Plan: | BP LG Oudewater & Willeskop - 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0589.bpLGOW1eherz-VA01 |
Artikel A: Toepassingsbereik
Het bestemmingsplan 'Landelijk gebied Oudewater & Willeskop' (vastgesteld op 4 juli 2011) is onverkort van toepassing op het plangebied van dit plan, met dien verstande dat het hiervoor genoemde bestemmingsplannen als volgt wordt herzien:
het bestemmingsplan BP LG Oudewater & Willeskop - 1e herziening van de gemeente Oudewater;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0589.bpLGOW1eherz-VA01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
de tot het plan behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening NL.IMRO.0589.bpLGOW1eherz-VA01 bestaande uit 10 bladen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning worden uitgeoefend;
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van dieren; nader te onderscheiden in:
akker- en vollegrondstuinbouw:
de teelt van gewassen op open grond, met uitzondering van fruit-, sier- en bollenteelt, boomkwekerij en bosbouw;
boomkwekerij:
een bedrijf gericht op het telen van bomen al dan niet gecombineerd met de verhandeling daarvan;
bosbouw:
de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie;
fruitteelt:
de teelt van fruit in boomgaarden;
glastuinbouw:
de teelt van tuinbouw- of siergewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen en permanente tunnelkassen, waaronder begrepen plastic kassen;
grondgebonden veehouderij:
het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond; de teelt van ruwvoedergewassen ter voorziening in eigen behoefte daaronder begrepen;
intensieve kwekerij:
de teelt van vissen of de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht;
intensieve veehouderij:
het houden van slacht-, fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de teelt niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel;
paardenfokkerij:
het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij waarbij het africhten van en de handel in paarden in ondergeschikte mate plaatsvindt; onder paardenfokkerij wordt niet verstaan paardenstalling en manege;
paardenhouderij:
een bedrijf dat uitsluitend is gericht op het houden, stallen of africhten van paarden, alsmede de handel in paarden;
sierteelt:
de teelt van siergewassen, alsmede van sierstruiken en sierbomen al dan niet gecombineerd met de verhandeling van boomkwekerijgewassen en vaste planten;
agrarische activiteiten, voornamelijk bij wijze van liefhebberij;
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw;
een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven (agrarische handels- en exportbedrijven daaronder niet begrepen);
een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven;
agrarische functies die bij wijze van nevenactiviteit naast de agrarische bedrijfsvoering als hoofdtak worden geëxploiteerd, en waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt deel uitmaakt van de totale productieomvang van de agrarische hoofdtak;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gericht op het gebruik voor (mobiele) telecommunicatie, met een apparatuurkast;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt binnen bestaande gebouwen;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die rechtstreeks in verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aanhuisverbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan zijn, worden of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;
het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan aanwezige gebruik;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 2 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak. Voor zover het bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning betreft, wordt voor de toepassing van dit begrip in afwijking van het begrip hoofdgebouw de bedrijfswoning aangemerkt als hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de aan een bouwwerk, gebied of landschapselement toegekende waarde in verband met ouderdom, gaafheid, zeldzaamheid en herkenbaarheid vanuit historisch oogpunt in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden waaronder begrepen de uitstalling ten behoeve van verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
een al dan niet door steenglooiing versterkte aarden wal die dienst doet of heeft gedaan als waterkering langs of om enig water;
de bebouwing die geheel of gedeeltelijk in een dijk is gebouwd;
de grens tussen twee percelen;
een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op mechanische en/of levende muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een woning van het type twee-aaneen gebouwd;
cirkel met een straal die bestaat uit de ashoogte van de turbine x 1/3 van de wieklengte;
een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder;
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, constructie, afmeting of functie, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
een speciaal soort trekkershut voor kortdurend recreatief nachtverblijf, namelijk in de vorm van een hooi/kapberg met vier palen op de hoeken;
een bedrijf, gericht op één of meer van de activiteiten in de staat van horeca-activiteiten, die als bijlage bij deze planregels onderdeel uitmaakt van de planregels;
een agrarisch bedrijfsgebouw van ondergeschikte aard, zoals een melkstal, bergschuur of schuilgelegenheid;
