direct naar inhoud van Artikel 10 Kantoor (K)
Plan: Landelijk gebied Oudewater & Willeskop
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0589.000006-0711

Artikel 10 Kantoor (K)

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor (K)' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren;

met daarbijbehorende:

  • b. gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • d. erven;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. water.
10.2 Bouwregels

Op de voor 'Kantoor (K)' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.

10.2.1 Gebouwen

Voor gebouwenten dienste van een kantoor gelden de volgende regels:

  • a. deze dienen te worden opgericht binnen het bouwperceel;
  • b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 170 m2;
  • c. voor een vrijstaand kantoorgebouw geldt tevens dat:
    • 1. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 m;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen achter de voorgevel mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijn mag niet meer bedragen dan 3 m.
10.3 Wijzigingsbevoegdheid
10.3.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd:

  • a. De bestemming van het betreffende bouwperceel te wijzigen in de bestemming 'Wonen (W)', met dien verstande dat:
    • 1. de bedrijfsvoering geheel wordt beëindigd;
    • 2. de voorkeursgrenswaarde in acht wordt genomen;
    • 3. het woonhuis is bestemd voor enkelvoudige bewoning;
    • 4. omliggende agrarische bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering worden beperkt;
    • 5. door initiatiefnemer een inrichtingsplan wordt overlegd, waarin aangetoond wordt dat de landschappelijke kwaliteit ter plaatse wordt versterkt.
10.3.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 10.3.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de waarden, welke het bestemmingsplan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • c. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • d. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • e. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.