16 Recreatie - 2
Deze gronden zijn specifiek bestemd voor recreëren in zomerhuizen met de daarbij behorende voorzieningen.
 
5.1.17 Sport
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor sportvelden of een sportpark ten behoeve van de uitoefening van diverse veldsporten en overige sporten met de daarbij behorende voorzieningen en accommodaties alsmede voor sportverenigingen. Daarnaast zijn deze gronden bestemd voor horeca en parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies. Specifieke functies zoals horeca van categorie 1b, dienstverlening, opslag, een jongeren ontmoetingsplek, een manege en een hondenvereniging zijn specifiek aangeduid.
 
5.1.18 Tuin - 1
Deze gronden zijn bestemd voor (volks)tuinen.
 
5.1.19 Tuin - 2
Deze gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de woonwagenwoningen en patiowoningen aan de Amberdreef.
 
5.1.20 Tuin - 4
De voor 'Tuin - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij (recreatie)woningen, met de daarbij behorende voorzieningen.
 
5.1.21 Verkeer
Deze bestemming wordt toegekend aan de binnen het besluitgebied voorkomende hoofdwegen. Binnen deze bestemming zijn stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen toegestaan. Daarnaast is ook een voetgangersbrug en zijn ondergrondse spoorwegen binnen deze bestemming toegestaan.
 
5.1.22 Verkeer - Carpool
Deze bestemming wordt toegekend aan de binnen het besluitgebied voorkomende carpoolplaats. Deze gronden zijn bestemd voor parkeervoorzieningen ten behoeve van een carpoolplaats, toegangswegen, verblijfsgebieden, fietsenstallingen en langzaamverkeer voorzieningen.
 
5.1.23 Verkeer - Railverkeer
De bestemming 'Verkeer - Railverkeer' is specifiek opgenomen voor railverkeer en bijbehorende voorzieningen zoals brandveiligheidsvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en kunstwerken.
 
5.1.24 Verkeer - Verblijfsgebied
De overige wegen en het openbare gebied krijgen deze bestemming. Deze gronden zijn bestemd voor erftoegangswegen met de daarbij behorende kunstwerken en voorzieningen, fietspaden, voetpaden, standplaatsen voor ambulante handel, speelvoorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, bermen en taluds, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, kortdurende activiteiten en evenementen, zoals een weekmarkt en rommelmarkt, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, voorzieningen behorende bij en/of passend in de genoemde functies en voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer. Specifieke functies zoals een evenemententerrein, een bergbezinkbassin en een fietsenstalling zijn specifiek aangeduid.
 
5.1.25 Water
Deze bestemming is toegekend aan de binnen het besluitgebied gelegen watergangen. Het water is als zodanig bestemd en betreft overwegend de legger waterlopen van het waterschap. Deze gronden zijn bestemd voor water en waterhuishoudkundige voorzieningen, bermen, taluds en kademuren en groenvoorzieningen. Tevens is het toegestaan in deze bestemming om bruggen, duikers en andere waterhuishoudkundige voorzieningen te realiseren. Specifieke functies zoals ondergrondse spoorwegen en een voetgangersbrug zijn specifiek aangeduid.
 
5.1.26 Wonen - 1
Deze gronden zijn enerzijds bestemd voor wonen in de vorm van eengezinsrijen-, twee-onder-een-kap- en vrijstaande woningen en anderzijds voor patio- en kwadrantwoningen. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor aan huis gebonden beroep of bedrijf, erven, tuinen parkeerplaatsen en overige verhardingen en parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies en water. Specifieke functies, zoals detailhandel, dienstverlening, kantoren, horeca van categorie 1a, een apotheek, een garage en beeldbepalende panden zijn specifiek aangeduid.
Daar waar de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden voorkomt, mag het aantal woningen maximaal het aangegeven aantal zijn.  
 
5.1.27 Wonen - 2
Deze gronden zijn bestemd voor wonen in lintbebouwing in de dijklinten, aan huis gebonden beroep of bedrijf, erven, tuinen, parkeerplaatsen en overige verhardingen en water. Specifieke functies zoals kantoren en beeldbepalende panden zijn specifiek aangeduid.
 
5.1.28 Wonen - 3
Appartementengebouwen (geen duplexwoningen) en aan huis gebonden beroep of bedrijf krijgen deze bestemming, welke ook bestemd is voor erven, tuinen, parkeerplaatsen en overige verhardingen en parkeervoorzieningen ten behoeve van de toegelaten functies en water. Specifieke functies zoals een zorginstelling, zelfstandige kantoren en praktijken, detailhandel, dienstverlening en horeca, horeca van categorie 1b, maatschappelijke doeleinden, garageboxen en een chiropractor.
 
