Plan: | Langeraar en Papenveer, partiële herziening Langeraarseweg 160a |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0569.bpLGRlangpapencorr-va02 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer, partiële herziening Langeraarseweg 160a' met identificatienummer NL.IMRO.0569.bpLGRlangpapencorr-va02 van de gemeente Nieuwkoop.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
De van het plan deel uitmakende kaart alsmede de legenda.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneengebouwde woningen.
Erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw.
Een bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woningen en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
Het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten en webwinkels.
De totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
Eén woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming.
Een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Al dan niet drijvende overkapping ten behoeve van het stallen van een (plezier)vaartuig.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bestemd is om ter plaatse te functioneren.
Gelegenheid waar softdrugs worden verkocht.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in auto's, boten, caravans en daarmee gelijk te stellen goederen, tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een belwinkel en internetcafé.
Al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden.
Bijbehorend bouwwerk van ondergeschikte betekenis aan de begane grond van een gebouw, waarvan de wanden, met uitzondering van de borstwering, door vensters worden gevormd.
Een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak met een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement, het opbouwen en afbouwen van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen.
Een bouwwerk dat primair dient ter stalling van (motor)voertuigen, alsook niet-bedrijfsmatige opslag van andere goederen.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Hieronder worden verstaan: woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, andere gezondheidszorggebouwen dan de genoemde (t.w. verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken en medische kleuterdagverblijven), alsmede de terreinen die behoren bij de andere gezondheidszorggebouwen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg, alsmede woonwagenstandplaatsen.
Een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
Woningen waarvan de hoofdgebouwen door middel van bijbehorende bouwwerken met elkaar zijn verbonden en waarbij minimaal 1 zijgevel in de zijdelingse perceelsgrens staat.
Aaneengesloten bodembedekking ten behoeve van bijvoorbeeld (weg)verkeer, parkeren, de aanleg van tuinen, erven en dergelijke, door gebruikmaking van materialen als beton, steen, asfalt en/of metaal.
Een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat, waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
Een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als toeristisch-recreatieve activiteit, ondergeschikt aan de betreffende bestemming, aan maximaal 8 personen, met een maximum verblijfsduur van 6 weken. Onder een guesthouse wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, met uitzondering van een cateringbedrijf.
Horeca, categorie 1 ('lichte horeca')
Horecabedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Zoals:
Horeca, categorie 2 ('middelzware horeca')
Horecabedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijk hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken, zoals:
Horeca, categorie 3 ('zware horeca')
Horecabedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen, zoals:
Een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren.
Het gebruik van een hoofdgebouw of met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken door meer dan twee onzelfstandige huishoudens.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate in persoon te woord wordt gestaan en geholpen.
Bouwwerken geen gebouwen zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke.
De teelt van gewassen, waaronder begrepen bosbouw, fruitteelt en tuinbouw, alsmede het houden van melk- en ander vee (nagenoeg) geheel op open grond.
Het uitoefenen van activiteiten gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en openbare dienstverlening, zoals:
Het bieden van niet afdwingbare zorg, die door niet professionele mensen in het kader van een sociale (familie)relatie wordt gegeven.
Een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in bedrijfsgebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief veehouderijbedrijf.
Functies waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte van de bebouwing als zodanig mag worden gebruikt.
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,50 meter beneden peil.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met maximaal één eigen wand, of omsloten door maximaal twee niet-eigen wanden, en voorzien van een dak, waaronder begrepen een carport.
a. voor gebouwen waarvan de toegang onmiddelijk aan de weg grenst; de hoogte van de kruin van de
weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
b. voor gebouwen langs een dijk; de gemiddelde hoogte van de bestaande weg op de dijk, ter plaatse van de naar de dijk gekeerde zijde van het gebouw;
c. voor oeverbeschoeiingen; de gemiddelde waterlijn;
d. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld.
Een vaartuig, hoofdzakelijk gebruikt en bestemd voor niet-bedrijfsmatige varende recreatie.
Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan.
Voorziening ten behoeve van recreatie, hieronder mede begrepen sport- en spelaccommodaties, voorzieningen ter bevordering van de lichamelijke en geestelijke gezondheid, kantine alsmede accommodaties voor administratieve functies ten dienste van de bestemming.
Een gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, uitsluitend bestemd om te dienen als recreatief woonverblijf voor een persoon, gezin of andere groep mensen, die daar geen hoofdverblijf hebben; van hoofdverblijf is hier sprake, indien het gebruik als woning door een persoon, gezin of andere groep personen:
De voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een bedrijf waar bedrijfsmatig psychoactieve middelen en/of benodigdheden voor de kweek van hennep en/of andere verdovende middelen te koop worden aangeboden, verstrekt of geleverd.
Een bouwwerk, staande op eigen fundatie of gekoppeld dan wel vastgebonden aan de wal dat zich bevindt boven land dan wel boven water en dat gaat dienen voor één of meer hierna genoemde doelen om:
Een bedrijf dat binnen een ruimte of op een terrein, al dan niet overdekt, planten en een volledig assortiment aan tuinartikelen uit voorraad aan particulieren aanbiedt alsmede daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen en/of diensten. Tuinartikelen zijn artikelen die dienen voor de aanleg, de inrichting en het onderhoud van en het verblijf in tuinen. Onder volledig assortiment wordt begrepen:
Een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen.