een agrarisch gebouw dat aan zijn oorspronkelijke functie onttrokken is of een nieuw gebouw op een voormalig agrarisch bouwperceel dat geschikt is gemaakt voor recreatief nachtverblijf van groepen;
een tent, een camper, een kampeerauto, een tourcaravan, een vouwwagen, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)- overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
een gebouw waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienen tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
de in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
voorzieningen ten behoeve van dagrecreatie;
een kampeerterrein voor niet meer dan 25 kampeermiddelen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
een boom waarbij de stam is afgezet op een hoogte van niet minder dan 1 m;
een object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
overeenkomst tussen de partijen die deelnemen in de gebiedscommissie waarin is afgesproken dat voor houtopstanden op agrarische grond die vallen onder de overeenkomst, geen omgevingsvergunning voor het kappen hoeft te worden aangevraagd en te allen tijde mogen worden verwijderd;
elementen die de bouwstenen zijn die samen de structuur van het landschap bepalen, zoals hoogstamfruitbomen, knotbomen, geriefhoutbosjes, grienden, houtkades en -singels, heggen, rietlanden en poelen;
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van bodem, water, terreinvormen, niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik in onderlinge samenhang en wisselwerking;
educatieve, sociaalmedische, sociaalculturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, ondergeschikte horeca (kantine, foyer en dergelijke) logies- en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna, in relatie met de bijbehorende abiotische randvoorwaarden (bodem, water, terreinvormen);
niet-agrarische functies die bij wijze van nevenactiviteit naast de agrarische bedrijfsvoering als hoofdtak worden geëxploiteerd en die naar aard en omvang ondergeschikt zijn aan de agrarische hoofdtak;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
het bewaren van goederen, waaronder agrarische producten, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
van minder belang;
een geheel of gedeeltelijk beneden het peil gelegen, voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met ten hoogste één wand;
een door middel van een afscheiding afgezonderd stuk grond kennelijk ingericht voor het africhten en/of trainen van paarden dan wel het uitoefenen van de paardensport met een oppervlak van maximaal 800 m2;
het houden van paarden en pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te weiden; onder paardenstalling worden geen maneges verstaan;
bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van het matigen van weersinvloeden die gedurende het gehele jaar aanwezig zijn ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierteelt en/of bloembollenteelt;
een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat;
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, (para)medisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij tenminste een halve tot een volledige arbeidskracht, met een aannemelijk perspectief op volwaardigheid;
amovering van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, inclusief de bestaande fundering; dit alles met uitzondering van de bedrijfswoning;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
het al dan niet gedeeltelijk amoveren van bestaande opstallen;
een caravan, die als een gebouw valt aan te merken;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage onderdeel van de planregels uitmaakt;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals draagconstructies voor reclame, voorwerpen van beeldende kunst, bloemen- en plantenbakken, straatverlichting, bewegwijzering, telefooncellen en andere vergelijkbare voorzieningen, zoals abri's;
de teelt van ruwvoedergewassen anders dan gras over een oppervlakte, die jaarlijks niet meer bedraagt dan overeenkomt met de oppervlakte aan ruwvoedergewassen die benodigd is ter voorziening in jaarlijkse behoefte aan ruwvoedergewassen van het betrokken bedrijf;
bouwwerken en voorzieningen ten behoeve van het matigen van weersinvloeden die gedurende maximaal acht maanden worden geplaatst ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierteelt en/of bloembollenteelt;
een eenvoudige accommodatie voor kortdurend recreatief nachtverblijf, die is voorzien van een basisinrichting om te overnachten en te koken;
een halfronde constructie van lichtdoorlatend materiaal, geen glas zijnde, die wordt gebruikt voor het optrekken, opkweken of veredelen van gewassen;
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voorzover deze agrarische producten op het eigen bedrijf zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt of bewerkt;
een agrarisch bedrijf in de omvang van tenminste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende arbeidsomvang en met een bijbehorend volwaardig te verwachten bedrijfsinkomen;
de op een perceel aanwezige lijn, die ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan is gelegen: evenwijdig aan de weg en in het verlengde van de dichtst bij de weg gelegen gevel van het hoofdgebouw; dan wel (indien deze gevel niet evenwijdig is aan de weg): evenwijdig aan de weg door het dichtst bij de weg gelegen hoekpunt van gevels van het hoofdgebouw; dan wel: de naar de weg gekeerde voorgevelgrens;
een inrichting als bedoeld in onderdeel D van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht;
