Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a Almondehoeve Oegstgeest |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0579.TAMAlmondehoeve-ON01 |
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie Almondehoeve en vormt juridisch een nieuw hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Oegstgeest. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening omgevingswet.overheid.nl/regels-op-de-kaart.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Oegstgeest. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22a.' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22a.' gelezen worden.
In voorliggend omgevingsplan worden de bruidsschat van het tijdelijk deel van het omgevingsplan van de Oegstgeest niet opgenomen in hoofdstuk 22a Almondehoeve Oegstgeest. Hetzelfde geldt voor de inpassing van de regels uit de Verordening Fysieke leefomgeving Oegstgeest.
Dit omgevingsplan gaat over:
De fysieke leefomgeving omvat in ieder geval:
Als gevolgen voor de fysieke leefomgeving worden in ieder geval aangemerkt gevolgen die kunnen voortvloeien uit:
Als gevolgen voor de fysieke leefomgeving worden ook aangemerkt gevolgen voor de mens, voor zover die worden, of kunnen worden beïnvloed door of via onderdelen van de fysieke leefomgeving.
De besluiten als bedoeld in artikel 4.6, eerste lid, onder g van de Invoeringswet Omgevingswet zijn niet van toepassing op de locatie, bedoeld in artikellid 1.4 van het TAM-omgevingsplan.
De regels in afdeling 22.2 van het Omgevingsplan gemeente Oegstgeest (/akn/nl/act/gm0579/2020/omgevingsplan), met uitzondering van de regels in paragraaf 22.2.7.3 en de regels in afdeling 22.3, zijn niet van toepassing op de locatie, zoals opgenomen in artikellid 1.4, voor zover die regels in strijd zijn met regels zoals opgenomen in voorliggend TAM-omgevingsplan.
De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de locatie Almondehoeve, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0579.TAMAlomondehoeve-ON01 zoals vastgelegd op omgevingswet.overheid.nl/regels-op-de-kaart.
Artikel 1.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving, artikel 1.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, artikel 1.1 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, artikel 1.1 van het Omgevingsbesluit en artikel 1.1 van de Omgevingsregeling zijn van overeenkomstige toepassing op TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a Almondehoeve Oegstgeest, tenzij in artikel 1.1 van genoemde besluiten daarvan is afgeweken.
Voor de toepassing van het TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a Almondehoeve Oegstgeest gelden ten opzichte van Artikel 2 en gelden ten opzichte van bijlage II van het Omgevingsplan gemeente Oegstgeest aanvullend de volgende begripsbepalingen:
Bijbehorend bouwwerk dat op de grond staat en waarbij er sprake is van een toevoeging van één bouwlaag aan een gevel van een gebouw;
Activiteit om binnenplans af te wijken van het omgevingsplan, zoals opgenomen in artikel 5.1, eerst lid, onder a van de Omgevingswet;
Een omgevingsplanactiviteit die vergunningplichtig is op grond van artikellid 9.6;
Ten opzichte van het hoofdgebruik bieden van de ondergeschikte mogelijkheid tot kortdurend recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
Onderneming voor het bedrijfsmatig maken, bewerken, installeren, inzamelen of verhandelen van goederen, met uitzondering van beroep of bedrijf aan huis, detailhandel en kantoor;
Aan de woonfunctie ondergeschikte kleinschalige beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten, zonder directe verkoop en/of afhaal, met een uitstraling passend in een woonomgeving, die in een woning of bijbehorend bouwwerk bij een woning zijn toegestaan;
Bijbehorend bouwwerk dat op de grond staat en waarbij er sprake is van een vrijstaand gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw;
Standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouwactiviteiten of aanlegactiviteiten voor een boom volgens het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen, verricht door een boomdeskundige;
Natuurlijk persoon met een geldig European Tree Worker certificaat van een erkend instituut;
Monetaire of vervangingswaarde van een houtopstand, getaxeerd volgens de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen;
Afstand vanaf het straatpeil tot het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen;
Deel van een gebouw dat bestaat uit een of meer ruimten, waarbij de bovenkanten van de vloeren van de aangrenzende ruimten niet meer dan 1,5 meter in hoogte verschillen;
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
Oppervlakte, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies die een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw omhullen of, als dat deel grenst aan een ander voor mensen toegankelijk deel van een gebouw, langs het hart van de scheidingsconstructie tussen beide delen;
College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest;
Bedrijfsmatig direct verkopen of verhuren aan particulieren van roerende zaken, met uitzondering van:
Bedrijfsmatig en direct verlenen van diensten aan derden, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, met uitzondering van bezorgdienstverlening;
Onderzoek om de elektromagnetische velden van hoogspanningskabels of hoogspanningsverbindingen in kaart brengen.