Een kleine ruimte, waar bedrijfsmatig goederen worden geleverd aan personen, die deze goederen aanwenden voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, zonder uitstalling van verkoop.
Het nachtverblijf voor recreatieve doeleinden buiten de eerste woning, waarbij ten minste een nacht wordt doorgebracht, met uitzondering van overnachtingen bij familie en kennissen.
Naar de weg (als bedoeld in artikel 1 lid 1 onder b van de Wegenverkeerswet 1994) gekeerde gevel of gevels. Niet als voorgevel worden aangemerkt de gevel(s) die gekeerd zijn naar wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer, tenzij de hoofdontsluiting van het gebouw via deze weg voor langzaam verkeer loopt.
De (binnen het bouwperceel denkbeeldig doorgetrokken) lijn door een voorgevel(s) van het hoofdgebouw. Hierbij blijven ondergeschikte bouwdelen als erkers, portalen, aan- en uitbouwen buiten beschouwing. Deze zijn niet bepalend voor de ligging van de voorgevelrooilijn.
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het weg- en waterverkeer.
Een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan.
Waterhuishoudkundige voorzieningen zijn voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit.
Het grensvlak tussen water en lucht.
Detailhandel zonder showroom, waarvan de handel via internet en post verloopt en/of via een uitleverpunt. Opslag is beperkt toegestaan.
Indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
Een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf, niet zijnde een object dat valt onder de Woningwet.
Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen, waarbij ondergrondse bouwwerken niet mee tellen bij inhoudsbepaling.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bij een overkapping zonder gevelvlak(ken) de neerwaartse projectie van het dakvlak.
Tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
De neerwaartse projectie van het dakvlak, vermeerderd met steigers en plankieren boven het waterpeil.
Vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak dan wel bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
De (gebruiks)vloeroppervlakte volgens NEN2580.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde woningen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het gebruik van de gronden en bouwwerken voor evenementen is toegestaan,mits:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'bedrijfswoning', als bedoeld in 4.1 sub h, te verwijderen, indien het gebruik van de bedrijfswoning als zodanig tenminste 2 jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat genoemd gebruik op korte termijn wordt voortgezet.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.4 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1, sub a ten behoeve van:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'bedrijfswoning', als bedoeld in 5.1 sub d, te verwijderen, indien het gebruik van de bedrijfswoning als zodanig tenminste 2 jaar is beëindigd en er geen redenen zijn om aan te nemen dat genoemd gebruik op korte termijn wordt voortgezet.
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij horende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het achtererfgebied voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het achtererfgebied voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
In afwijking van het bepaalde in 6.2.2 onder b geldt ter plaatse van het perceel met de aanduiding 'bijgebouw' op de verbeelding een maximale oppervlak van bijbehorende bouwwerken, met inbegrip van overkappingen als bedoeld in 6.2.3, van 190 m².
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 onder d, ten behoeve van nieuwe woningen op de verdieping, met dien verstande dat:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.2 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen, niet zijnde woningen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd. |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op, in of boven deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 10.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 10.5.1 zijn slechts toelaatbaar, mits door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden ontstaat of kan ontstaan.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden, de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' gelden aanvullend op artikel 11.2.1 de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden aanvullend op artikel 11.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het achtererfgebied voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het achtererfgebied voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Bij het oprichten van gebouwen of het veranderen in gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om zowel het parkeren als het eventueel laden en lossen op eigen terrein te kunnen afwikkelen. Op eigen terrein dient voorzien te zijn in voldoende parkeeraccommodatie alsmede laad- en losruimte conform de parkeerrichtlijnen van het CROW.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2.4 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het gebruik van de gronden en bouwwerken voor evenementen is toegestaan, mits:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het achtererfgebied voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het achtererfgebied voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2.2 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' waar bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan met een maximum goothoogte van 3 meter en een maximum bouwhoogte van 5,5 meter en behoudens het bepaalde in 13.2.2 en 13.2.4.
Voor het bouwen van erkers gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut en brugwachtershuisjes gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van garages gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op, in of boven deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan.
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.2.3 onder e, ten behoeve van een maximale bouwhoogte voor steigers of aanleggelegenheid van 1 meter gemeten vanaf de waterlijn indien dit vanuit beheerstechnische redenen noodzakelijk is.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Water' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning in de vorm van een aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 16.6.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 16.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de in 16.1 genoemde voorzieningen ontstaat of kan ontstaan.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van botenhuizen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van overkappingen, gelden de volgende regels:
Oppervlakte bouwpercelen | Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken, met inbegrip van overkappingen als bedoeld in 17.2.4. |
tot en met 500 m² | 50 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
meer dan 500 m² | 80 m², mits het bouwperceel voor zover gelegen buiten het bouwvlak voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd |
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
In afwijking van het bepaald in 17.2.3 onder b geldt een afwijkend maximum oppervlak voor het perceel met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voormalige agrarische bedrijfsgebouwen'. De legaal gerealiseerde bestaande bijbehorende bouwwerken zoals deze aanwezig waren op het moment van tervisielegging van het ontwerpplan zijn toegestaan en gelden als maximum totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken.