5.1.29 Wonen - 4
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, aan huis gebonden beroep of bedrijf en erven, tuinen, parkeerplaatsen en overige verhardingen.
 
5.1.30 Wonen - 5
In het kader van het bestemmingsplan 'Hoepmaker 30, Papendrecht' (vastgesteld 28 maart 2019) is de bestemming ‘Wonen - 5’ toegepast. De betreffende regeling voor negen vrijstaande woningen is daaruit overgenomen.
 
5.1.31 Wonen - 6
In het kader van de bestemmingsplannen 'Zeven bouwkavels Tiendzone' (vastgesteld 15 juni 2016) en 'Zaling 8a' (vastgesteld 24 januari 2019), is de bestemming 'Wonen - 6'. opgenomen. De betreffende regelingen voor de vrijstaande woningen is daaruit (deels) overgenomen.
 
5.1.32 Wonen - 7
In het kader van de bestemmingsplan 'Kombuis (vastgesteld 1 oktober 2020), is de bestemming 'Wonen - 7'. opgenomen. De betreffende regelingen voor de vrijstaande woningen, twee-onder-één-kapwoningen en rijwoningen is daaruit (deels) overgenomen.
 
5.1.33 Wonen - Woonwagenstandplaats
Woonwagenstandplaatsen krijgen deze specifieke bestemming, waarin onder meer het maximum aantal toegestane standplaatsen is bepaald. Er wordt een uitsterfbeleid gevoerd in die zin dat als een standplaats wordt verlaten, het de bedoeling is dat de woonwagen fysiek wordt verwijderd en er geen woonwagen meer mag worden teruggeplaatst.
 
5.1.34 Leiding - Gas
De voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden zijn ingevolge deze dubbelbestemming mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een hoge druk aardgasleiding.
 
5.1.35 Leiding - Hoogspanning
De voor 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden zijn ingevolge deze dubbelbestemming mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een ondergrondse hoogspanningsverbinding.
 
5.1.36 Leiding - Hoogspanningsverbinding
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden zijn ingevolge deze dubbelbestemming mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een bovengrondse hoogspanningsverbinding.
 
5.1.37 Leiding - Riool
De voor 'Leiding - Riool' bestemde gronden zijn ingevolge deze dubbelbestemming mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een riool(pers)leiding.
 
5.1.38 Leiding - Water
De voor 'Leiding - Riool' bestemde gronden zijn ingevolge deze dubbelbestemming mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een waterleiding.
 
5.1.39 Waarde - Archeologie
De archeologische dubbelbestemmingen zijn opgenomen ter bescherming van de mogelijk aanwezige archeologische waarden in het besluitgebied. De dubbelbestemmingen zijn gebaseerd op de verwachtingswaarden uit de gemeentelijke archeologische beleidskaart. Dat betreft:
  • Waarde - Archeologie - zeer hoge verwachting;
  • Waarde - Archeologie - hoge verwachting;
  • Waarde - Archeologie - middelhoge verwachting.
Er gelden vrijstellingsgrenzen voor bouwen en voor  werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden als de verstoringsdiepte niet meer dan 30 cm onder maaiveld is. Voor wat betreft de oppervlakte van de ruimtelijke ingreep is dat afhankelijk van de verwachtingswaarde (resp. 30 m², 250 m²  rn 500 m²). 
 
5.1.40 Waterstaat - Water
Om de belangen van de waterbeheerder veilig te stellen is de dubbelbestemming 'Waterstaat - Water' aan de gronden toegekend. Deze gronden zijn mede bestemd voor water ten behoeve van de waterhuishouding.
 
5.1.41 Waterstaat - Waterkering
Deze dubbelbestemming is opgenomen, mede bestemd voor de waterkering.
 
5.1.42 Reparatie onzelfstandige huisvesting
Ten behoeve van de reparatie met betrekking tot onzelfstandige huisvesting was in de reparatie beheersverordening 2021 binnen alle bestemmingen waar in de bestemmingsomschrijving 'wonen' toegelaten is, bepaald dat het gaat om wonen in zelfstandige woonruimte; het betrof de bestemmingen 'Agrarisch', 'Centrum', 'Detailhandel', 'Dienstverlening', 'Maatschappelijk', 'Wonen - 1' t/m 'Wonen - 4' en 'Wonen - Woonwagenstandplaats'. Daaraan was, met uitzondering van de bestemmingen Agrarisch, Maatschappelijk en Wonen - Woonwagenstandplaats, de bepaling toegevoegd dat wonen in onzelfstandige woonruimte is toegestaan wanneer deze wordt bewoond door maximaal 2 personen, ook in gevallen waarin de eigenaar al dan niet met zijn gezin tevens woonachtig is in de betreffende woning. Onderhavig beheersverordening 2023 voorziet o.a. in het toevoegen van de bestemmingen 'Wonen - 5' t/m 'Wonen - 7'. Ook voor deze bestemming geldt dat deze bepaling is opgenomen.
 