Bebouwd of onbebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij het omgevingsplan die inrichting niet verbiedt;
Bouwwerk dat is geplaatst om de grens van een perceel af te bakenen;
Recreatie waarvoor weinig voorzieningen nodig zijn en waaraan weinig mensen tegelijkertijd en op dezelfde plek deelnemen;
Gebouwen in de magneetveldzone waarin mensen langdurig kunnen verblijven, waaronder woningen, scholen, kinderdagverblijven en crèches.
Bedrijfsmatig verstrekken van:
Omgevingsplanactiviteit die vergunningplichtig is op grond van artikellid 9.5;
Ongeadresseerd blad dat met een vaste frequentie gratis huis aan huis wordt verspreid in een geografisch beperkt gebied, waarvan ten minste 10% van de inhoud bestaat uit informatie over en nieuws uit het eigen verspreidingsgebied, niet zijnde reclame;
Persoon of groep personen die een huishouden voert waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan, die binnen een woning gebruik maakt van dezelfde voorzieningen;
Bedrijfsmatig verrichten van administratieve werkzaamheden, met uitzondering van dienstverlening en ondergeschikte kantooractiviteiten;
Een dagelijks verblijf gedurende minimaal een jaar met een verblijftijd van minimaal 14–18 uur per dag;
Afmeerplek voor pleziervaartuigen;
Met het oog op de veiligheid met spoed vellen van een houtopstand;
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
Detailhandel die ondergeschikt is aan en dezelfde toegang en openingstijden heeft als de hoofdfunctie;
Horeca die ondergeschikt is aan en dezelfde toegang en openingstijden heeft als de hoofdfunctie;
Kantoor dat ondergeschikt is aan en dezelfde toegang en openingstijden heeft als de hoofdfunctie;
Bouwwerk met een gesloten dak en aan ten hoogste één zijde een gesloten wand;
Parkeren als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
Omgevingsplanactiviteit bouwwerken die vergunningplichtig is op grond van artikellid 9.2;
Hieronder wordt verstaan:
Oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies die een voor mensen toegankelijk deel van een gebouw omhullen, met uitzondering van de oppervlakte van:
Wegen of paden die voor het openbaar verkeer openstaan, met inbegrip van de daarin gelegen kunstwerken en wat verder naar zijn aard daartoe behoort en de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten;
Ruimte of complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meer andere ruimten, bedoeld of geschikt is voor bewoning door een huishouden, met inbegrip van een woonwagen en een woonschip.
De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m2 of m3 zijn uitgedrukt, tenzijde in artikel anders is aangewezen.
Waarden die in meters, vierkante meters of percentages zijn uitgedrukt, worden op de volgende wijze gemeten:
Vanaf het straatpeil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen en installaties ten behoeve van het functioneren van het gebouw, zoals opgenomen in artikellid 4.1.4.
Vanaf het straatpeil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Bij het meten blijven de volgende ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing:
Voor de toepassing van het eerste lid, aanhef en onder b, van artikellid 4.1.2 wordt een bouwwerk, voor zover dit zich bevindt op een erf of perceelgrens, gemeten aan de kant waar het aansluitend afgewerkt terrein het hoogst is.
De afstand tussen bouwwerken en van een bouwwerk tot een perceelsgrens wordt gemeten op het punt waar de afstand het kleinst is.