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterbeheersing en/of –huishouding;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, waarop antenne-installaties worden geplaatst;
de opvang van volwassenen of gehandicapten, inclusief nachtverblijf, hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van de therapie en waarbij kleinschalige recreatieve voorzieningen en/of een theeschenkerij zijn toegestaan.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwperceel- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf (A-AB)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf (A-AB)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor een bijbehorend bouwwerken een overkapping bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot nadere eis geldt de in 36.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregeling zoals omschreven in:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.5 voor de bouw van kleinschalige windturbines van ten hoogste 20 m hoog, met dien verstande dat:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het gebruik zoals omschreven in 3.1 ten behoeve van:
De in 3.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van het betreffende agrarische bouwperceel te wijzigen in:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 3.7.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap (AW-L)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
met dien verstande dat:
Op de voor 'Agrarisch met waarden - Landschap (AW-L)' aangewezen gronden mogen uitsluitend terreinafscheidingen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte tot 1,5 m worden gebouwd, met uitzondering van kuilvoerplaten, sleufsilo's en voorzieningen voor de opslag van mest, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-monument' geldt dat de hoofdvorm, bepaald door de oppervlakte en de bouwhoogte, zoals die bestaat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan gehandhaafd dient te worden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregeling zoals omschreven in 4.2 voor de bouw van agrarische hulpgebouwen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het gebruik zoals omschreven in 4.1 ten behoeve van het overschrijden van een bouwperceel met de bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf (A-AB)' , met dien verstande dat:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Agrarisch met waarden - Landschap (AW-L)' bestemde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De in 4.5.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 4.6.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De voor 'Bedrijf (B)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
met dien verstande dat in geen geval zijn toegestaan:
Op de voor 'Bedrijf (B)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfsgebouwen gelden voor de volgende percelen de volgende regels:
perceel | maximale goothoogte | maximale bouwhoogte | maximaal te bebouwen oppervlakte (exclusief bedrijfswoning) maximaal te bebouwen oppervlakte (exclusief bedrijfswoning) |
Noord Linschoterzandweg 27 | 940 m2 | ||
Damweg 2 + 2a | 4 m | 8 m | 2.270 m2 |
Hoenkoopse Buurtweg 2 | 3 m | 7 m | 800 m2 |
Hoenkoopse Buurtweg 11a | 5 m | 8 m | 1.260 m2 |
Hoenkoopse Buurtweg 37 | 4 m | 8 m | 610 m2 |
Hoenkoopse Buurtweg 45 | 1.960 m2 | ||
Hoenkoopse Buurtweg 63 | 9 m | 885 m2 | |
Laan van Snelrewaard 57 | 1.070 m2 | ||
Laan van Snelrewaard 59 | 225 m2 | ||
Laan van Snelrewaard 61 | 6 m | 6 m | 180 m2 |
Utrechtse Straatweg 60 | 235 m2 | ||
Statenland 3 | 235 m2 | ||
Waardsedijk 36 | 1.290 m2 | ||
Waardsedijk 38 | 872 m2 | ||
Waardsedijk 98 | 150 m2 | ||
Willeskop 103 | 5,5 m | 7 m | 1.050 m2 |
Willeskop 131B | 5,5 m | 9 m | 1.355 m2 |
Willeskop 139 | 6 m | 965 m2 | |
Willeskop 180 | 9 m | 1.748 m2 | |
Willeskop 182 | 4,5 m | 7 m | 565 m2 |
Willeskop 202 | 9 m | 65 m² | |
Willeskop 204 | 270 m2 | ||
Willeskop 206/208 | 9 m | 1.250 m2 | |
Zuid-Linschoterzandweg 51 | 5 m | 8 m | 700 m2 |
Zuid-Linschoterzandweg 53 | 1483 m2 | ||
Zuid-Linschoterzandweg 54 | 4 m | 8 m | 700 m2 |
Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor een bijbehorend bouwwerk en een overkappingbij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot het stellen van nadere eisen geldt de in 36.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregeling zoals omschreven in:
Een in 5.4 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het gebruik zoals omschreven in 5.1 ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 5.7.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening (B-NV)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening (B-NV)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor een bijbehorend bouwwerken een overkapping bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
De voor 'Bedrijf - Waterzuivering (B-WZ)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Bedrijf - Waterzuivering (B-WZ)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
De voor 'Groen (G)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Groen (G)' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2,50 m mag bedragen.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Groen (G)' bestemde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 8.3.1 verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een in 8.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en/of landschappelijke waarden van de gronden en/of de afschermende werking van de beplanting.
