Plan: | De Geesten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0579.BPDeGeesten-VG02 |
het bestemmingsplan De Geesten met identificatienummer NL.IMRO.0579.BPDeGeesten-VG02 van de gemeente Oegstgeest.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw of deel van een hoofdgebouw dat door zijn verschijningsvorm een ondergeschikte bouwmassa vormt dan wel in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
het al dan niet bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen bedrijvigheid, waarvan de omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
een woning voor bejaarden/senioren, met al dan niet zelfstandig wonen, waarbij de bewoners gebruik maken van de diensten van het verzorgingshuis.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevellijn van het hoofdgebouw of achter de denkbeeldige lijn van het verlengde daarvan.
een bedrijfsvoering, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
een dienst of instelling die beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de Erfgoedwet.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de Erfgoedwet.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
het percentage dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de onderkant en bovenkant van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de bovenste daklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen.
een bouwkundige constructie als bedoeld in artikel 1b, lid 4 van de Wet geluidhinder.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
bewoning of een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder of het Besluit geluidhinder.
een gebouw welke dient ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder of het Besluit geluidhinder.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een onderneming gericht op één of meer van de navolgende activiteiten:
een losstaande kelder, met cultuurhistorische waarde, waarin ijs werd/wordt opgeslagen, met een plaatselijke verhoging van het maaiveld (voor de toegang van de kelder), die tegenwoordig dienst kan doen als berging.
een instituut, instantie of organisatie, niet zijnde een bedrijf of commerciële onderneming.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
een complex van bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal (ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering) met een hoogte van 1,5 m of meer, trek-, tunnel-, schaduw-, boog- en gaaskassen daaronder begrepen en daarbij bijbehorende voorzieningen zoals een kantine en kleedruimte.
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de herkenbaarheid en de identiteit van de onderlinge samenhang tussen levende en niet-levende natuur.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, gasdrukmeet- en regelstations, schakelhuisjes, elektrische laadpalen, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en met aan ten hoogste één zijde een gesloten wand.
een horizontaal referentievlak, van waaruit verticale afstanden worden gemeten, dat als volgt wordt bepaald:
een horizontaal vlak, ter afdekking van een gebouw, dat meer dan tweederde van het grondoppervlak van het gebouw beslaat.
het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
de Staat van Instellingen en Bedrijven 'Life Science & Health' die van deze regels deel uitmaakt.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of 'uitstraling' als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede bereikbaarheid over water, wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratie voorzieningen, gemalen, inlaten, kademuren, bruggen/brugconstructies en andere daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
het bieden van de mogelijkheid tot zorg aan personen bij een kwekerij, door middel van een werkgemeenschap van sociaaltherapeutische aard en in de vorm van dagopvang, waarbij de zorgbehoevenden arbeid verrichten.
wonen in een zorgwoning, waarbij het zorgaspect overheerst ten opzichte van het woonaspect en geen sprake is van nagenoeg zelfstandige bewoning, hetgeen verzekerd is als cumulatief aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
een woning, waarbij het zorgaspect aanwezig en verzekerd is en die voldoet aan de criteria van zorgwonen.
een innovatieve en technologie intensieve sector gericht op de gezondheid van mens en dier. De sector bestaat uit bedrijven en kennisinstellingen die zich richten op onderzoek, ontwikkeling en/of toepassing van kennis en technologieën in onder meer medische technologie, (bio)farmacie, diagnostiek en regeneratieve geneeskunde.
aan Life Science & Health gerelateerde hoogwaardige ondersteunende bedrijven, zoals contractresearch, adviesdiensten op het gebied van Intellectual property (IP), rekencentra, toelatingsorganisaties voor medicijnen, tariefbepalende instanties in de Life Science & Health-sector, subsidie verstrekkende organisaties in de Life Science & Health en/of wetenschappelijke sector.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580, en bij kantoren het verhuurbaar oppervlak volgens NEN 2580.
de oppervlakte gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies die de betreffende ruimten of bouwlagen omhullen, en voor het bouwwerk als geheel de som van deze vloeroppervlakte(s) van alle bouwlagen gemeten langs de buitenomtrek, daarbij niet inbegrepen de ruimten voor parkeervoorzieningen in het bouwwerk.