De breedte, lengte en diepte van een bouwwerk wordt gemeten tussen, de lijnen getrokken door, de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
De inhoud van een bouwwerk wordt gemeten tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van het Omgevingsplan gemeente Oegstgeest (/akn/nl/act/gm0579/2020/omgevingsplan), zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van het Hoofdstuk 22a Almondehoeve Oegstgeest.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde functies.
Dit omgevingsplan is, met het oog op duurzame ontwikkeling, de bewoonbaarheid van de gemeente en de bescherming en verbetering van het leefmilieu gericht op het in onderlinge samenhang:
Hoofdstuk 3 is van toepassing op activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving en die vallen onder het toepassingsbereik van Hoofdstuk 22a Almondehoeve Oegstgeest.
De regels in Hoofdstuk 22a Almondehoeve Oegstgeest zijn gesteld met het oog op de doelen die gesteld zijn in de Omgevingswet.
Het college is het bevoegd gezag:
Aan Hoofdstuk 3 wordt voldaan door degene die de activiteit verricht, tenzij in dit omgevingsplan anders is bepaald. Diegene draagt zorg voor de naleving van de regels over de activiteit.
Degene die een activiteit verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de belangen met het oog waarop de regels over die activiteit zijn gesteld, is verplicht:
Degene die een activiteit verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de belangen met het oog waarop de regels over die activiteit zijn gesteld, is verplicht te volgende acties uit te voeren:
Een omgevingsvergunning kan worden geweigerd indien de omgevingsvergunning in strijd is met is met de doelen die gesteld zijn in afdeling 1.2 van de Omgevingswet.
De voorschriften die aan een omgevingsvergunning worden verbonden strekken slechts tot bescherming van de belangen met het oog waarop de omgevingsvergunning verplicht is gesteld.
Een omgevingsvergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd als:
Lid 8.2 is van toepassing op activiteiten met betrekking tot bouwwerken.
De regels in dit lid zijn gesteld met het oog op:
Een hoofdgebouw ligt binnen het Bouwvlak.
De bouwhoogte van een hoofdgebouw op een locatie is ten hoogste de waarde die voor die locatie binnen het Aanduidingsgebied bouwvlak is aangeduid als maximum bouwhoogte.
De goothoogte van een hoofdgebouw op een locatie is ten hoogste de waarde die voor die locatie binnen het Aanduidingsgebied bouwvlak is aangeduid als maximum goothoogte.
Het bebouwingspercentage op in het Aanduidingsgebied bouwvlak is ten hoogste de waarde die voor die locatie is aangeduid als maximum bebouwingspercentage.
Regels over plaatsing van bijbehorende bouwwerken
Ten behoeve van de plaatsing van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Regels over de plaatsing van aan- of uitbouwen
Een aan- of uitbouw aan een woning ligt ten behoeve van een primaire woonfunctie binnen 4 meter van de oorspronkelijke achtergevel.
Regels over hoogte van aan- of uitbouwen
Een aan- of uitbouw is ten hoogste 0,30 meter boven de eerste verdiepingsvloer met een maximum hoogte van 4 meter.
Regels over de hoogte van bijgebouwen
Een bijgebouw is ten hoogste 3 meter.
Voor een erker aan de voor- of zijgevel van een woning geldt het volgende:
Algemeen
Een ondergronds bouwwerk:
Afwijkingsmogelijkheden
In afwijking van de algemene regel mag een ondergronds bouwwerk buiten het Aanduidingsgebied bouwvlak liggen en wordt voldaan aan de volgende eisen:
Afwijking ten aanzien van aangrenzende bouwwerkpercelen
Als op aangrenzende bouwwerkpercelen tegelijkertijd ondergrondse bouwwerken worden gebouwd, mogen in afwijking van de algemene regels, die bouwwerken tot in de gezamenlijke zijdelingse perceelsgrens liggen.
Specifieke regels
Bouwhoogte bouwwerk geen gebouw zijnde
Algemeen
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde is ten hoogste 3 meter, tenzij op grond van artikellid 8.2.5 een andere bouwhoogte geldt.