In afwijking van het bepaalde in 17.2.3 onder b geldt ter plaatse van het perceel met de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - guesthouse' op de verbeelding een maximale oppervlak van bijbehorende bouwwerken, met inbegrip van overkappingen als bedoeld in 17.2.4 en inclusief het guesthouse, van 90 m².
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.1 onder i teneinde realisering van een dakopbouw toe te staan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2.3 onder b, ten behoeve van een groter maximaal gezamenlijk oppervlak aan bijbehorende bouwwerken, tot 80 m², voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 500 m², met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 17.2.5 onder c ten behoeve van de bouw van erf- en terreinafscheidingen tot maximaal 2 meter hoog vóór de voorgevellijn, met inbegrip van hekken en poorten op bruggen die dienen als erf- en/of terreinafscheiding.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.5 ten behoeve van kamerbewoning, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied - 1' ex art. 3.6 Wro te wijzigen in de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor de bouw van woonwagens gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij woonwagens gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor een rioolleiding.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de leidingen als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de bestemming Leiding - Riool.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer mag bedragen dan 3 meter.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 19.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 19.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 19.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk dient de aanvrager een rapport te overleggen dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 20.2 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Onverminderd het in de monumentenwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende vergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 100 m²:
Het onder 20.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
De onder 20.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend voor zover geen afbreuk gedaan wordt aan het behoud en bescherming van de archeologische waarden hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning dient te overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. Het rapport dient te voldoen aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Indien uit het in 20.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
De voor 'Waarde - Archeologie - 2' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk dient de aanvrager een rapport te overleggen dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 21.2 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Onverminderd het in de monumentenwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende vergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 2.500 m²:
Het onder 21.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
De onder 21.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend voor zover geen afbreuk gedaan wordt aan het behoud en bescherming van de archeologische waarden hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning dient te overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. Het rapport dient te voldoen aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Indien uit het in 21.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bouwwerk dient de aanvrager een rapport te overleggen dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 22.2 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het oprichten van het bouwwerk zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Onverminderd het in de monumentenwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende vergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 10.000 m²:
Het onder 22.3.1 opgenomen verbod geldt niet:
De onder 22.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend voor zover geen afbreuk gedaan wordt aan het behoud en bescherming van de archeologische waarden hetgeen moet blijken uit een rapport dat de aanvrager bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning dient te overleggen. In het rapport moeten de archeologische waarden van de gronden waarop de aanvraag betrekking heeft naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. Het rapport dient te voldoen aan de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
Indien uit het in 22.3.3 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een waterkering.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de waterkering als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de bestemming Waterstaat - Waterkering.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet meer mag bedragen dan 3 meter.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 23.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waterstaat - Waterkering zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 23.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 23.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Boven de 'maximale goothoogte' zijn platte daken niet toegestaan.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2.2 sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 25.2.2 sub b en voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken, die niet zijn gelegen onder een gebouw onder de voorwaarden, dat:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken voor de situering buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,75 meter bedraagt.
De voor 'geluidzone - industrie' aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen in hoofdstuk 2 van deze regels, primair bestemd voor de geluidzone rond het gezoneerde industrieterrein Hoekse Aarkade.
Het is niet toegestaan woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen (zoals bedoeld in de Wet geluidhinder) toe te voegen binnen de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie'.
De voor 'Luchtvaartverkeerzone - lib' aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen in hoofdstuk 2 van deze regels, primair bestemd voor de geluidzone rond Schiphol.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - lib' geldt het Luchthavenindelingsbesluit van Schiphol en zijn zonder een verklaring van geen bezwaar volgens artikel 8.9 van de Luchtvaartwet, geen nieuwe geluidgevoelige gebouwen en terreinen toegestaan zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
De voor 'Luchtvaartverkeerzone - 20 ke' aangewezen gronden zijn, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen in hoofdstuk 2 van deze regels, primair bestemd voor het tegengaan van een te hoge personendichtheid in verband met het luchtverkeer van en naar luchthaven Schiphol.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat slechts gebouwen, niet zijnde woningen zijn toegestaan en andere bouwwerken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 26.3.2, mits voldaan wordt aan de door de Ministeries van Infrastructuur en Milieu gestelde eisen ten aanzien van bouwen van woningen binnen de 20 Ke contour.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
In het kader van de ruimte voor ruimte-regeling kunnen burgemeester en wethouders het bestemmingsplan wijzigen en de gronden met de bestemming 'Agrarisch, glastuinbouw' en 'Bedrijf' te wijzigen in de bestemming 'Wonen':
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ruimte voor ruimte' kunnen burgemeester en wethouders de in het gebied aangewezen bestemmingen wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits de volgende voorwaarden in acht worden genomen:
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Langeraar en Papenveer'.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van | ||||||||
11 december 2014 | ||||||||
De voorzitter, | De griffier, | |||||||
F. Buijserd | E.R. Holthe | |||||||