direct naar inhoud van 5.1 Juridische aspecten
Plan: Recreatiepark Noordwijkse Duinen
Status: ontwerp
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.pbrecreatieparknd-VA01

5.1 Juridische aspecten

Uitleg vigerende bestemming

Het vigerende bestemmingsplan staat toe dat de gronden van het recreatieterrein in gebruik worden genomen ten behoeve van een kampeerterrein. Het plaatsen van tenten en stacaravans is toegestaan en ook wordt ruimte geboden voor recreatieve bebouwing ten behoeve van de kampeerfunctie (5% van het totale oppervlak van het terrein).

Nieuw planologisch regime

Het planologische regime wordt met dit projectbesluit als volgt:

  • het toegestane gebruik betreft: verblijfsrecreatie;
  • maximaal aantal recreatiewoningen: 165;
  • maximaal oppervlak per recreatiewoning inclusief berging: 50 m²;
  • maximale bouwhoogte van de recreatiewoning: 4 m;
  • maximale oppervlakte recreatieve bebouwing (onder andere toiletgebouwen, receptie, één bedrijfswoning, overige bijbehorende bebouwing): 750 m²;
  • maximale inhoud van de bedrijfswoning: 650 m³;
  • maximale goothoogte van recreatieve bebouwing: 4 m;
  • groene inpassing van het recreatiepark overeenkomstig het ecologisch inpassingsplan (zie Bijlage 1);
  • het toegevoegde inrichtingsontwerp (Bijlage 3) dient als leidraad, maar wordt niet expliciet aan vast gehouden.

Werking projectbesluit

Het projectbesluit (artikel 3.10 e.v. Wet ruimtelijke ordening / artikel 1.5 lid 2 Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ) wordt gebruikt in het geval dat het bestemmingsplan een bepaalde ontwikkeling of een bepaald project niet toestaat en men een dergelijke activiteit toch mogelijk wil maken. Het vaststellen van een projectbesluit leidt ertoe dat niet het hele bestemmingsplan meteen hoeft te worden aangepast. Door het projectbesluit wordt het geldende bestemmingsplan voor het gebied waar het besluit betrekking op heeft, buiten werking gesteld. Deze buitenwerkingstelling ziet alleen op het project waarvoor het projectbesluit is genomen. Het projectbesluit, met eventueel bijbehorende voorschriften en beperkingen en het definitieve bouwplan, vormen vanaf dat moment het juridische toetsingskader.