Bouwhoogte specifieke bouwwerken, geen gebouw zijnde
De bouwhoogte van:
Bebouwingspercentage
Het bebouwingspercentage op een locatie is ten hoogste de waarde die voor die locatie is aangeduid met als maximum bebouwingspercentage.
Bouwregels nutsvoorzieningen
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten geldt voor zover het gaat om een in Artikel 9 van dit omgevingsplan aangewezen geval.
Gegevens en bescheiden
Bij een aanvraag worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Bij een aanvraag kunnen aan de omgevingsvergunning in het belang van de activiteit voorschriften worden verbonden door college van burgemeester en wethouders.
Dit artikel is van toepassing op het bouwen van een bouwwerk.
De regels in deze paragraaf zijn gesteld met het oog op:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder a van de Omgevingswet te verrichten voor zover het gaat om:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder a van de Omgevingswet te verrichten voor zover het gaat om het bouwen, in stand houden en gebruiken van een bed and breakfast of logiesfunctie aan huis ter plaatse van het Uitbreidingsgebied bed and breakfast of logiesfunctie aan huis, zoals bedoeld in artikellid 11.6.
Weigering ruimtelijke bouwactiviteit
De omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder a van de Omgevingswet wordt geweigerd als de activiteit, het bouwwerk of het beoogde gebruik van de locatie of het bouwwerk in strijd is met of Hoofdstuk 4.
Het geluid op de gevel van een geluidgevoelig gebouw in een geluidaandachtsgebied is aanvaardbaar als het geluid op het geluidgevoelig gebouw niet hoger is dan de standaardwaarde bedoeld in artikel 5.78t van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).
Bij een overschrijding van de standaardwaarde als bedoeld in artikel 5.78t van het Besluit kwaliteit leefomgeving en/of de grenswaarde als bedoeld in artikel 5.78u van het Besluit kwaliteit leefomgeving wordt het gezamenlijk geluid op de gevel van geluidgevoelige gebouwen bepaald en vastgelegd in de omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit ruimtelijke bouwactiviteit, bedoeld in artikel 9.2.2, tweede lid, van het omgevingsplan en zoals vastgelegd in artikel 12.5.5 in voorliggend omgevingsplan.
Bij de beoordeling van de aanvraag omgevingsvergunning, zoals opgenomen in artikel 9.2.2, tweede lid, van het omgevingsplan en bij een overschrijding van de standaardwaarde als bedoeld in artikel 5.78t van het Besluit kwaliteit leefomgeving en/of de grenswaarde als bedoeld in artikel 5.78u van het Besluit kwaliteit leefomgeving wordt de aanvaardbaarheid van het gecumuleerd geluid op het geluidgevoelige gebouw beoordeeld.
De omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit ruimtelijke bouwactiviteit wordt alleen verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikellid 11.6.3.
Aan een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit ruimtelijke bouwactiviteit kunnen voorschriften verbonden worden die nodig zijn met het oog op het naleven van de voorwaarden zoals benoemd in artikellid 11.6.3.
Aanvullend aan de aanvraagvereisten, zoals opgenomen in artikellid 9.1.2, gelden voor de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een ruimtelijke bouwactiviteit voor bed and breakfast of logiesfunctie aan huis, de volgende aanvraagvereisten:
Dit artikel is van toepassing op het gebruiken van een locatie of een bouwwerk op een locatie op een wijze die of met een doel dat strijdig is met de hoofdfunctie die op grond van Hoofdstuk 4 aan die locatie is toegedeeld en het gaat om:
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder a van de Omgevingswet voor zover het gaat om activiteiten die strijdig zijn met de regels van het omgevingsplan.
