direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: Werken
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPBEDRIJF2011001-VG99

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. voetpaden;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. beeldende kunst;
  • f. waterlopen en waterpartijen;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. scheepvaarttekens.

6.1.2

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin' zijn de in lid 6.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een bergbezinkbassin.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van de in lid 6.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten en scheepvaarttekens mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

6.2.3 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 6.2.1 t/m 6.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.1.1 en tevens bruggen mogelijk te maken, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • 1. de verkeersveiligheid;
  • 2. de sociale veiligheid;
  • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • 4. het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woningen.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.1 en tevens fietspaden mogelijk te maken, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • 1. de verkeersveiligheid;
  • 2. de sociale veiligheid;
  • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • 4. het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woningen.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid
6.5.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied 1', overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 3.1 bedoelde bestemming te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein - 1' met dien verstande dat de gronden uitsluitend bestemd worden voor een waterzuiveringsinstallatie.

6.5.2 Randvoorwaarden wijzigingsbevoegdheid

Bij de wijziging als bedoeld onder 6.5.1 gelden de volgende voorwaarden:

  • a. als gevolg van de wijziging mag geen toename van de milieubelasting optreden op de in de nabijheid gelegen bestaande woningen en overige gevoelige objecten;
  • b. alvorens toepassing te geven aan het bepaalde onder 6.5.1 winnen burgemeester en wethouders advies in bij een milieudeskundige.