De voor 'Horeca (H)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Horeca (H)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bijbehorend bouwwerken een overkapping bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor gebouwen ten dienste van een zaalaccommodatie gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de in 36.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
De voor 'Kantoor (K)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Kantoor (K)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwenten dienste van een kantoor gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 10.3.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats (M-BP)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats (M-BP)' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
De voor 'Natuur (N)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende;
met dien verstande dat in verband met het belang ter bescherming waarvan deze bestemming is opgenomen, toepassing van artikel 3.6a Wet ruimtelijke ordening is uitgesloten.
Op de voor 'Natuur (N)' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan in ieder geval gerekend:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Natuur (N)' bestemde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie (R-DR)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsook ondergeschikte en daarbijbehorende horeca;
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Recreatie - Dagrecreatie (R-DR)' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor 'Recreatie - Kampeerterrein (R-KT)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Recreatie - Kampeerterrein (R-KT)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwengelden de volgende regels:
Voor een gebouw ten behoeve van voorzieningen voor het kampeerterrein gelden de volgende regels:
Voor trekkers- en hooiberghutten gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bijbehorend bouwwerken een overkapping bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Recreatie - Volkstuin (R-VT)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Recreatie - Volkstuin (R-VT)' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijndegeldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
De voor 'Sport - Manege (S-MA)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Sport - Manege (S-MA)' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bijbehorend bouwwerken een overkapping bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin (T)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Tuin (T)' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijndeworden gebouwd ten dienste van de bestemming met dien verstande dat:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Tuin (T)' bestemde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 17.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De voor 'Verkeer (V)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer.
Op de voor 'Verkeer (V)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8,5 m.
De voor 'Verkeer - Voet-/Fietspad (V-VF)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Verkeer - Voet-/Fietspad (V-VF)' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
De voor 'Water (WA)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Water (WA)' aangewezen gronden mogen uitsluitend keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen, aanlegsteigers, dammen, duikers, gemalen, krooshekken, sluizen en bewegwijzering voor het verkeer te water worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte van bruggen ten hoogste 5 m mag bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van bouwregeling zoals omschreven in 20.2 en toestaan dat steigers en vlonders worden gebouwd, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen (W)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen (W)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor hoofdgebouwen in casu woonhuizen gelden de volgende regels:
Voor een bijbehorend bouwwerken een overkapping bij een woonhuis gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijndegelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de in 36.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregeling zoals omschreven in:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Wonen (W)' bestemde gronden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' – voor zover de Monumentenwet daarin niet voorziet – geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het geheel of gedeeltelijk slopen is slechts toelaatbaar indien door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad dan wel ter voorkoming van gevaar.
De voor 'Wonen - 1 (W-1)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen - 1 (W-1)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwengelden de volgende regels:
Voor hoofdgebouwen in casu woonhuizen gelden de volgende regels:
Voor een bijbehorend bouwwerk en een overkappingbij een woonhuis gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de in 36.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van bouwregeling zoals omschreven in:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van bijgebouwen ten behoeve van bewoning en het gebruik van onbebouwde gronden voor de opslag van goederen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 22.1 ten behoeve van de volgende nevenactiviteiten bij voormalige boerderijen:
De in 22.6.1 bedoelde omgevingsvergunning kan alleen worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de realisering van één extra woning mogelijk te maken, met dien verstande dat:
Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 22.7.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
De voor 'Leiding - Gas (L-G)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk aardgastransportleiding met een belemmeringenstrook ter breedte van 4 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding;
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Leiding - Gas (L-G)' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.
De in 23.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien uit overleg met de leidingbeheerder(s) blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van de gasleiding(en) en/of het aspect veiligheid geen bezwaar bestaat.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Leiding - Gas (L-G)' bestemde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 23.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een in 23.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien:
De voor'Leiding - Riool (L-R)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse leiding ten behoeve van het transport van rioolwater met een belemmeringenstrook ter breedte van 4 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding;
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Leiding - Riool (L-R)' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 24.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de basisbestemming.