In afwijking van artikellid 9.3.2, eerste lid, kan de omgevingsvergunning worden verleend als het gaat om een bouwactiviteit met betrekking tot:
In afwijking van artikellid 9.3.2, eerste lid, kan de omgevingsvergunning worden verleend als het gaat om:
In afwijking van artikellid 9.3.2, eerste lid, en artikellid 12.3.4, kan de omgevingsvergunning binnen het Beschermingsgebied Waterkering uitsluitend worden verleend als:
In afwijking van artikellid 9.3.2, eerste lid en artikellid 11.7.3 kan de omgevingsvergunning binnen het Beschermingsgebied Hoogspanningsleiding uitsluitend worden verleend als:
Bij een aanvraag zoals opgenomen in artikellid 9.3.2 worden de volgende specifieke gegevens en bescheiden verstrekt:
Dit artikel is van toepassing op de volgende activiteiten in het Beschermingsgebied Waterkering en Uitbreidingsgebied Hoogspanningsleiding:
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op:
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten, geldt voor de activiteiten waarop artikellid 9.4.1 van toepassing is.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten, geldt niet voor:
De omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit, zoals bedoeld in artikel 9.4.2, in het Beschermingsgebied waterkering wordt geweigerd als de activiteit onevenredige afbreuk doet aan de veiligheid en stabiliteit van de waterkering.
Het college van burgemeester en wethouders vraagt bij de aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit, zoals bedoeld in artikellid 9.4.1, de waterbeheerder om advies.
De omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit, zoals bedoeld in artikellid 9.4.1, in het Uitbreidingsgebied hoogspanningsleiding wordt geweigerd als de activiteit de veiligheid en het doelmatig functioneren van de leiding schaadt.
Het college van burgemeester en wethouders vraagt bij de aanvraag voor een omgevingsplanactiviteit, zoals bedoeld in artikellid 9.4.1, de beheerder van de hoogspanningsleiding om advies.
De omgevingsvergunning voor een omgevingplanactiviteit, zoals bedoeld in artikellid 9.4.1, eerste lid, onder c, kan alleen worden verleend indien de kabel of leiding op een afstand van 10 meter vanaf de buitenste kabel tot aan de gevel van een gevoelig gebouw is gelegen. Indien de kabel binnen deze afstand wordt gesitueerd, kan naar het oordeel van het college burgemeester en wethouders de omgevingsvergunning alleen worden verleend indien uit een elektromagnetisch veldcontouronderzoek blijkt dat de kabel of leiding inpasbaar is.
Aan een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikellid 9.4.2 voor activiteiten in het Beschermingsgebied waterkering kunnen in het belang van het waterhuishoudkundig belang in ieder geval voorschriften worden verbonden over de wijze van uitvoering van de activiteiten.
Aan een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 9.4.2 voor activiteiten in het Uitbreidingsgebied hoogspanningsleiding kunnen in het belang van van de bescherming van hoogspanningsleidingen in ieder geval voorschriften worden verbonden over de wijze van uitvoering van de activiteiten.
Dit artikel is van toepassing op het in het Beschermingsgebied Houtkap vellen van houtopstanden.
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op:
Aanwijzing vergunningplichtige gevallen
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit de activiteit, zoals bedoeld in artikellid 12.4.3 te verrichten.
De omgevingsvergunning bedoeld in artikellid 9.5.2 kan worden verleend als:
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een houtkapactiviteit wordt voor de betreffende houtopstand een bomeneffectanalyse verstrekt.
Aan een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikellid 9.5.2 kunnen in het belang van houtopstanden in ieder geval voorschriften worden verbonden over de wijze van uitvoering van de activiteiten.
Dit artikel is van toepassing de activiteiten zoals bedoeld in artikellid 12.2 en op de locaties die op op de verbeelding zijn aangewezen als Beschermingsgebied archeologie - 1, Beschermingsgebied archeologie - 2, Beschermingsgebied archeologie - 3 voor:
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op het beheer, bescherming en behoud van archeologische waarden.
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten, geldt voor de activiteiten waarop artikellid 9.6 van toepassing is.
Drempel vergunningsplicht
Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de Omgevingswet, om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten, geldt niet voor activiteiten die worden verricht op een locatie in het:
Uitzonderingsgeval
Het verbod geldt ook niet voor het onderhouden of vervangen van bestaande tracés van kabels of leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur of bestaande bestrating of beplanting.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikellid 9.6.2 van het omgevingsplan, gelden de volgende specifieke aanvraagvereisten:
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt een rapport verstrekt waarin de archeologische waarde van de locatie in voldoende mate is vastgesteld.
