direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein - 1
Plan: Werken
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPBEDRIJF2011001-VG99

Artikel 4 Bedrijventerrein - 1

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1

De voor Bedrijventerrein - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsactiviteiten in categorie 1 en 2 zoals genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. productiegebonden detailhandel als nevenactiviteit, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen, waarbij maximaal 10% van het b.v.o. als zodanig mag worden gebruikt;
  • c. niet zelfstandige kantoren van het ter plaatse gevestigde bedrijf tot maximaal 50% van het totale b.v.o. en tot een maximum van 3.000 m²;

met de daarbij behorende:

  • d. tuinen en erven;
  • e. wegen en paden;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. verkeersvoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen.

4.1.2

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor één bedrijfswoning;

4.1.3

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor bedrijven tot en met categorie 3.1 zoals genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten;

4.1.4

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor bedrijven tot en met categorie 3.2 zoals genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten;

4.1.5

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.1' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor bedrijven tot en met categorie 4.1 zoals genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten;

4.1.6

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4.2 ' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor bedrijven tot en met categorie 4.2 zoals genoemd in de staat van bedrijfsactiviteiten;

4.1.7

Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel perifeer' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor perifere detailhandel;

4.1.8

Ter plaatse van de aanduiding 'horeca' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor horecabedrijven tot en met categorie 2 zoals bedoeld in de begripsbepaling in artikel 1van deze regels;

4.1.9

Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een zelfstandig kantoor;

4.1.10

Ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een waterzuiveringsinstallatie;

4.1.11

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - indoorspeeltuin' zijn de in lid 4.1.1bedoelde gronden tevens bestemd voor een indoorspeeltuin;

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan aangegeven;
  • c. het bouwperceel mag voor 100% worden bebouwd tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven, hierbij dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, overeenkomstig de in bijlage 2 opgenomen normen;
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen dient ten minste 3 m te bedragen.

4.2.2 Bedrijfswoningen

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gelden de volgende bouwregels:

  • a. bedrijfswoningen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan één per bedrijf;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 10 m;
  • d. de inhoud van een een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 600 m3;
  • e. de dakhelling mag niet meer mag bedragen dan 50º.

4.2.3 Erfbebouwing bij bedrijfswoningen
  • a. op de gronden gelegen voor en tot 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning mogen uitsluitend erkers en toegangsportalen worden gebouwd waarbij geldt dat;
    • 1. de diepte gemeten uit de voorgevel niet meer mag bedragen dan 1,50 m;
    • 2. de afstand tot de openbare weg niet minder mag bedragen dan 2 m;
    • 3. de breedte niet meer mag bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel;
    • 4. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de woning;
  • b. op de gronden gelegen op 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd waarbij geldt dat;
    • 1. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en overkappingen niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van de woning tot een maximum van 4 m;
    • 3. de bouwhoogte van bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3 m;

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor en tot 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel mag niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vanaf 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • c. slibsilo's uitsluitend binnen het bouwvlak mogen worden gebouwd tot een hoogte van 15 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. binnen het bouwvlak: 15 m;
    • 2. buiten het bouwvlak: 3 m.
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kunstobject' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 22 m;

4.2.5 Bestaande bouwwerken

Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 4.2.1 t/m 4.2.4, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.

4.3 Afwijken van de bouwregels

4.3.1 Afwijken buiten bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder a en toe te staan dat een bedrijfsgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 10 m² bedraagt;
  • b. de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 4 m bedraagt;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.3.2 Afwijken bouwhoogte
  • a. Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van de aanduiding "bouwhoogte/bouwhoogte bij omgevingsvergunning" bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder b en een bouwhoogte van maximaal 20 m toe te staan.
  • b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid lid 4.2.4 onder d en een bouwhoogte van maximaal 25 m toe te staan, met dien verstande dat de hoogte van windturbines maximaal 30 m mag bedragen.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1

Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 4.1.

4.4.2

Onverminderd het bepaalde in lid 4.1 is het gebruik van de gronden voor de hierna bedoelde soorten gebruik, in ieder geval in strijd met de bestemming:

  • a. grote lawaaimakers;
  • b. bewoning van vrijstaande bijgebouwen;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken anders dan die welke genoemd zijn in de bij deze regels behorende staat van bedrijfsactiviteiten;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan genoemd in lid 4.1.1 onder b;
  • e. het gebruik van de gronden voor een seksinrichting;
  • f. opslag van goederen voor zover zichtbaar vanaf de openbare weg.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.4.1 en toe te staan dat tevens bedrijven worden gevestigd die zijn opgenomen in een milieucategorie hoger dan genoemd in lid 4.1 mits:
    • 1. de aard van het bedrijf gelijk te stellen is met de genoemde en op de verbeelding aangegeven milieucategorieën
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen betreft;
  • b. lid 4.4.2 onder d en perifere detailhandel toe te staan, mits de vestiging geen structurele verstoring van het bestaande voorzieningenpatroon met zich meebrengt.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op het schrappen van de aanduidingen genoemd in de leden 4.1.3 tot en met 4.1.11 in bedrijven passend in lid 4.1.1 indien de gronden niet meer voor de in deze aanduidingen genoemde functies worden gebruikt.