Deze bepaling is in aangepaste vorm overgenomen uit de Huisvestingsverordening gemeente Papendrecht 2019 (paragraaf 3.1). Binnen de bestemmingen Agrarisch, Maatschappelijk en Wonen - Woonwagenstandplaats wordt deze bepaling niet wenselijk geacht. Zo is het ongewenst dat een bedrijfswoning wordt bewoond door iemand anders dan degene wiens aanwezigheid nodig is voor de bedrijfsvoering, of dat onzelfstandige woonruimte kan worden gerealiseerd die geen relatie heeft met de maatschappelijke functie.
 
Daarnaast is binnen de woonbestemmingen een bepaling opgenomen met betrekking tot woningvorming, eveneens op basis van de Huisvestingsverordening 2019 (paragraaf 3.3). Binnen de bestemmingen 'Wonen - 1' t/m 'Wonen - 7' is in de bouwregels een maximum aantal woningen bepaald, waarmee woningvorming niet is toegestaan. Om dit toch mogelijk te maken is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen, onder de voorwaarden zoals opgenomen in de Huisvestingsverordening.
 
5.2 Overige bepalingen
5.2.1 Algemene regels
De algemene regels van de beheersverordening gelden voor het gehele besluitgebied. Hier zijn ondermeer de algemene bouwregels, algemene gebruiksregels, algemene aanduidingsregels, algemene afwijkingsregels en overige regels opgenomen.
 
5.2.2 Anti-dubbeltelregel
De antidubbeltelregel voorkomt dat dezelfde gronden meermaals in aanmerking mogen worden genomen bij het verlenen van (verschillende) vergunningen, waardoor bebouwingsmogelijkheden onbedoeld kunnen worden verruimd. Het opnemen van deze regel is verplicht op grond van de Wro.
 
5.2.3 Algemene bouwregels
In de algemene bouwregels is opgenomen dat het niet toegestaan is om een terrein of bouwperceel dusdanig te bebouwen dat daardoor op een aangrenzend terrein een toestand zou ontstaan die niet meer in overeenstemming met de planregels is. Mocht er reeds een dergelijke situatie bestaan, dan mag deze situatie voortgezet worden, maar mag de afwijking niet worden vergroot.
Tevens zijn hierin bepalingen opgenomen voor overschrijdingen van bouwgrenzen, over toegelaten bouwwerken met afwijkende maten, over het bouwen van boomgeleidingsconstructies., over bouwhoogte van andere bouwwerken met dak en over onderdoorgangen.
Tot slot is een bepaling opgenomen die er op toeziet dat voorzien wordt in voldoende ruimte om zowel het parkeren als het eventueel laden en lossen op eigen terrein te kunnen afwikkelen. Hierbij wordt verwezen naar de Parkeernormennota Papendrecht 2018, danwel de gewijzigde of herziene versie van dit beleid.
 
5.2.4 Algemene gebruiksregels
In dit artikel is bepaald welke specifieke gebruiken strijdig zijn met de bestemming. Het gaat zowel om strijdig gebruik als het strijdig laten gebruiken van gronden en of bouwwerken.
 
Ook is hier een bepaling opgenomen met betrekking tot parkeren en laden en lossen, met een verwijzing naar de Parkeernormennota Papendrecht 2018, danwel de gewijzigde of herziene versie van dit beleid.
 
Daarnaast is hier een overgangsbepaling opgenomen met betrekking tot omzettingen van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte, die zijn gerealiseerd voor inwerkingtreding van deze (gerepareerde) beheersverordening.
 
5.2.5 Algemene aanduidingsregels
In dit artikel is bepaald welke algemene aanduidingsregels gelden.
 
5.2.6 Algemene afwijkingsregels
In de algemene afwijkingsregels zijn enkele regels opgenomen waardoor er enige flexibiliteit in het bestemmingsplan mogelijk is. Hier zit onder andere een afwijking in voor het bouwen van nutsvoorzieningen en het (in geringe mate) afwijken van de in het plan weergegeven maten.
 
Ten behoeve van de reparatie met betrekking tot onzelfstandige woonruimte is hier ook een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte. In afwijking van het bepaalde in de bestemmingen waar wonen in onzelfstandige woonruimte tot twee personen mogelijk is (zoals beschreven in paragraaf toelichting paragraaf 5.1.42), kan een omgevingsvergunning worden verleend voor omzetting in onzelfstandige woonruimte voor drie of vier personen. Dit kan uitsluitend indien dit niet leidt tot een ontoelaatbare aantasting van het woon- en leefklimaat in het gebouw en/of de omgeving van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft. Het bevoegd gezag beoordeelt of hiervan sprake is rekening houdend met de beleidsregels die in deze bepaling als dynamische verwijzing zijn opgenomen.
 
