Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Nieuwstraat 35 Westmaas
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0585.BPWMSNieuwstraat35-VG01

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Structuurvisie 'Visie op Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte'
Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de structuurvisie ‘Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte’1  vastgesteld. De provincie Zuid-Holland heeft ervoor gekozen één integrale ruimtelijke structuurvisie voor haar hele grondgebied op te stellen. De aanleiding voor aanpassing van haar ruimtelijk beleid was de invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008. Deze structuurvisie bevat de ambities van provinciaal belang voor de periode tot 2020 met een doorkijk naar 2040. Het doel van de visie is om duidelijk te hebben hoe de ruimtelijke ontwikkeling er tot 2040 uit komt te zien. Om zodoende, met hulp van inwoners en betrokken partijen, het toekomstbeeld van de provincie in te vullen.
 
De kern van de visie is: Het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland, met het doel om bij te dragen aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie, waarbij duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid belangrijke pijlers zijn. De provincie wil dit bereiken door middel van realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk, waarbij goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur kenmerkende kwaliteiten zijn.
Onderhavig plangebied is op de functiekaart van de structuurvisie aangewezen als ‘stads- en dorpsgebied’, zie afbeelding 3.
 
Uitsnede kaart provinciale Structuurvisie
Afbeelding 3: Uitsnede kaart provinciale Structuurvisie
 
Conclusie
Onderhavig plan past binnen het profiel van ‘stads- en dorpsgebied’ en tevens binnen de visie om zorgvuldig met de schaarse ruimte in Zuid-Holland om te gaan. Derhalve vormt de structuurvisie ‘Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte’ geen belemmering voor onderhavig plan.
3.2.2 Verordening Ruimte Zuid-Holland
Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de Verordening Ruimte2  vastgesteld. De Verordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de structuurvisie Ruimtelijke Ordening en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen. In dit geval draagt de Verordening Ruimte Zuid-Holland bij aan de ruimtelijke doelen en belangen bij de provinciale structuurvisie ‘ontwikkelen met schaarse ruimte’.
 
Conclusie
Uit de verordening blijkt dat het plangebied binnen de in de verordening aangegeven bebouwingscontouren valt. Dit houdt in dat onderhavig plan in lijn is met de provinciale Verordening Ruimte.
3.2.3 Ruimtelijk plan Regio Rotterdam 2020
De gemeenten rondom Rotterdam zijn verenigd in het samenwerkingsverband ‘de stadsregio Rotterdam’. In dit verband is het Ruimtelijk Plan Regio 2020 Rotterdam3  (RR2020) opgesteld. Deze visie is in 2005 vastgesteld is de richtlijn voor het ruimtelijk beleid en daarmee de ruimtelijke ontwikkelingen in de regio. De looptijd voor de visie is 15 jaar. Het document geeft richting aan de lastige opgave van oprukkende verstedelijking en het behoud van kwaliteit van de leefomgeving. De druk vanuit bevolkingsgroei en economische groei, die niet alleen belangrijk zijn voor de regio maar voor heel Nederland, moet samengaan met de bestaande ecologische en landschappelijke waarden.
 
De stadsregio Rotterdam is aangewezen als een WGR-plusgebied. Dit vloeit voort uit de Wet gemeenschappelijke regelingen-plus (Wgr+), welke van toepassing is bij regionale samenwerkingsverbanden. De wet vereist een regionaal structuurplan. Het RR2020 is het regionale structuurplan en komt in de plaats van het Streekplan Rijnmond uit 1996 en de streekplanuitwerkingen Nesselande, Midden-IJsselmonde en Noordrand II en III.
 
