direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Langeraar en Papenveer, partiële herziening Langeraarseweg 160a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0569.bpLGRlangpapencorr-va02

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Op 28 maart 2013 is het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' door de gemeente Nieuwkoop vastgesteld. Tegen dit vastgestelde plan is beroep aangetekend. Op 18 juni 2014 (uitspraak 201304556/1/R3) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Raad van State) uitspraak gedaan over de ingestelde beroepen. Het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' is vernietigd voor het perceel Langeraarseweg 160A te Langeraar, voor zover betreft de plandelen met de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Recreatie'.

In haar uitspraak heeft de Raad van State de gemeente opgedragen om binnen 26 weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen over de bestemmingen van bovengenoemd perceel, met inachtneming van wat de Raad van State daarin heeft overwogen en dit op de wettelijk voorgeschreven wijze bekend te maken.

Het doel van het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer partiële herziening Langeraarseweg 160a is om uitvoering te geven aan de uitspraak van de Raad van State en het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' te repareren.

1.2 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied van deze partiële herziening betreft het perceel Langeraarseweg 160A te Langeraar voor zover het betreft de door de Raad van State vernietigde plandelen met de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Recreatie' uit het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer'. De ligging en de begrenzing van het plangebied is weergegeven op de navolgende afbeeldingen. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding bij dit bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0569.bpLGRlangpapencorr-va02_0001.png"

Afbeelding 1: ligging van het plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0569.bpLGRlangpapencorr-va02_0002.png"

Afbeelding 2: begrenzing van het plangebied

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Vanwege de vernietiging van het besluit ter plaatse van het plangebied geldt tot het moment waarop het nieuwe bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer, partiële herziening Langeraarseweg 160a' in werking treedt, het volgende bestemmingsplan:

Bestemmingsplan   Vaststelling   Goedkeuring  
Langeraar   27 april 2000   5 december 2000  
Correctieve herziening Langeraar   n.v.t.   20 december 2001  

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de huidige ruimtelijke en functionele structuur en het plan van beide plangebieden. Tevens beschrijft dit hoofdstuk de gevolgen van de uitspraak van de Raad van State voor het plan. In hoofdstuk 3 komen de milieutechnische randvoorwaarden naar voren. In hoofdstuk 4 wordt een toelichting gegeven op de planregels. De economische uitvoerbaarheid wordt beschreven in hoofdstuk 5. Als laatste komt in hoofdstuk 6 de te volgen procedure aan de orde.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

Dit hoofdstuk gaat in op de uitspraak van de Raad van State d.d. 18 juni 2014, de vernietigde onderdelen en de hieruit voortvloeiende invulling voor het gebied van deze partiële herziening.

2.1 Bestemmingsplan Langeraar en Papenveer

Het 'moederplan' bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' is op 28 maart 2013 door de gemeenteraad vastgesteld, sinds 7 juni 2013 in werking en sinds 18 juni 2014 (deels) onherroepelijk. Het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' is een actualisatie van de bestaande planologische regelingen vanuit meerdere (kleinere) bestemmingsplannen en is overwegend conserverend van aard. Het plangebied bevindt zich aan weerszijden van de Langeraarse Plassen. Het gebied bestaat voornamelijk uit woonbebouwing. Daarnaast zijn er twee bedrijventerreinen in het plangebied aanwezig en zijn tuinbouwbedrijven, landbouwbedrijven en solitaire bedrijven gevestigd. Door het (deels) onherroepelijke bestemmingsplan voor Langeraar en Papenveer zijn vorige plannen deels of geheel komen te vervallen en zijn vervangen door een eenduidig en actueel plan.

De locatie Langeraarseweg 160A is in het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' in het voorste gedeelte bestemd als 'Recreatie' met de aanduiding 'verblijfsrecreatie'. In het voorste gedeelte van het perceel ligt de bestemming 'Recreatie' met daarin een bouwvlak voor de agrarische bedrijfswoning, deze is bestemd als 'Agrarische bedrijfswoning'. Ter plaatse van de aanduiding 'Verblijfsrecreatie' gelden aanvullende regels: zo is er ondergeschikte horeca toegestaan tot ten hoogste horeca-categorie 2 met een maximum van 12 evenementen per kalenderjaar geldend voor het hele perceel. Er is ondergeschikte detailhandel toegestaan in relatie tot de aanwezige kaasmakerij en is als ondergeschikte functies tevens kinderopvang toegestaan.

Het achterste gedeelte van het perceel is bestemd als 'Agrarisch' met de aanduiding 'manege'. Er is een melkveehouderij en de ondergeschikte manege 'De Vosseburch' gevestigd.

2.2 Beroep

Een aantal belanghebbenden heeft beroep aangetekend tegen het vastgestelde bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer'. Deze beroepschriften hadden betrekking op meerdere aspecten. Het merendeel van de beroepen is ongegrond verklaard en één beroepschrift is niet ontvankelijk verklaard. Deze beroepschriften worden daarom hier niet verder benoemd.