5.2.7 Overige regels
In dit artikel is een (dynamische) verwijzing opgenomen naar de Bomenverordening gemeente Papendrecht 2017, het Terrassenbeleid Levendig Papendrecht en zijn de voorrangsregels bij dubbelbestemmingen uiteengezet.
 
5.2.8 Overgangs- en slotregels
De overgangsbepalingen hebben als doel tijdens de overgang naar een nieuwe beheersverordening de rechtstoestand vast te leggen van bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening zijn gebouwd of nog gebouwd kunnen worden. Tevens is geregeld hoe moet worden omgegaan met afwijkend gebruik ten tijde van inwerkingtreding van de beheersverordening.
 
De slotbepaling geeft aan onder welke naam de regels van de beheersverordening moeten worden aangehaald:
 
Regels van de beheersverordening Reparatie Veeg Beheersverordening Papendrecht 2023.
  
6 Uitvoerbaarheid
In toelichting hoofdstuk 4 is al ingegaan op de aanvaardbaarheid c.q. uitvoerbaarheid van de verordening in verband met sectorale wetgeving en sectorale aspecten. Voor wat betreft de maatschappelijke uitvoerbaarheid wordt erop gewezen dat er in de planologische regeling nauwelijks iets verandert. De situatie blijft zoals deze planologisch is.
 
Vanwege het sterk beheersmatige karakter van deze beheersverordening is ook geen vooroverleg gevoerd met overheidsinstanties. Voor wat betreft de financieel - economische uitvoerbaarheid is van belang dat de verordening niet ziet op de realisering van nieuwe ontwikkelingen. Voor de gemeente, maar ook voor de ondernemer zijn aan uitvoering van de verordening (voor zover daarvan al gesproken kan worden) geen bijzondere kosten verbonden. De economische uitvoerbaarheid is dan ook niet in het geding.
 
Bij de vaststelling van de beheersverordeningen / bestemmingsplannen zijn de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid reeds aan bod gekomen. Deze worden hierna per beheersverordening / bestemmingsplan beschreven.
 
6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
6.1.1 Vooroverleg
Het voeren van vooroverleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening met de provincie Zuid - Holland, het waterschap Rivierenland en de betrokken ministeries is ten behoeve van het opstellen van een beheersverordening niet wettelijk verplicht. Over de voorgangers van deze beheersverordening is dit overleg wel gevoerd. Nu de wijzigingen in de beheersverordening Reparatie Beheersverordening Papendrecht 2023 uitsluitend zien op het herstellen van fouten in de vorige versies van de beheersverordening, het toevoegen van nieuw verleende vergunningen en het integreren van bestemmingsplannen en beheerverordeningen die de afgelopen periode zijn vastgesteld heeft overleg hierover met genoemde instanties geen meerwaarde.
 
6.1.2 Inspraak
Hoewel niet wettelijk verplicht is, is het in Papendrecht staand beleid om voorafgaand aan de vaststelling het ontwerp van een beheersverordening onderwerp te laten zijn van een inspraakprocedure. 
 
6.2 Economische uitvoerbaarheid
De Reparatie Beheersverordening Papendrecht 2023 voorziet in een actuele regeling voor de bestaande situatie in het besluitgebied. De beheersverordening voorziet niet in de realisering van nieuwe zaken van gemeentewege. Voor de gemeente Papendrecht zijn aan de planvoornemens dan ook geen noemenswaardige kosten verbonden. De economische uitvoerbaarheid is niet in het geding.
 
7 Procedure
De beheersverordening doorloopt de volgende procedure:
 
a. voorbereiding:
 
- zienswijzen.
 
b. vaststelling:
 
- vaststelling door de gemeenteraad.
   
Zienswijzen 
De ontwerp 'beheersverordening – Reparatie Veeg Beheersverordening 2023' heeft vanaf donderdag 13 juli 2023 t/m woensdag 9 augustus 2023 voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is één zienswijze ontvangen. De beantwoording van deze zienswijze is een aparte bijlage behandeld (Zie bijlagen bij toelichting, bijlage 10).
 
Vaststelling door de gemeenteraad
Na vaststelling van de Beheersverordening volgt niet een terinzagelegging met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bij een bestemmingsplan wel verplicht is voorgeschreven in de Wro. Ook staat na vaststelling door de gemeenteraad geen beroep open tegen dat besluit op grond van de Algemene wet bestuursrecht. Ten aanzien van een omgevingsvergunning die wordt verleend (of geweigerd) op grond van het bepaalde in de beheersverordening - zoals een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, aanleggen of 'binnenplans' afwijken - staat wel bezwaar en beroep open.