direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Klein Koninkrijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPSGDklkoninkrijk-VG01

3.2 Provinciaal en regionaal beleid

3.2.1 Provinciale ruimtelijke structuurvisie (2010)

De Provinciale Structuurvisie bevat hoofdlijnen van voorgenomen ontwikkelingen en hoofdzaken van het door de provincie te voeren ruimtelijk beleid.

De 'Visie op Zuid-Holland' bevat een aantal integrale hoofdopgaven, zijnde een concurrerend en aantrekkelijk internationaal profiel, een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie, divers en samenhangend stedelijk netwerk, stad en land verbonden én een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap. De gemeente Binnenmaas maakt deel uit van de regio Hoeksche Waard.

Hoeksche Waard

De Hoeksche Waard is een nationaal landschap op de overgang van de Randstad naar de Zuidwestelijke delta. De ligging van de Hoeksche Waard in de delta en nabij de Randstad heeft in het gebied zelf tot verschillen in karakter en dynamiek geleid. In het zuiden en westen staan rust, ruimte en ervaring van de delta centraal, terwijl het noorden en oosten meer onder invloed van het stedelijk gebied staan. Het eiland heeft een aantal opgaven die de kernkwaliteiten kunnen beïnvloeden. Wat betreft de woningbouwontwikkelingen en bedrijventerreinprogrammering zijn afspraken over de regionale verdeling gemaakt. De herstructurering en uitbreiding van het naast het plangebied gelegen bedrijventerrein Mijlpolder past binnen die afspraken.

Provinciale Verordening Ruimte (2010)

In deze verordening zijn specifieke eisen gesteld waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. Voor onderhavig bestemmingsplan zijn de volgende artikelen van belang.

afbeelding "i_NL.IMRO.0585.BPSGDklkoninkrijk-VG01_0003.jpg"

Figuur 3.1 Uitsnede verordening ruimte (kaart bedrijventerreinen)

Artikel 8 Bedrijventerreinen

In de Provinciale Verordening is artikel 8 van toepassing op bedrijventerrein. In dit artikel zijn in totaal 4 leden opgenomen.

Op basis van lid 1 (SER-ladder) moeten in bestemmingsplan dat voorziet in de uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen onderbouwd worden waarom de behoefte aan uitbreiding bestaat en deze niet kan worden ondervangen door herstructurering of intensivering van het bestaande terrein.

Lid 2 geeft aan dat nieuwe bedrijfswoningen niet zijn toegestaan, behalve binnen bedrijventerreinen met milieucategorie 2 voor zover de bedrijfswoningen niet zijn gelegen binnen de invloedssfeer van bedrijven die in een hogere milieucategorie zijn toegestaan.

Uit lid 3 blijkt dat de hoogste mogelijke milieucategorie mogelijk gemaakt dient te worden die past bij omgeving van het bedrijventerrein. Dit dient in toelichting van het bestemmingsplan onderbouwd te worden.

Lid 4 maakt afwijking mogelijk van het bepaalde in lid 3 indien in regionaal verband afspraken zijn gemaakt over voldoende ruimte voor bedrijven uit de hoogste categorie die mogelijk zou zijn op het betreffende terrein.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het bestemmingsplan past binnen het provinciaal beleid. Artikel 8 lid 1 en 4 zijn niet van toepassing op het plangebied, de leden 2 en 3 wel. Er worden geen bedrijfswoningen mogelijk gemaakt. Met het bestemmingsplan wordt de hoogst mogelijke categorie toegestaan zoals voorgeschreven in lid 3. In hoofdstuk 4 is nader onderbouwd hoe de milieucategorisering tot stand is gekomen.

3.2.2 Structuurvisie Hoeksche Waard

Met de Structuurvisie Hoeksche Waard laat de regio (bestaande uit vijf gemeenten) zien wat haar visie is op de toekomst. In de Structuurvisie wordt een visie gegeven op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de regio tot 2030. Doel is de gelijktijdige versterking van de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en de economische vitaliteit van het Nationaal Landschap Hoeksche Waard. Voor het waarborgen van de ruimtelijke kwaliteit is gekozen voor een concentratie van grotere regionale bedrijven op een nieuw regionaal bedrijventerrein aan de noordrand van de Hoeksche Waard. Op bestaande lokale bedrijventerreinen wordt ingezet op herstructurering en kwaliteitsverbetering. Daarbij is er ruimte voor groei en voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen, afgestemd op de lokale vraag. Bedrijven die vanwege hun omvang niet meer passen op een lokaal terrein, krijgen ruimte op het nieuwe regionale bedrijventerrein. Hierdoor komt er ook ruimte voor kwaliteitsverbetering van bestaande bedrijventerreinen.

Het plangebied is in de Structuurvisie Hoeksche Waard (2009) aangeduid als bestaand bebouwd gebied en als mogelijke locatie voor transformatie (gele stip zie figuur 3.2).

Conclusie

Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Alhoewel er plannen zijn bij één van de drie bedrijven voor herinrichting is van transformatie op dit moment geen sprake. Er is echter geen strijdigheid met het beleid zoals vastgelegd in de regionale Structuurvisie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0585.BPSGDklkoninkrijk-VG01_0004.jpg"

Figuur 3.2 Uitsnede Structuurvisie Hoeksche Waard