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikellid 9.6.2 wordt geweigerd als de activiteit onevenredige afbreuk doet aan het behoud en de bescherming van aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
Aan een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikellid 9.6.2 kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg in ieder geval voorschriften worden verbonden, die inhouden een plicht tot:
In de voorschriften kan worden bepaald dat de handelingen, bedoeld in het eerste lid, moeten voldoen aan een door het college goedgekeurd plan van aanpak of programma van eisen, de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie of een andere in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke norm.
Dit artikel is van toepassing op het bouwen, in stand houden en gebruiken van het bouwwerk.
De regels in dit artikel zijn gesteld met het oog op:
Het is verboden een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder a van de Omgevingswet te verrichten, wanneer op eigen terrein niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden, zoals bedoeld in de Parkeernota Oegstgeest 2021, of de opvolger daarvan.
Het college kan met een binnenplanse omgevingsplanactiviteit afwijken van het bepaalde in artikellid 9.7.3 en toestaan dat:
Een locatie en een bouwwerk of voorziening op die locatie, wordt gebruikt of is in feitelijk opzicht ingericht op een wijze die of met een doel dat het ten dienste staat van de hoofdfunctie die op grond van dit artikel aan die locatie is toegedeeld.
Een Hoofdfunctie benoemt de primaire gebruiksdoeleinden binnen een geografisch informatieobject (werkingsgebied).
Het gebruiksdoel van een Hoofdfuncties:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als Hoofdgebied Wonen.
Een locatie aangewezen als Hoofdgebied Wonen heeft de Hoofdfunctie Wonen en wordt alleen gebruikt voor:
Aan- of uitbouwen en bijgebouwen in het Hoofdgebied Wonen, bij niet gestapelde woningen, hebben een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 40% van het bebouwingsgebied, met een maximum van 60 m2.
Met het oog op het beschermen van de gezondheid en het woon- en leefklimaat woont in een woning in het Hoofdgebied Wonen ten hoogste één huishouden.
Het aantal woningen in het Hoofdgebied Wonen binnen het plangebied is ten hoogste 160.
Als één huishouden wordt ook gezien:
Het is verboden een aan- of uitbouw of bijgebouw in het Hoofdgebied Wonen te gebruiken als zelfstandige of afhankelijke woonruimte, tenzij het gaat om huisvesting in verband met mantelzorg.
Met het oog op het waarborgen van de veiligheid, het beschermen van de gezondheid en het beschermen van het woon- en leefklimaat is een beroep of bedrijf aan huis in het Hoofdgebied Wonen alleen toegestaan als dat:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als Hoofdgebied Groen.
Locaties in het Hoofdgebied Groen hebben de Hoofdfunctie Groen en worden alleen gebruikt voor:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als het Hoofdgebied Verkeer.
Locaties in het Hoofdgebied Verkeer hebben de Hoofdfunctie Verkeer en worden alleen gebruikt voor:
Een bouwwerk voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer in het Hoofdgebied Verkeer heeft een bouwhoogte van ten hoogste 6 meter.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als het Hoofdgebied Water.
Locaties in het Hoofdgebied Water hebben de Hoofdfunctie Water en worden alleen gebruikt voor:
Een Uitbreidingsfunctie verruimt de gebruiksdoeleinden binnen een geografisch informatieobject (werkingsgebied) van de onderliggende Hoofdfuncties.
Het gebruiksdoel van een Uitbreidingsfuncties:
Locaties in het Uitbreidingsgebied dorpshuis hebben de Uitbreidingsfunctie dorpshuis.
Ter plaatse van de locaties met het Uitbreidingsgebied dorpshuis is, aanvullend aan de Hoofdfuncties zoals opgenomen in Artikel 10 22a. Hoofdfuncties, is een onmoetingsruimte, verenigingsruimte en/of dorpshuis toegestaan.
Ter plaatse van het Uitbreidingsgebied dorpshuis is een onmoetingsruimte, verenigingsruimte en/of dorpshuis toegestaan met een totaal bruto vloeroppervlak van ten hoogste 120 m2.
