Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bestemmingsplan Lekdijk naast 82
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0571.BPlekdijknaast82-VG01

4.9 Externe veiligheid

Het BEVI is in oktober 2004 in werking getreden. Het besluit heeft tot doel zowel individuele als groepen burgers een minimaal (aanvaard) beschermingsniveau te bieden. In augustus 2004 is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. In de circulaire RNVGS is het rijksbeleid over de afweging van veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving, verduidelijkt en geoperationaliseerd. In de circulaire is zoveel mogelijk aangesloten bij het BEVI.
 
Bepaalde maatschappelijke activiteiten brengen risico’s op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving met zich mee. Externe veiligheid richt zich op het beheersen van deze risico’s. Het gaat daarbij om onder meer de productie, opslag, transport en gebruik van gevaarlijke stoffen. Dergelijke activiteiten leggen beperkingen op aan de omgeving. Door voldoende afstand tussen risicovolle activiteiten en bijvoorbeeld woningen kan voldaan worden aan de normen. Aan de andere kant is de ruimte schaars en het rijksbeleid erop gericht de schaarse ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten. Het ruimtelijk beleid en het externe veiligheidsbeleid moeten dus goed worden afgestemd.
 
De wetgeving rond externe veiligheid richt zich op het beschermen van kwetsbare en een beperkt kwetsbare objecten (artikel 1 van het besluit). Kwetsbaar zijn onder meer woningen, onderwijs- en gezondheidsinstellingen en kinderopvang- en dagverblijven. Beperkt kwetsbaar zijn onder meer kantoren, winkels, horeca en parkeerterreinen.
 
Er wordt onderscheid gemaakt tussen plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plaatsgebonden risico wordt uitgedrukt in een contour van 10-6 als grenswaarde. Het realiseren van kwetsbare objecten binnen deze contour is niet toegestaan. Bij groepsrisico is het dan ook niet een contour die bepalend is, maar het aantal mensen dat zich gedurende een bepaalde periode binnen de effectafstand van een risicovolle activiteit ophoudt. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de ramp.
 
Voor groepsrisico is er geen grenswaarde, maar een richtwaarde. In het besluit externe veiligheid inrichtingen is deze verantwoordingsplicht (door de overheid) voor het groepsrisico rond inrichtingen wettelijk geregeld. De verantwoording houdt in dat wordt aangegeven of risico’s acceptabel zijn en welke maatregelen worden genomen om de risico’s te verkleinen. Er zal zoveel mogelijk rekening moeten worden gehouden met deze richtwaarde. Afwijken van de richtwaarde zal grondig moeten worden gemotiveerd.
 
Om eventuele risico´s te kunnen bepalen heeft de provincie Zuid-Holland een risicokaart opgesteld. Deze kaart geeft een overzicht van aanwezige risicovolle inrichtingen, alsmede een overzicht van overige risicogerelateerde onderwerpen.  
 
Uitsnede risicokaart Zuid-Holland
Uitsnede risicokaart Zuid-Holland
 
 

4.9.1 Buisleidingen
In de grond kunnen buisleidingen aanwezig zijn, bijvoorbeeld grote gasleidingen of kerosineleidingen, die een risico voor de veiligheid van burgers met zich mee brengen. Bij de aanwezigheid van een buisleiding moet beoordeeld worden hoe groot het risico is dat er dodelijke slachtoffers vallen bij het optreden van een calamiteit. In het plangebied zijn echter geen buisleidingen aanwezig. Het aspect buisleidingen vormt daarmee geen risico.

4.9.2 Transport
Over de weg, het spoor en over water worden gevaarlijke stoffen getransporteerd, hierbij kan gedacht worden aan LPG-transportwagens. De routes voor gevaarlijke stoffen zijn op provinciaal niveau vast gelegd. In het plangebied zijn echter geen buisleidingen aanwezig. De gemeente Nieuw-Lekkerland is nieuw beleid ten aanzien van transportroutes aan het ontwikkelen. Dit beleid is echter nog niet van kracht. Het aspect transport vormt daarmee geen risico.

4.9.3 Overstromingsrisico
Het plangebied ligt in de Alblasserwaard. Deze polder ligt onder het niveau van de omliggende rivieren. In de risicokaart van de provincie Zuid-Holland is de gehele Alblasserwaard en ook het plangebied aangegeven als overstromingsgebied. Het opnemen van de overstromingsgebieden in de risicokaart is ten behoeve van risicocommunicatie met burgers. Op onderhavige locatie is de overstromingsdiepte 2 tot 5 meter. De Lekdijk is de primaire waterkering voor het plangebied en dat is ook als dubbelbestemming in de plankaart opgenomen. De planregels voor deze dubbelbestemming geven aan dat geen werkzaamheden uitgevoerd mogen worden aan de dijk die de primaire functie aantasten.
 
Conclusie
In het kader van externe veiligheid is een inventarisatie uitgevoerd op basis van de risicokaart van de provincie Zuid-Holland. Gebleken is dat er in de directe omgeving geen bedrijven zijn die op basis van externe veiligheidsnormen een risico voor de omgeving vormen. In de omgeving zijn tevens geen buisleidingen aanwezig, alsmede transportroute gevaarlijke stoffen. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoering van onderhavig project.