Plan: | Werken |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0584.BPBEDRIJF2011001-VG99 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Werken van de gemeente Oud-Beijerland.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0584.BPBEDRIJF2011001-VG99 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
Verdere begrippen in alfabetische volgorde:
een uitbreiding van het hoofdgebouw die, wat afmetingen betreft, ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een beroeps- of bedrijfsactiviteit uitgeoefend door de hoofdbewoner, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publiekstrekkend zijn en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd.
de denkbeeldige lijn die buitenwerks strak loopt langs de achtergevel van een gebouw, exclusief de aan- en uitbouwen aan deze gevel, tot aan de perceelsgrenzen.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische overblijfselen uit de vroegere tijd.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kans op het voorkomen van archeologische overblijfselen uit de vroegere tijd en als zodanig wetenschappelijk van belang zijn en het cultuurhistorische erfgoed vertegenwoordigen.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
het deel van het bouwvlak of bouwperceel uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, uitsluitend bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein aantoonbaar noodzakelijk is.
een object zoals bedoeld in artikel 1 van het Bevi.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf, een dienstverlenende instelling, of voor een aan huis verbonden beroep, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
t.a.v. bebouwing: bebouwing, die ten tijde van de terinzagelegging van het bestemmingsplan is of (krachtens een verleende omgevingsvergunning) wordt gebouwd.
t.a.v. gebruik: het gebruik van gronden en opstallen dat bestaat ten tijde van het in werking treden van het bestemmingsplan.
het geldende besluit houdende milieukwaliteiteisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, met een aan dat hoofdgebouw ondergeschikte functie.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een overkapping, bedoeld voor de stalling van motorvoertuigen.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk heeft gemaakt: daarbij gaat het om archeologisch, historisch-landschappelijk, historisch-geografisch en/of historisch-bouwkundig waardevolle zaken, zoals die tot uitdrukking kunnen komen in archeologische elementen, bodemprofiel en reliëf (m.n. oude akkers), beplanting, verkaveling, slotenpatroon en bebouwing.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten; hieronder vallen kantoren, kantoren met baliefunctie en overige dienstverlenende bedrijven, met inbegrip van de verkoop en/of levering van goederen die verband houden met, en onderdeel vormen van, het totaalpakket aan dienstverlening.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een belwinkel en internetcafé.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
de bij een hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten: woningen, onderwijsgebouwen (met uitzondering van gymnastieklokalen), ziekenhuizen, verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medisch centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven.
een object, zoals bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij.
een bedrijf zoals aangewezen in onderdeel D van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; de volgende categorieën horeca-instellingen worden onderscheiden:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van de administratieve werkzaamheden, zakelijke dienstverlening en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en de aard daarmee gelijk te stellen instellingen.
een object zoals bedoeld in artikel 1 van het Bevi.
culturele, educatieve, medisch, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening (zoals een begraafplaats), als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen (ondersteunende horeca).
kantoorruimte die een onlosmakelijk deel van de totale bedrijfsvoering uitmaakt.
detailhandel als activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de (niet-detailhandel) functie waaraan zij wordt toegevoegd (productie, ambachtelijke en/of groothandelactiviteit) qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft.
een horecafunctie welke ondergeschikt is aan de hoofdfunctie of -bestemming en ten dienste staat van die hoofdfunctie. Als hoofdfuncties kunnen worden beschouwd: winkels, tuincentra, buurthuizen, jongerencentra, sportcomplexen, woonzones voor senioren/gehandicapten, kerken, kantines van bedrijven, verenigingslokalen, feestzalen, zaalverhuur, partycentra, clubhuizen, sociaal culturele centra, musea, wijkcentra, theater e.d.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
Een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald.
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en in goederen die vanwege de omvang en aard een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling te weten: bouwmarkten, tuincentra, de verkoop in auto's, boten, caravans, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en goederen voor woninginrichting waaronder meubels met een minimale oppervlakte van 1.000 m² bvo
Bij productiegebonden detailhandel gaat het om bedrijven die als hoofdactiviteit hebben het produceren/assembleren of kweken van een product. De verkoop van dat product in of vanuit de bedrijfslocatie vormt een ondergeschikte activiteit ten opzichte van het productie-/assemblageproces.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar de aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval begrepen:
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan deel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.
de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel van een gebouw, op 1 m boven peil, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt op basis van bijvoorbeeld specifieke (omgevings)kenmerken, zoals de aanwezigheid van de hoofdentree van het gebouw.
denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van een bouwwerk loopt tot aan de perceelsgrenzen.
al of niet overdekt werk dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen en af te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan, dat door het college van hoofdingelanden in de legger is opgenomen.
voorzieningen ten dienste van de waterhuishouding waaronder wadi's, waterlopen, waterpartijen, watergangen, dammen, sluizen, duikers, retentiebekkens, vijvers.
een voor openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende parkeerterreinen.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Hieronder vallen tevens bijzondere woonvormen zoals begeleid wonen door (licht-)verstandelijke gehandicapten en ex-psychiatrische patiënten.
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.