Voor het voorliggende bestemmingsplan is alleen het beroepschrift van belang welke zich richt tegen de bestemming 'Agrarisch' en 'Recreatie' van de locatie Langeraarseweg 160A Langeraar.

Samengevat blijkt uit de uitspraak van de Raad van State dat enkele planvoorschriften in de bestemmingen 'Agrarisch' en/of 'Recreatie' aangepast moeten worden. In zowel de 'Recreatie' bestemming als in de 'Agrarische' bestemming moet in overeenstemming met het feitelijk gebruik een ondergeschikte kaasmakerij mogelijk zijn. Ondergeschikte horeca-activiteiten moeten ontkoppeld worden van evenementen. Bebouwingsmogelijkheden voor het agrarische deel (melkveehouderij) en voor van de manege binnen het bouwvlak moeten eenduidig omschreven zijn.

2.3 Uitspraak Raad van State en vertaling in deze herziening

Het beroep, voor zover dit betrekking heeft op het perceel Langeraarseweg 160A, is deels gegrond verklaard. In deze paragraaf worden de in de uitspraak van de Raad van State genoemde gegronde onderdelen toegelicht.

De locatie Langeraarseweg 160A is in het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' op het voorste gedeelte bestemd als 'Recreatie' (artikel 11) met de aanduiding 'verblijfsrecreatie'. In artikel 11.1.d is opgenomen dat uitsluitend ter plaatste van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' op de verbeelding verblijfsrecreatie ten behoeve van de uitoefening van een agrarisch bedrijf/manege is toegestaan. In artikel 11.2.2 'verblijfsrecreatie' staat: Ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' gelden aanvullend op artikel 11.2.1 (Gebouwen) de volgende regels:

a. ondergeschikte horeca is toegestaan tot ten hoogste horecacategorie 2 met een maximum van 12 evenementen per kalenderjaar geldend voor het gehele perceel;

b. ondergeschikte detailhandel is toegestaan in relatie tot de aanwezige kaasmakerij;

c. als ondergeschikte functies is tevens kinderopvang toegestaan.

De locatie Langeraarseweg 160A is in het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' op het achterste gedeelte bestemd als 'Agrarisch' (artikel 3). Er zijn geen planregels opgenomen voor een kaasmakerij. In artikel 3.2.1 voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde woningen, gelden de volgende regels (alleen relevante artikelen opgesomd):

a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b. nieuwe bedrijfsgebouwing staat ten dienste van het agrarisch bedrijf en dient noodzakelijk te zijn voor doelmatige, duurzame agrarische bedrijfsvoering;

c. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij het maximum bebouwingspercentage van het desbetreffende bouwvlak door de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%) is weergegeven op de verbeelding

e. de oppervlakte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'manege' bedraagt maximaal 4000m2 ;

h. ondergeschikte horeca is toegestaan tot ten hoogste horecacategorie 2 met een maximum van 12 evenementen per kalenderjaar geldend voor het gehele perceel.

Kaasmakerij

De Raad van State geeft in haar uitspraak aan dat appellant en de gemeenteraad onweersproken hebben gesteld dat op het perceel een kaasmakerij aanwezig is. Ter zitting heeft de gemeenteraad gesteld dat is beoogd deze kaasmakerij als zodanig te bestemmen. De gemeenteraad heeft echter niet onderkend dat in het plan een regeling ter zake ontbreekt. Voor zover de gemeenteraad heeft gesteld dat een kaasmakerij ingevolge artikel 11, lid 11.2.2 onder b, van de planregels is toegestaan, overweegt de Raad van State dat deze bepaling alleen de verkoop van kaas toestaat en geen kaasmakerij. Daarbij komt dat deze bepaling alleen betrekking heeft op de 'Recreatie' bestemming van het voorste deel van het perceel.

De Raad van State oordeelt daarom dat het bestreden besluit niet met de te betrachte zorgvuldigheid is voorbereid en vernietigt het besluit van de raad op dit punt.

Op dit punt houdt de uitspraak in dat op locatie de verkoop van kaas is toegestaan in de 'Recreatie' bestemming maar het maken van deze kaas niet. Ook is het maken van de kaas niet toegestaan in de Agrarische bestemming.

De gemeente wil een kaasmakerij en ondergeschikte detailhandel in relatie tot de kaasmakerij toestaan in de 'Recreatie' bestemming. De kaasmakerij moet ook mogelijk zijn in de 'Agrarische' bestemming. Voor beide functies geldt dat sprake is van een ondergeschikte functie. Voor de functie van de kaasmakerij geldt bovendien dat deze functie alleen is toegestaan op die delen van het perceel waar de aanduiding 'specfieke vorm van agrarisch-kaasmakerij' is toegekend.

De gemeente voegt in deze partiële herziening in de planregels van de bestemming 'Recreatie' onder 11.1 en bij de bestemming 'Agrarisch' onder 3.1 'specifieke vorm van agrarisch-kaasmakerij' toe. Het bepaalde in 'artikel 11. 2.2.b. ondergeschikte detailhandel is toegestaan in relatie tot de aanwezige kaasmakerij' blijft in de partiële herziening ongewijzigd.