Locaties in het Uitbreidingsgebied calamiteitenroute hebben de Uitbreidingsfunctie calamiteitenroute.
Ter plaatse van de locaties met het Uitbreidingsgebied calamiteitenroute is, aanvullend aan de Hoofdfuncties zijn toebedeeld aan locaties zoals opgenomen in Artikel 10 22a. Hoofdfuncties, een calamiteitenroute toegestaan.
De calamiteitenroute ter plaatse van het Uitbreidingsgebied calamiteitenroute wordt uitsluitend gebruikt ten behoeve van calamiteitenverkeer, niet zijnde regulier autoverkeer.
Het college kan met een verkeersbesluit de calamiteitenroute tijdelijk openstellen voor regulier verkeer indien de primaire ontsluiting niet gebruikt kan worden.
Locaties in het Uitbreidingsgebied nutsvoorziening hebben de Uitbreidingsfunctie nutsvoorziening.
Ter plaatse van de locaties met het Uitbreidingsgebied nutsvoorziening is, aanvullend aan de Hoofdfuncties zijn toebedeeld aan locaties zoals opgenomen in Artikel 10 22a. Hoofdfuncties, een nutsvoorziening toegestaan.
De bouwregels met betrekking tot nutsvoorzieningen zoals opgenomen in artikellid 8.2.6 zijn binnnen het Uitbreidingsgebied nutsvoorziening van overeenkomstige toepassing.
Locaties in het Uitbreidingsgebied voetgangersbrug hebben de Uitbreidingsfunctie voetgangersbrug.
Ter plaatse van de locaties met het Uitbreidingsgebied voetgangersbrug is, aanvullend aan de aanwezige Hoofdfuncties zoals opgenomen in Artikel 10 22a. Hoofdfuncties, een voetgangersbrug toegestaan met bijbehorende voorziengen.
In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende Hoofdfuncties gelden voor de bouw van de voetgangersbrug de volgende regels:
Locaties in het Uitbreidingsgebied bed and breakfast of logiesfunctie aan huis hebben de Uitbreidingsfunctie bed and breakfast of logiesfunctie aan huis.
Ter plaatse van de locaties met het Uitbreidingsgebied bed and breakfast of logiesfunctie aan huis is, aanvullend aan de Hoofdfuncties zoals opgenomen in Artikel 10 22a. Hoofdfuncties, een bed and breakfast of logiesfunctie aan huis toegestaan.
Een bed and breakfast of logiesfunctie aan huis is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Dit artikel is van toepassing op locaties binnen het Uitbreidingsgebied Hoogspanningsleiding.
Locaties in het Uitbreidingsbied Hoogspanningsverbinding hebben de Uitbreidingsfunctie Hoogspanningsleiding en worden, aansluitend aan de Hoofdfunctie, alleen gebruikt voor:
Met het oog op de realisatie van ondergrondse hoogspanningsleidingen in het Uitbreidingsgebied Hoogspanningsleiding worden:
Artikellid 11.7.3 is niet van toepassing als:
Een Beschermingsfunctie beperkt de gebruiksdoeleinden binnen een geografisch informatieobject (werkingsgebied) van de onderliggende Hoofdfuncties en/ of Uitbreidingsfunctie.
Het gebruiksdoel van een Beschermingsfunctie:
Dit artikel is van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als:
Locaties in het:
Dit artikel is van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als het Beschermingsgebied Waterkering.
Locaties in het Beschermingsgebied Waterkering hebben de Beschermingsfunctie Waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De regels in dit artikel gelden op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als het Beschermingsgebied Houtkap.
Locaties in het Beschermingsgebied Houtkap hebben de Beschermingsfunctie Houtkap.
Het is verboden om houtopstanden binnen het Beschermingsgebied Houtkap te vellen.
Het verbod, bedoeld in artikelllid 12.4.3 geldt niet voor houtopstanden die vanwege een slechte conditie gekapt moeten worden.
Locaties in het Geluidaandachtsgebied hebben de Beschermingsfunctie Geluid.