de totale vloeroppervlakte van ruimten die ten dienste staan van een functie, met inbegrip van daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies die de betreffende ruimten of bouwlagen omhullen, daarbij niet inbegrepen de ruimten voor parkeervoorzieningen ten behoeve van de functie.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de oppervlakte tussen de buitenwerkse gevelvlakken, en/of het hart van de scheidingsmuren in het geval van een gedeelte van het bouwwerk, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Agrarisch - Kwekerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Gebruik van ruimten binnen de woning ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.3.2 voor het gebruik van ruimten binnen de woning en op het erf voor aan-huis-gebonden (bedrijfs)activiteiten, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 onder c. om parkeervoorzieningen voor motorvoertuigen binnen 10 m van de gebouwen toe te staan, voor zover niet reeds toegestaan ter plaatse van een aanduiding 'parkeerterrein', mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Maatschappelijk - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, in strijd met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd de bestemming 'Maatschappelijk - 2' ter plaatse van 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen naar de bestemming 'Groen', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarde:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' geldt in afwijking van het hierover bepaalde in lid 14.1:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, met de bij deze bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2 voor het bouwen van erkers, gelegen voor de voorgevel van het hoofdgebouw, waarbij:
met dien verstande dat de op te richten bebouwing geen onevenredige aantasting mag opleveren voor de gebruiksmogelijkheden en ruimtelijke kwaliteit van de aangrenzende gronden en gebouwen.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Ondergronds bouwen ten behoeve van kelders is toegestaan, waarbij geldt dat:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Gebruik van ruimten binnen de woning ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.3 voor het gebruik van ruimten binnen de woning en op het erf voor aan-huis-gebonden (bedrijfs)activiteiten, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het verbod zoals bedoeld in lid 20.3.1 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 20.3.3 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het verbod zoals bedoeld in lid 21.3.1 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 21.3.3 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie - 6' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het verbod zoals bedoeld in lid 22.3.1 is niet van toepassing indien:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 22.3.3 wordt uitgevoerd op basis van een programma van eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het college van burgemeester en wethouders. In het programma van eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de vergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de met het beschermd dorpsgezicht verbonden cultuurhistorische waarden alsmede:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ter bescherming van de aan het beschermd dorpsgezicht Wilhelminapark en Geesten omschreven cultuurhistorische waarden ten aanzien van:
De nadere eisen kunnen worden gesteld mits:
Het is verboden binnen het beschermd dorpsgezicht zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders of de bij deze vergunning gegeven voorwaarden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.3.1 is niet vereist voor:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 23.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover, mede gelet op de te hanteren materialen, daarmee geen afbreuk wordt gedaan aan de karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht Wilhelminapark en Geesten en de werken en werkzaamheden de landschappelijke waarden of de cultuurhistorische waarden van de gronden niet in onevenredige mate aantasten, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet worden verkleind.
Alvorens te besluiten over de aanvraag van een omgevingsvergunning wint het college van burgemeester en wethouders advies in van de gemeentelijke monumentencommissie.
Overtreding van het verbod van lid 23.3.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden behalve voor de aldaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van lid 24.2 onder c, indien de bij de bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad, en advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Natuurnetwerk Nederland' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud, het herstel en de bescherming van het Natuurnetwerk Nederland.
Voor het bouwen op of in de gronden binnen de aanduiding 'overige zone - Natuurnetwerk Nederland' gelden aanvullend op de regels in hoofdstuk 2 de volgende regels:
Verbod en omgevingsvergunningsplicht
Het is verboden op of in de gronden binnen de aanduiding 'overige zone - Natuurnetwerk Nederland' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Toegestane werken en werkzaamheden
Het in dit lid genoemde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in het kader van:
Afwegingskader
De in dit lid bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - paddenstoelen' geldt dat die gronden - naast de andere aangewezen bestemming(en) - mede bestemd zijn voor het behoud en de bescherming van aanwezige paddenstoelen voor zover deze paddenstoelen staan op de Rode Lijst Paddenstoelen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Verbod en omgevingsvergunningsplicht
Het is verboden op of in de gronden binnen de aanduiding 'overige zone - paddenstoelen' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Toegestane werken en werkzaamheden
Het in dit lid genoemde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden in het kader van:
Afwegingskader
De in dit lid bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de werken en/of werkzaamheden de (mogelijk) aanwezige paddenstoelen, die staan op de Rode Lijst Paddenstoelen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, niet onevenredig aantasten, hetgeen de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van een advies van een deskundige inzake de betreffende paddenstoelen dient aan te tonen.
Burgemeester en wethouders kunnen - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afgeweken kan worden van de regels - middels een omgevingsvergunning afwijken van de regels in het plan, indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, voor:
Een omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd om de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein, met inachtneming van de volgende regels:
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luiden/luidden, en inwerking zijn/waren, op het tijdstip van de aanvang van de terinzagelegging van het tweede ontwerp van het bestemmingsplan.
Ten aanzien van parkeren gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald onder de naam: 'Regels van het bestemmingsplan De Geesten'.