Ondergeschikte horeca-activiteiten

De Raad van State geeft in haar uitspraak aan dat niet in geschil is dat op het gehele perceel ondergeschikte horeca-activiteiten plaatsvinden en dat de gemeenteraad deze als zodanig heeft willen bestemmen. De gemeenteraad heeft beoogd horeca-activiteiten in combinatie met onderschikte neven activiteiten toe te staan, zonder een maximum te stellen aan het jaarlijkse aantal van deze horeca-activiteiten. Omdat ondergeschikte horeca-activiteiten echter gekoppeld zijn aan evenementen en tevens is voorzien in een maximum van twaalf evenementen per kalenderjaar, is in het bestreden besluit onvoldoende zeker gesteld dat ondergeschikte horeca-activiteiten ook buiten evenementen om zijn toegestaan.

De raad van State oordeelt daarom dat het bestemmingsplan in zoverre rechtsonzeker is.

De uitspraak houdt in dat de ondergeschikte horeca-activiteiten ontkoppeld moeten worden van evenementen, zodat ondergeschikte horeca-activiteiten ongelimiteerd kunnen plaatsvinden.

Daarom verwijdert de gemeente in deze partiële herziening in de planregels de koppeling onderschikte horeca-activiteiten met evenementen voor de locatie Langeraarseweg 160A. Er is voor evenementen een nieuwe bepaling onder voorwaarden opgenomen in de Agrarische bestemming artikel 3.4.1 en in de Recreatie bestemming artikel 11.4.1. Het gaat om maximaal 12 evenementen per kalender jaar.

Bebouwing bouwvlak

De Raad van State geeft in haar uitspraak aan dat de raad heeft toegelicht dat is beoogd te voorzien in een bouwvlak van ruim 15.000 m2 voor het achterste 'Agrarische' deel van het perceel, waarvan een oppervlakte van maximaal 4.000 m2 alleen mag worden benut voor gebouwen ten behoeve van een manege. De rest van het perceel is voor mogelijke bebouwing ten dienste van de melkveehouderij. Het bouwvlak mag volgens artikel 3, lid 3.2.1 onder c van de planregels volledig worden bebouwd , terwijl ingevolge artikel 3, lid 3.2.1, onder e, van de planregels de oppervlakte van gebouwen binnen dit bouwvlak maximaal 4.000 m2 mag bedragen, omdat aan de gronden binnen het bouwvlak de aanduiding 'manege' is toegekend.

De Raad van State oordeelt dat de regeling in het plan met betrekking tot de maximaal toegestane oppervlakte voor bebouwing binnen het bouwvlak rechtsonzeker is. De uitspraak houdt in dat de planvoorschriften eenduidig moeten aangeven hoeveel er maximaal van het bouwvlak bebouwd mag worden voor de manege en de melkveehouderij.

Daarom neemt de gemeente in deze partiële herziening in de planregels op dat ter plaatse van de aanduiding 'manege' maximaal 4.000 m2 bebouwing is toegestaan ten dienste van gebruik als manege.

Hoofdstuk 3 Uitgangspunten en randvoorwaarden

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang ook verschillende milieuhygiënische en planologische aspecten te behandelen. Voorliggend plan betreft echter een conserverend plan waarbij geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt en de feitelijke situatie wordt bestemd. Gebiedsonderzoeken zijn derhalve niet nodig. Alle relevante gebiedsaspecten zijn reeds in het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' beschreven. Een verwijzing naar de milieuaspecten in de toelichting van het vastgestelde bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' volstaat dan ook.

Verder is in het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer' het planologisch beleidskader (zie hoofdstuk 5 van dat plan) en de relevante milieuaspecten (zie hoofdstuk 6 van dat plan) vermeld die gelden voor eventuele ontwikkelingen binnen het plangebied van dit bestemmingsplan. Voor nader inzicht in deze uitgangspunten en voorwaarden wordt verwezen naar dat bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Economische uitvoerbaarheid

De partiële herziening van het bestemmingsplan Langeraar en Papenveer heeft betrekking op het vastleggen van een feitelijk bestaande situatie naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State. Het betreft geen actualisatie van het geldende bestemmingsplan, maar een reparatie. Voor de gronden zijn geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De economische uitvoerbaarheid van dit plan is geborgd.

Hoofdstuk 5 Procedure

In de uitspraak heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de gemeenteraad opgedragen een nieuw besluit te nemen voor de vernietigde plandelen. Dit plan hoeft niet overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te worden voorbereid. Dit betekent dat het plan niet als ontwerpbestemmingsplan ter visie hoeft te worden gelegd. Het bestemmingsplan wordt daarom direct ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Na bekendmaking van de besluitvorming van de gemeenteraad hebben belanghebbende zes weken de tijd om beroep aan te tekenen bij de Raad van State. Het raadsbesluit zal op de gebruikelijke wettelijke wijze worden gepubliceerd.