direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Aanleg parkeerplaatsen Vlasakker te Zevenhoven
Status: ontwerp
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0569.pbZNVparkrplvlasak-va01

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:

de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) perceelsscheiding van het bouwperceel;

2.2 de afstand tussen gebouwen:

de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;

2.3 de bouw(nok)hoogte van een bouwwerk:

vanaf peil tot het hoogste punt van een bouwwerk; wat gebouwen betreft worden antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen niet meegerekend;

2.4 de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.5 de goothoogte van een bouwwerk:

van de horizontale snijlijn van elk dakvlak met het daaronder gelegen binnenwerkse gevelvlak tot aan het peil. Hierbij blijven topgevels, schoorstenen, antennes, dakkapellen (met uitzondering van dakkapellen aan de straatzijde met een grotere breedte dan 50% van de breedte van het dakvlak waarin zij zijn geplaatst) en andere ondergeschikte bouwdelen buiten beschouwing;

2.6 de inhoud van een gebouw:

tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.7 de lengte, breedte en diepte van bouwwerken:

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of hart van scheidsmuren). ;

2.8 de grondoppervlakte van een bouwwerk:

tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels

(en/of het hart van scheidsmuren);

2.9 de vloeroppervlakte van een gebouw:

gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw;