Plan: | Boezemkade Overwaard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0571.bpBoezemkade-VG01 |
Normstelling en beleid
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
De provincie hanteert de richtlijn dat bij de beoordeling van ruimtelijke plannen ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, moet worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.
Onderzoek
In maart 2009 is door Adcim BV een verkennend bodemonderzoek1 uitgevoerd op de planlocatie. Het bodemonderzoek bestaat uit een historisch bureauonderzoek en veldwerkzaamheden. In totaal zijn er 32 boringen uitgevoerd, waarbij onderscheid is gemaakt tussen de oostelijke en westelijke zijde van de Boezemkade. Op basis van dit onderzoek kan voor het plangebied het volgende worden geconcludeerd.
Oostelijke strook
Westelijke strook
Conclusie
De bodemkwaliteit vormt op basis van bovenbeschreven resultaten geen belemmeringen voor de voorgenomen ontwikkeling. Alle te ontgraven grond kan binnen het plan herschikt worden. Bij afvoer van overtollige grond dient altijd rekening gehouden te worden met de regels hiervoor, zoals vermeld in het Besluit bodemkwaliteit.