Plan: | Klein Koninkrijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0585.BPSGDklkoninkrijk-VG01 |
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):
Deze doelen zijn vertaald in nationale belangen. Voor dit bestemmingsplan zijn dit de volgende nationale belangen:
Het bestemmingsplan Klein Koninkrijk past binnen het beleid zoals geformuleerd in de Structuurvisie.
Barro (2011)
In het Besluit geeft het Rijk de algemene regels aan, waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen. In samenhang met het beleid dat is aangegeven in de Structuurvisie, zijn deze regels vooral gericht op het veilig stellen van de nationale belangen waarvoor, gelet op de belangen, beperkingen gelden voor de ruimtelijke besluitvorming op lokaal niveau.
Op dit moment zijn in het Barro vijf nationale belangen aangegeven. Dit betreffen de volgende vijf projecten:
Van deze nationale belangen is het nationaal belang Grote Rivieren van belang voor het plangebied.
Het bedrijventerrein ligt binnen het gebied dat in het Barro is opgenomen binnen het Rivierbed, hierbij mogen uitsluitend nieuwe bestemmingen worden aangewezen als deze geen verslechtering van het bergend vermogen tot gevolg heeft.
Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Nieuwe ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan is niet in strijd met het Barro.
Nationaal Waterplan 2009 - 2015
Het Nationaal Waterplan (Ministeries van V&W, VROM en LNV, 2009) is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998. Het beschrijft de maatregelen die genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten. Het Nationaal Waterplan bestaat uit een thematische uitwerking en een gebiedsuitwerking. Thema's die behandeld worden zijn: waterveiligheid, watertekort en zoetwatervoorziening, wateroverlast, waterkwaliteit en gebruik van water. Gebiedsuitwerkingen zijn er voor de Kust, Rivieren, IJsselmeergebied, Zuidwestelijke Delta, Randstad, Noordzee, Noord-Nederland en de Waddenzee, Hoog Nederland en het Stedelijk gebied. Op basis van de Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie. Het Nationaal Waterplan kent geen specifieke aandachtspunten voor het bestemmingsplan.