Een in 24.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien uit overleg met de leidingbeheerder(s) blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van de rioolleiding(en) en/of het aspect veiligheid geen bezwaar bestaat.
De voor 'Waarde - Archeologie (WR-A)' aangewezen gronden zijn behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Waarde - Archeologie (WR-A)' aangewezen gronden mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet worden gebouwd.
Het bepaalde in 25.2 is niet van toepassing op:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
Een in 25.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat.
Een in 25.3.1 genoemde omgevingsvergunning is niet vereist indien:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Waarde - Archeologie (WR-A)' bestemde gronden over een oppervlakte van 50 m2 of meer de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 25.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog (WR-AVWH)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog (WR-AVWH)' aangewezen gronden mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet worden gebouwd.
Het bepaalde in 26.2 is niet van toepassing op:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
Een in 26.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat.
Een in 26.3.1 genoemde omgevingsvergunning is niet vereist indien:
Aan een in 26.3.1 genoemde omgevingsvergunning dan wel een omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg de volgende verplichtingen worden verbonden:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Agrarisch met waarden - Landschap (AW-L)' bestemde gronden over een oppervlakte van 200 m² of meer de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 26.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
dan wel indien:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een aanlegvergunning kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen van een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemming van het gebied wijzigen dan wel laten vervallen:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog (WR-AVWM)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog (WR-AVWM)' aangewezen gronden mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet worden gebouwd.
Het bepaalde in 27.2 is niet van toepassing op:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 27.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
Een in 27.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien vooraf door de aanvrager een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat.
Een in 27.3.1 genoemde omgevingsvergunning is niet vereist indien:
Aan een in 27.3.1 genoemde omgevingsvergunning dan wel een omgevingsvergunning voor het bouwen kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg de volgende verplichtingen worden verbonden:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog (WR-AVWM)' bestemde gronden de volgende werken of werkzaamheden over een oppervlakte van 2.500 m2 of meer uit te voeren:
Het in 27.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
dan wel indien:
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een aanlegvergunning kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen van een ter zake deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen en de bestemming van het gebied wijzigen dan wel laten vervallen:
De voor 'Waarde - Ecologie (WR-E)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Waarde - Ecologie (WR-E)' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, ingevolge dit plan toegestane bouwwerken slechts worden opgericht indien en voor zover de belangen van de ecologische verbindingszone en de ter plaatse voorkomende dan wel aan deze gronden eigen landschaps- en natuurwaarden dit toestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:
alsmede het gebruiken en laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken op een wijze die:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op de tot 'Waarde - Ecologie (WR-E)' bestemde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 28.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
De voor 'Waterstaat - Waterkering (WS-WK)' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor waterhuishouding door middel van dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering, waarbij deze bestemming ten opzichte van de onderliggende bestemming van primaire betekenis is.
Op de op de plankaart voor 'Waterstaat - Waterkering (WS-WK)' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
De voorgevelrooilijn mag niet met gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden overschreden, tenzij het betreft:
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:
mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd of vervangen met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde, behoudens voor zover artikel 76 lid 3 van de Wet geluidhinder van toepassing is.
Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Onder een gebruik strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone' mogen geen nieuwe geur- of geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd, tenzij ze behoren tot de inrichting waarvoor een milieuzone is gegeven.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone' mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden gerealiseerd, tenzij ze behoren tot de inrichting waarvoor een veiligheidszone is gegeven.
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'veiligheidszone'
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen worden gerealiseerd, tenzij ze behoren tot de inrichting waartoe het lpg-vulpunt behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding 'veiligheidszone - lpg'
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' gelden voor die gronden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald de navolgende aanvullende regels.
Voor een bouwwerk geldt de volgende regel:
De bouwhoogte mag niet meer dan 32m bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.4.2 en toestaan dat de bouwhoogte wordt verhoogd tot niet meer dan 40 m.
Een in 33.4.3 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien uit overleg met de straalpadbeheerder blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van de straalverbinding geen bezwaar bestaat.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van:
Een in 34.1 genoemde omgevingsvergunning kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen:
De in 35.1 genoemde wijziging kan worden toegestaan indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit bestemmingsplan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat bestemmingsplan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
Het bepaalde in 38.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat bestemmingsplan.
Deze planregels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het BP LG Oudewater & Willeskop - 1e herziening.