Op het bepalen van het geluid op een gevel zijn de meet- en rekenvoorschriften, gesteld bij en krachtens de Omgevingswet, van toepassing.
De waarden voor het geluid gelden:
Het gezamenlijk geluid Lg op de gevel van geluidgevoelige gebouwen bedraagt maximaal de opgenomen waarden ter plaatse van de maatvoering: maximum geluidsdruk (dB).
De aanvaardbaarheid van geluidgevoelige gebouwen in het geluidaandachtsgebied wordt beoordeeld bij de aanvraag omgevingsvergunning, zoals opgenomen in artikelen 9.2.4, 9.2.5, 9.2.6 en 9.2.7 van het omgevingsplan.
De woningen met gevels ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - niet-geluidgevoelige gevel (met bouwkundige maatregelen)' dienen gerealiseerd te zijn voordat de overige woningen in het plangebied in gebruik kunnen worden genomen.
Locaties in het Beschermingsgebied Geluidafschermende voorziening hebben de Beschermingsfunctie Geluidafschermende voorziening.
Ter plaatse van de locaties met het Beschermingsgebied Geluidafschermende voorziening dient een geluidafschermende voorziening aanwezig te zijn en in stand gehouden worden.
De geluidswerende voorziening dient ter plaatse van het Beschermingsgebied Geluidafschermende voorziening gerealiseerd te zijn voordat de woningen in gebruik kunnen worden genomen en de geluidafschermende voorziening dient ter plaatse in stand te worden gehouden.
Besluiten genomen krachtens een verordening die gold op het moment van de inwerkingtreding van een wijziging van dit omgevingsplan waarmee de regels van die verordening zijn opgenomen in dit omgevingsplan en waarvoor dit omgevingsplan overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens dit omgevingsplan.
Een aanvraag om een besluit krachtens een verordening die voor de inwerkingtreding van een wijziging van dit omgevingsplan waarmee de regels van die verordening zijn opgenomen in dit omgevingsplan, is ingediend en waarop nog geen besluit is genomen, wordt behandeld volgens dit omgevingsplan, voor zover dit omgevingsplan een overeenkomstig besluit kent.
Een bestuurlijke sanctie die is opgelegd voor een overtreding of dreigende overtreding van een bij of krachtens een verordening, geldende bepaling, geldt als een bestuurlijke sanctie die is opgelegd voor een overtreding of dreigende overtreding van een krachtens dit omgevingsplan geldende bepaling, voor zover dit omgevingsplan een overeenkomstige bepaling kent.
Een bouwwerk dat is of wordt gebouwd op het moment van de inwerkingtreding van een wijziging van dit omgevingsplan, of kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning die voor dat moment is verleend, en niet voldoet aan de regels die met die wijziging in het omgevingsplan worden opgenomen, mag:
Het eerste lid is niet van toepassing:
Voor zover een bouwwerk of deel van een bouwwerk dat is gebouwd voor de inwerkingtreding van een wijziging van dit omgevingsplan, niet voldoet aan de regels die met die wijziging in het omgevingsplan worden opgenomen over afstanden, hoogtes, inhoud, oppervlakte of bebouwingspercentages, gelden de dan aanwezige maten en percentages ter plaatse van de afwijking als vervangende regel.
Het eerste lid is niet van toepassing als het bouwwerk of het deel van het bouwwerk in strijd met het voorheen geldende recht is gebouwd.
Het gebruiken of laten gebruiken van een locatie of een bouwwerk op een locatie dat plaatsvond voor de inwerkingtreding van een wijziging van dit omgevingsplan en niet voldoet aan de regels die met die wijziging in het omgevingsplan worden opgenomen, mag worden voortgezet.
Het eerste lid is niet van toepassing:
Als het gebruik langer dan een jaar wordt onderbroken, wordt het niet hervat.
Een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in Artikel 9 die wordt verricht op het moment van de inwerkingtreding van een wijziging van dit omgevingsplan, of kan worden verricht krachtens een omgevingsvergunning die voor dat moment is verleend, en niet voldoet aan de regels die met die wijziging in het omgevingsplan worden opgenomen, mag worden voortgezet.