De kern van het RR2020 is een tien punten plan. Het structuurplan probeert niet alleen een gewenst toekomstbeeld te schetsen, maar ook een duidelijke leidraad te zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen op het grondgebied. Het betreft de volgende tien punten:
  • De Noordas;
  • De Zuidflank; 
  • Internationaal Centrum Rotterdam; 
  • Greenport B-driehoek;
  • Rivierzones; 
  • Trendbreuk in de herstructurering; 
  • Proactieve aanpak van milieuproblematiek; 
  • Offensieve aanpak van groen en water;
  • Investeren in de versterking van infrastructuur en knooppunten;
  • Het versterken van de Zuidvleugelstructuur.
Voor de uitwerking van het plan is een uitvoeringsprogramma vastgesteld. Dit programma houdt voornamelijk een aantal projecten en programma’s in die noodzakelijk zijn voor het slagen van de RR2020. De programma’s zijn vooral sectoraal en gaan over: infrastructuur, groen, water, economie et cetera. De projecten zijn gebiedsgericht en benaderen op lokaal schaalniveau de problematiek integraal.
 
Het uitvoeringsprogramma RR2020
Afbeelding 4: Het uitvoeringsprogramma RR2020
 
Conclusie
In het Ruimtelijk Plan Regio Rapport 2020 wordt veelvuldig gesproken over het behoud van de kwaliteit van de leefomgeving. Onderhavig plan betreft een inbreidingsplan, waarbij de kwaliteit van het plangebied wordt verbeterd. Daarmee past het plan binnen de kaders van het Ruimtelijk Plan Regio Rapport 2020.
3.2.4 Regionaal beleid: Ontwerp structuurvisie Hoeksche Waard
In de Hoeksche Waard werken de gemeenten Binnenmaas, Cromstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen samen op het gebied van ruimtelijke planning. De gemeenten werken aan een gezamenlijke strategie voor verdere ontwikkeling op het gebied van ruimtelijke ordening en ruimtelijke inrichting, economie, infrastructuur, volkshuisvesting, en landschap en recreatie. Om hier voldoende structuur en daadkracht aan te kunnen geven is in 2005 de bestuurlijke Commissie Hoeksche Waard opgericht. De Commissie Hoeksche Waard heeft op 8 juli 2008 het Ontwerp Ruimtelijk Plan van de Structuurvisie Hoeksche Waard4  vastgesteld. Eind september hebben ook de vijf gemeenteraden in de Hoeksche Waard het Ontwerp Ruimtelijk Plan vastgesteld. Op 12 mei 2009 heeft de Commissie Hoeksche Waard het Ruimtelijk plan goedgekeurd. In navolging hiervan hebben de gemeenteraden van Binnenmaas, Comstrijen, Korendijk, Oud-Beijerland en Strijen het Ruimtelijk plan vastgesteld.
 
In de Nota Ruimte heeft het Rijk de Hoeksche Waard vanwege de bijzondere landschappelijke kenmerken aangewezen als Nationaal Landschap. Het doel hiervan is het behouden van de kernkwaliteiten van het landschap, te weten: De openheid en het bijzondere patroon van polders, dijken en kreken. Met de aanstelling van Nationaal Landschap komen er extra middelen beschikbaar voor het behoud en versterking van het landschap. Het gevolg is echter wel dat er met extra zorgvuldigheid gekeken moet worden naar de landschappelijke inpassing van nieuwe ontwikkelingen, zoals woonwijken en bedrijventerreinen. Om deze ontwikkelingen in goede banen te leiden heeft de Commissie Hoeksche Waard de Structuurvisie Hoeksche Waard opgesteld. In de Structuurvisie Hoeksche Waard wordt een visie gegeven op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de regio tot 2030. De doelstelling en uitgangspunten van de structuurvisie moeten zorg dragen voor de uitwerking van de in bovenstaande beschreven doelstellingen van de Commissie Hoeksche Waard. Voorop daarbij staat het behoud van de kernkwaliteiten. In de structuurvisie wordt een nadere uitwerking gegeven aan de ontwikkeling van het Nationaal Landschap en aan de begrenzing van de rode contouren, vanuit een integrale visie op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling tot 2030. De structuurvisie geldt tevens als landschapsontwikkelingsplan.
 
Conclusie
Onderhavig plan is zodanig in overeenstemming met de ontwerpstructuurvisie Hoeksche Waard dat het de landschappelijke kernkwaliteiten behoudt doordat de sloop/nieuwbouw plaatsvindt binnen het stedelijk gebied.